© cc-foto: caribb
Streamingplatforms als Netflix, Disney + en Amazon Prime verdienen in ons land een hele dikke boterham met buitenlandse films, series en documentaires. De Tweede Kamer debatteert woensdag over een voorstel om hen óók in Nederlandse content te laten investeren. Maar om dát mogelijk te maken moeten politieke partijen niet kiezen voor buitenlandse aandeelhouders, maar voor Nederlandse makers, betoogt Tweede Kamerlid Lisa Westerveld (GroenLinks)
Nederlandse films, series en documentaires zijn van cruciaal maatschappelijk belang. Verhalen van eigen bodem geven nieuwe inzichten over onszelf, onze geschiedenis en over maatschappelijke problemen. Het draagt bij aan ons inlevingsvermogen in een ander. Dat is hoognodig in deze complexe en hyper-geïndividualiseerde samenleving. Maar de Nederlandse culturele en creatieve sector staat onder grote druk vanwege buitenlandse streamingplatforms. Steeds meer mensen verkiezen een avondje Netflixen boven een bioscoopbezoek of een Nederlandse tv-serie. Volgens de overheid verdienen streamingplatforms jaarlijks bijna 700 miljoen euro aan Nederlandse abonnementeninkomsten.
Tot op de dag van vandaag investeren deze streamingplatforms nauwelijks in content van Nederlandse makelij. Zij maken vooral Amerikaanse content en verspreiden deze wereldwijd onder hun abonnees, want dat is voordeliger. Daarom hanteren de meeste Europese landen – en ook veel landen buiten de Europese Unie – een plicht voor streamingplatforms om te investeren in films, series en documentaires van eigen bodem. Aandeelhouders van deze grote streamingplatforms ontvangen daardoor ietsje minder dividend op hun aandelen, maar de samenleving heeft daar als geheel baat bij.
Het is verbazingwekkend dat Nederland nog géén investeringsverplichting hanteert. Als één van de weinige Europese landen hebben wij geen beschermingsmaatregelen voor de eigen sector. Na lang aandringen van de Raad voor Cultuur, GroenLinks en de PvdA, voelde het kabinet zich genoodzaakt hier alsnog werk van te maken. Morgen bespreken we deze wet in de Tweede Kamer.
Eind goed, al goed? Helaas niet. Het proces rondom de kabinetsplannen heeft iets weg van ‘The Titanic’. D66-staatssecretaris Gunay Uslu (Cultuur en Media) wilde platforms verplichten tenminste 6% van hun Nederlandse omzet te investeren in Nederlandse content. Een prima eerste koers. Maar uit ambtelijke stukken die wij inzagen, blijkt dat VVD-minister Micky Adriaansens (Economische Zaken) dit voorstel heeft geblokkeerd. De koers werd verlegd: het percentage ging fors omlaag en de randvoorwaarden werden drastisch versoepeld. Allemaal om buitenlandse bedrijven en aandeelhouders te dienen. Het oorspronkelijke voorstel zou namelijk "te groot ingrijpen in de markt”, aldus Adriaansens.
Het gebrek aan besef bij de VVD dat buitenlandse streamingplatforms onze culturele en creatieve sector uithollen, is tergend. Zij hebben geen idee dat honderden getalenteerde Nederlandse makers staan te popelen om mooie verhalen te maken van eigen bodem. De markt móét juist verstoord worden wil de overheid het tij keren. Grote buitenlandse bedrijven pakken immers niet uit zichzelf de verantwoordelijkheid op om in Nederlandse films, series en documentaires te investeren. Jarenlang hebben zij daartoe de kans gehad zonder noemenswaardig resultaat. Landen als Frankrijk en Italië hanteren inmiddels een investeringsverplichting met een percentage vier keer zo hoog als het huidige kabinetsvoorstel. Zij zijn niet naïef.
Daarom roepen wij de Tweede Kamer op om niet te kiezen voor de aandeelhouders van Amazon, Disney en Netflix. Kies voor onze eigen makers, niet voor het belang van multinationals. Om het oorspronkelijke voorstel rondom een investeringsverplichting in ere te herstellen heeft GroenLinks verschillende voorstellen ingediend. Daarmee kunnen wij een schipbreuk met de culturele en creatieve sector afwenden. Het is slechts een kwestie van kiezen.
cc-foto: caribb