Iedereen heeft recht op bescherming tegen groepsdruk. Het is aan de overheid om op te treden als iemand zich daadwerkelijk schuldig maakt aan het inperken van de vrijheid van zijn medeburger
Prof. dr. Paul Cliteur, intellectueel boegbeeld van rechts en promotor van een hele generatie Baudetjes, heeft het maar weer eens op de agenda gezet: geen tolerantie voor de intoleranten. Zondagmiddag verdedigde hij in Buitenhof met verve de stelling dat de democratie bewegingen die haar af willen schaffen, hoort te verbieden. Hij bleef een beetje in het vage over hoe ver dat moet gaan. Dient een organisatie die artikel 1 van de grondwet wil schrappen de scherpte van de wet te ontmoeten? Hoe zal het personen vergaan die in de sharia meer rechtvaardigheid vinden dan in het burgerlijk wetboek? Wat moet gebeuren met wie de scheiding tussen kerk en staat maar een verouderd concept vindt nu overal buiten Europa de heerscharen Gods in opmars zijn? Hoort de democratie de koran te verbieden of juist voorstellen om de koran te verbieden? Is er in het democratisch bestel wel plaats voor een partij die geloofsvervolging bepleit? Want dat is het als je alle moskeeën en islamitische scholen wilt sluiten.
Een en ander leidde op Buitenhof tot een discussie met een open eind. Dat komt omdat de professor zijn eigen vrijheid tot uitgangspunt nam en niet die van de ánder. Zijn gesprekspartners gingen daarin mee. Vervolgens eiste Cliteur wettelijke maatregelen om zichzelf te beschermen tegen bedreigingen daarvan. Het ging in het debat daarom over de vraag of die wenselijk waren of in welke richting je dan allereerst moest denken.
Op het moment dat we van elke burger eisen dat hij de vrijheid van zijn medeburgers respecteert, van allemaal zonder uitzondering, dan verdwijnt het hele probleem als sneeuw voor de zon. Een mooi voorbeeld biedt het gedrag van Ismail Ilgun, de hoodvlogger uit Poelenburg. Hij brak in bij een interview dat het hem vijandig gezinde raadslid Juliëtte Rot net stond te geven aan een programmamaker van RTV Noord-Holland. Dat maakt een inbreuk op beider vrijheid. Hij had moeten wachten tot hij aan de beurt was. Daarna bepaalt Juliëtte Rot of zij hem te woord staat of niet. Als de imam op zondag de sharia wil preken of staande houden dat Recep Erdogan het grootste geschenk van God aan de mensheid is, laat hem rustig zijn gang gaan. Zodra de moskeegemeenschap sharia daadwerkelijk wil toepassen op wie daar niet van gediend is, volgt scherpe tegenactie van de overheid. Iedereen heeft recht op bescherming tegen groepsdruk. Het is aan de overheid om op te treden als iemand zich daadwerkelijk schuldig maakt aan het inperken van de vrijheid van zijn medeburger(s).
Als Geert Wilders wil oproepen tot het sluiten van alle moskeeën is dat zijn goed recht. Pas als hij met zijn aanhang moskeegangers lastig valt, overtreedt hij de basisregels van de democratie. Geen mens mag je verhinderen tegen Zwarte Piet te demonstreren maar het verstoren van de intocht of het onthullen van het geheim tijdens die intocht gaat te ver. Omgekeerd mag niemand een demonstratie tegen Zwarte Piet verbieden. Net zo min als een optocht door de stad met Turkse vlaggen maar het lastig vallen van andersdenkenden hoort strafbaar te zijn. Hoe werkt dat? Je spoort de daders op en brengt ze voor de rechter. De daders. Niet anderen. Wilders actie tegen de moskeegangers leidt tot bestraffing van wie daarbij betrokken was, niet tot verbod van zijn partij.
Au fond is dit de uitwerking van het oud Nederlandse gezegde: “Wat gij niet wilt dat U geschiedt, doe dat dan ook een ander niet”.