Zere ogen krijg je ervan. Wat heb je aan vieren als je niet vooruitkomt in dit leven?
Rustig gewacht met tikken tot die hele dyugu-dyugu rondom die columniste van het NRC en wat ze neerpende over dat beeld van het Meisje bij het Centraal Station van Rotterdam was geluwd. Ik noem de naam van de columniste niet. Bewust niet. Een oude koe uit een erg vieze gotro (sloot). Geprivilegieerde types die geen flauw benul hebben van het leven van een zwarte jonge meid uit Rotterdam. Ergens te solliciteren met je donkere kleurtje en horen dat jij het niet bent geworden, terwijl je past in het geschetste profiel. Of horen dat je niet in aanmerking komt voor die prestigieuze beurs. Waarom? Ze vertellen je niet dat als je Beyoncé heet in plaats van Brechje, je al in de eerste ronde afvalt. Je past niet in het team, beste Rotterdamse Meid.
"Natuurlijk pakken wij discriminatie aan", zegt de premier steevast als er vragen gesteld worden. Politiek correct zijn was nog nooit zo all the rage.
Ik moest lachen toen ik Kathleen Ferrier afgelopen dinsdag in het 8 uurjournaal bezorgd hoorde zeggen dat niemand een touw aan al die feesten en partijen rondom Keti-Koti kan vastknopen. Eindelijk iemand die zei wat er in de Surinaams-Nederlandse wandelgangen al tijden wordt geroepen. Dat er á la dol wordt gespendeerd. En dat is niet van gisteren of eergisteren. Najib Amhali's uitspraak "soepsidie voor die hoer", is altijd relevant geweest als het om subsidie voor "allochtonen" zelforganisaties en vage stichtingen gaat en ging. Politieke correctheid of de onderzoeksjournalistiek heeft of geen inzicht in zaken of geen interesse.
Al dat vele geld om de afschaffing van de Slavernij te vieren. Alsof het Feest der Emancipatie nog nooit eerder gevierd werd. 1 juli in Suriname met Naks Kawinaband of Jong Kosje. Haren vlechten. R. Dobru met zijn Wan Bon! Een Natie! Dat waren nog eens tijden.
Alle mensen die nu bezig zijn met "vieren". Wat weten zij over het Afro-Caribische zelfbewustzijn? Dat dat zo anders is dan de Black American. Eenrichtingsverkeer want de zwarte Amerikanen dicteren het narratief en schrijven voor. Er wordt geblack-washed en herschreven. Netflix en die documentaire over Cleopatra. Onderzoek en kennisvergaring tellen niet. Editing van feiten zodat ze in een bepaald straatje passen. Silencing. Je eigen geschiedenis maar half kennen of helemaal niet snappen, maar wel honderduit je mening verkondigen over die geschiedenis voor een groep gretige witte mensen. Poen. Poen. Poen. Poen.
Niets weten over die vreselijke Bijlmer-expres. Die grote Jumbo van de KLM die in de jaren 70, drie keer per week honderden mensen afzette op de D-Pier. Niet weten waarom je moeder in 1969 naar Nederland vertrok en je achterliet bij je oma. Nooit geluisterd naar je vader, hoe hij opgehitst werd om te kiezen voor populisten en tegen de mensen die streden voor onafhankelijkheid en zelfbeschikkingsrecht. Het rode gevaar. Zo werden ze genoemd. En nu, oh, ironie, is grootste communist van Suriname het ultieme boegbeeld van het zwarte zelfbewustzijn. Het kan verkeren, nietwaar?
Ter lering: De herwaardering van het eigene begon in zowel de west, Suriname, Curaçao, Aruba als in de Oost, Indonesië, lang voordat de hedendaagse proponenten die elk forum (ge)(mis)bruiken om hun persoonlijke ervaringen over hun slaaf gemaakte families te delen, er zelfs maar van droomden om geboren te worden. In Indonesië begon de zelfbewustwording van de gewone Indonesiër ergens begin jaren 20, gewoon tijdens het vrijdaggebed in de madrassa. Het was de overwinning van de Japanners op de Russen in 1905 die het Aziatische nationalisme beïnvloed heeft en het antiwesterse ressentiment aanwakkerde.
In de west verliep het zelfbewustzijnsproces ietsjes anders: Op Curaçao bijvoorbeeld was het vooral cultureel. Het Papiamento werd omarmd en diverse culturele verenigingen werden opgericht. Nog verder in de twintigste eeuw, 1960 en daarna: nationalisten als Don Martina, Richard Hooi en Diana Lebacs die zich sterk maakten voor de eigen taal en cultuur. In Suriname, dertig jaar voordat Anton de Kom zich gebogen had over de "vrijheid van de Surinamers en hun empowerment”, schreef Carl P. Rier over Adolf Gravenberg, een slaaf geboren in 1855 die zichzelf vrijkocht en daarna medicijnen ging studeren. Hida van Neck Yoder schrijft in 1980 dat Rier een van de eerste Surinaamse schrijvers was die schreef dat Surinamers trots moesten zijn op hun Afrikaanse roots. De bijdrage van Rier aan het maatschappelijke, religieuze en culturele zelfbewustzijn van de Surinamer wordt nooit genoemd, omdat zijn werk te veel gegrond is in het Surinaamse. Het werk van Anton de Kom daarentegen is Eurocentrisch. Hij zoekt oplossingen voor het zelfbewustzijn in het communisme van Marx, Engels en vooral van Lenin en Stalin. De witte Nederlander omarmt het boek vanwege de scherpe veroordeling van het Nederlandse imperialisme en de uitbuiting. De Kom verschoont de witte mens. "Blanke mensen zijn niet allemaal slecht. Er zijn ook goede mensen zijn Surinamers helpen". Een weldadige massage van het zo veel geplaagde witte geweten.
