Het is moeilijk om in dit Kerstseizoen iets op te schrijven. Het leed in Gaza is bijna onzegbaar. De oorlog is een honger- en ziekteoorlog geworden. Er zijn mensen die in de kleine strook zeven keer moeten vluchten. Je houdt er een gevoel van verdoving over. Veel mensen op de Westoever en in Bethlehem hebben concentratieproblemen.
Voor oudere Palestijnen op de Westoever die er ooit nog naar toe konden, heeft Gaza nog allerlei associaties en herinneringen. Ikzelf haal herinneringen op van de tijd dat ik les gaf op een vrouweninstituut in de jaren negentig. De jonge vrouwen waren vol verwachting en net zo geïnteresseerd om Engels te leren als om zich te bekwamen in beeldvormingskwesties, het onderwerp van de workshops. Het hotel waar ik verbleef was deel van het gegoede Zeitoun-district dat nu verwoest is. Op bezoek bij iemand thuis herinner ik me hoe boos de huisvrouw was die zag dat ik zand op mijn schoenen naar binnen bracht.
Wat me op de Westoever nu vooral treft, zijn de vele verhalen van vernederingen door Israëlische soldaten en kolonisten. Alsof ze voelen dat door 7 oktober de hiërarchische verhoudingen zijn verstoord en dat die weer moeten worden hersteld. Een student die zuchtte in Jeruzalem dat ze weer opnieuw werd aangehouden werd als straf haar ID onthouden. Een grote groep busreizigers werd een uur bij een checkpoint opgehouden omdat iemand waagde te lachen. Het meest bekend is dat soldaten voortdurend vragen naar mobieltjes om te zien of iemand op sociale media verkeerde likes e.d. heeft staan. Ook dan volgt straf, lijfelijk of anderszins een vernedering. Afgelopen week zongen soldaten een Hanukkah-lied uit de luidsprekers van een moskee in het noorden van de Westoever.
Ik bespreek het met een taxichauffeur. Hij zegt dat er veel van dat soort verhalen rondgaan. Hij beschouwt het als een teken van Israëlische zwakte. “Kijk, ze hadden de Arabische wereld aan hun voeten, nu haat iedereen ze.”
Hij is blij niet uit Bethlehem te hoeven gaan. Overdag is het nog net mogelijk om van de ene stad naar de andere stad te reizen op de Westoever, maar ‘s avonds bij het donker worden is het veel te gevaarlijk. Al het hoger onderwijs is nog steeds online. Veel mensen weigeren van stad tot stad te reizen. De regels voor Palestijnen uit Oost-Jeruzalem om naar Bethlehem en terug te gaan, zijn onduidelijk. Gisteren was het een uur of vier overdag mogelijk om met gele nummerborden Bethlehem binnen te gaan, zegt de chauffeur. “Maar morgen weet ik het niet.” Die onvoorspelbaarheid in het verkeer herinner ik me van de tweede Intifada.
Meer dan 50% van de huizen van Gaza is verwoest. Hier in Bethlehem heeft de Lutherse kerk een kribbe gemaakt met kindje Jezus te midden van een verwoest huis. “Als Jezus nu geboren zou zijn, dan was dat in Gaza”. Alle Kerstvieringen en -verlichtingen in Bethlehem e.d. zijn afgelast. Maandag is er geen stakingsdag zoals afgelopen week, maar een dag van boycot van Israëlische winkelproducten.