In Aboutalebs gedragingen komt het hele emotionele kleurenpalet terug waar onze tijd om vraagt. Enerzijds aimabel en kwetsbaar, anderzijds een straight shooter, direct en confronterend
Aan voorstellen voor reddingsoperaties van de PvdA is er, sinds de partij op de sofa ligt voor een grondige ‘soul searching’, geen gebrek. Denk aan Plasterks ‘opgaan in GroenLinks’ of Oudkerks ‘de achterban met integratieproblemen écht serieus nemen’. Of neem de oproep tot radicale partijvernieuwing tot aan de meest extreme maatregel, te weten de ‘opheffing van de partij’.
Deze voorstellen missen echter hét cruciale punt. Het is niet zozeer de politieke visie of de organisatiestructuur die de sleutels zijn tot het-er-weer-toe-doen. De echte verlossing voor de PvdA ligt in de aansluiting vinden bij onze tijdgeest, een tijdgeest waar feiten en cijfers tweederangsburgers zijn geworden en het gevoel regeert. We leven namelijk in een zogenoemde emocratie of spektakelmaatschappij. Dat is een samenlevingsvorm waarbij het kiezersvolk ontvankelijk is voor pathos, een communicatievorm waarin retoriek, aansprekende verhalen en beelden de hoofdrol spelen. Aboutaleb, de domineeszoon naar oriëntaalse snit, is in het bezit van de juiste competenties om het kiezersvolk in vervoering te brengen, in lijn met de tijdsgeest.
Dit talent is terug te voeren op zijn roots in een klein rotsachtig dorpje in het Rifgebergte. Als zoon van een imam droomde hij hier als kind weg bij mooie melodische zinnen van Arabische poëzie of meeslepende hoorspelen die uit de radio opklonken. Al vroeg was hij in de ban van zingevende Arabische poëzie (later heeft hij zelfs de Syrische dichter Adonis vertaald). Gedichten spelen, volgens hem, met emoties en beelden om ons te overtuigen. Aboutaleb streeft naar een ‘poëtisering van de maatschappij’, geïnspireerd door de Arabische wereld waarin dichters naast hun ‘woordkunstenarij’ ook politieke invloed hebben. Jaren later, in 2015, beschrijft hij in zijn meeslepende essay ‘Droom en daad’ hoe taal voor hem een middel is om anderen te ontmoeten en te bewegen. Aboutaleb heeft niet alleen de narratief-retorische wortels om een voorname rol te spelen in onze emocratie, hij is zich bovendien ten volle bewust van de noodzaak van het gebruik van retoriek in de huidige politieke arena.
In Aboutalebs gedragingen komt tevens het hele emotionele kleurenpalet terug waar onze tijd om vraagt. Enerzijds aimabel en kwetsbaar, anderzijds een straight shooter , direct en confronterend.
Daar komt nog een zelden onderkend punt bij. Het ethos van Aboutaleb sluit namelijk perfect aan bij de Nederlandse traditie van de politicus als dominee. Nederlandse kiezers zijn, in weerwil van wat de communis opinio ons wil doen geloven, wel degelijk gevoelig voor het ‘opgeheven vingertje’ van aimabele predikanten, denk aan Gert-Jan Segers of Kees van der Staaij. Drie seculiere gedaanten van het opgeheven vingertje, Erasmus, Johan Cruijff en Willem Drees, stonden in 2004 in de Top 10 van grootste Nederlanders. De dominee naar Oriëntaalse snit heeft de potentie om zich in dit rijtje te voegen.
Met ‘zachte kracht’ kan de profeet uit Beni Sidel het electoraat naar zijn poëtische hand zetten. Daarin ligt de ware verlossing voor de PvdA, een verlossing die in tegenstelling tot grondige ‘soul searching’, op korte termijn vruchten kan afwerpen.