Ondertussen in Suriname: twee P'tatas (namen en rugnummers zijn bekend) leven nog steeds in het verleden. Samen met allerlei lieden uit de inner cirkel van de president verkochten ze meer dan 220-duizend hectare oerbos aan een groep Mennonieten. Het zaakje stinkt no moer.
De president van Suriname werkt graag met witte mensen. Net als de vorige president. Steeds weer allerlei vage Pirates of the Caribbean-types met een strafblad. Over de ruggen van de armen puissant rijk worden. De Surinamers op de socials - in en buiten Suriname - vragen aan elkaar wie deze Mennonieten zijn en waarom willen ze juist midden in het oerwoud van Suriname gaan wonen?
Via WhatsApp worden diverse foto's rondgepompt. Witte mannen in ouderwetste kleding die aan tafel zitten met de P'tatas. Een zwarte man van wie wordt aangenomen dat het een Surinamer is. De Groene Amsterdammer publiceerde op 21 juni een stukje over Mennonieten die ruimte zoeken in Suriname. De rol van de Nederlanders in die deal wordt niet vermeld. Net zoals het feit dat het oerwoud door de komst van de Mennonieten onherstelbaar wordt beschadigd. Zijn ze dan niet op de hoogte of wil de redactie niet melden dat deze deal door twee Nederlanders met een discutabel verleden tot stand kwam?
Voor een goed ingevoerde journalist is dit een klusje van een paar seconden dacht ik zo.
Terug naar de Keti-Koti. Het verbreken van de ketenen. Waarachtig vrij zijn. Dat is toch wat de voorvechters roepen. Iedere dag trakteren het NRC en de Volkskrant de lezer op allerlei exotische verhalen over mensen die hun voorouders zochten en vonden. Keti-Koti moet een nationale Nederlandse feestdag worden is een andere mening die om de paar dagen in de kranten verschijnt. Ik zeg. Neen. Dank je de Koekkoek. De valse symboolpolitiek. Zere ogen krijg je ervan. Wat heb je aan vieren als je niet vooruitkomt in dit leven? Wat heb je aan vieren als je economische positie niet verbetert? Wat heb je aan vieren als het beschikbare geld terecht komt in handen van allerlei charlatans en Non-valeurs?
Het is makkelijk om allerlei podcasts te financieren over zwarte Nederlanders die hun tot slaafgemaakte voorouders leren kennen.
Victoria Koorland. Zo heette mijn bet-bet-bet-overgrootmoeder. Geboren in 1861. De rest van de voorouders had zich voor 1863 vrijgekocht. Machtig mooie informatie. En nu terug naar het heden, om te praten over al dat geld dat beschikbaar komt. Het is toch niet om te verjubbelen? En te verkwanselen? Het is toch om de mensen dat steuntje in de rug te geven om zich te verheffen? Of is het bedoeld om een klein elitegroepje dat elkaar steeds allerlei leuks gunt nog rijker te maken? Friends en Family die allemaal halve waarheden en een op los zand gebaseerd narratief aan de goedgelovige meute oplepelen. Er komt een Anton de Kom-leerstoel. Om wat te onderzoeken? Zijn tijd in Suriname? Amper een maand en toen zat meneer De Kom weer op de boot terug naar Nederland. Het accent op meneer De Kom leggen, betekent dat de kwestie rondom Louis Doedel en Otto Huiswout en Hugo van Vliet, drie vakbondsleiders die ten onrechte werden opgesloten, mogelijk nooit wordt onderzocht. Of de vieze rol van Gouverneur Kielstra, die de diverse bevolkingsgroepen tegen elkaar uitspeelde.
Maar het belangrijkste is de periode van het Staatstoezicht. En daarna. Een cruciale historische periode, want toen werd het racisme dat we vandaag kennen geboren. Vooroordelen over de luiheid van de zwarte mens. De vermeende brutaliteit en de respectloosheid naar zwarte vrouwen toe. En de lichtzinnige zwarte man die overal kinderen verwekt. De vervelende rol van de kerken en hun bijdrage aan de vernederlandsing en het verbieden van de Afrikaanse cultuur op straffe van.....
Anton de Kom spreekt op zelfde denigrerende wijze over de zwarte mens als de “Blanke mensen” van toen. Hij laakt hun gebrek aan zelfbewustzijn en hun gebrek aan nationalisme. Hij negeert de effecten van de slavernij en het negatieve beleid inzake de koloniën. Er is geen geld om werkgelegenheid te scheppen. Geen geld om huizen te bouwen. Hij ziet het communisme als enige oplossing om onder het juk van het kolonialisme vandaan te komen. In 1975 gebruikt Pim de la Parra de woorden van De Kom als rode draad voor zijn film Wan Pipel. ”Het Surinaamse volk heeft een minderwaardigheidscomplex. Ze zal pas tot wasdom komen als ze Suriname omtoveren tot een communistische heilstaat." Kennelijk zag men de strafkampen in Siberië als een te verwaarlozen detail. Plaats die zienswijze in het licht van de recente gebeurtenissen in Oekraïne en vraag dan weer waarom er niet meer ruimte is voor een dergelijke discussie en debat? Of is er alleen maar ruimte voor heldenverering? En ruimte voor het cancelen van mensen die een tegengeluid laten horen. Bek dicht.
En ondertussen blijven de zwarte mensen om wie dit allemaal gaat lekker op hun ondergeschoven plekjes zitten. De poortwachters, wit en zwart, houden ijverig toezicht Want daar in de top moet het rein en wit blijven.