© cc-foto: Sergei Gussev
Wij kunnen onze weg naar een schoner klimaat niet plaveien met houtverbranding. Daarbij is het niet de rol van de overheid om koste wat kost multinationals te ondersteunen
Door: Fenna Swart, Maarten Visschers en Johan Vollenbroek
Twee weken geleden verstuurden wij namens 65 bewoners, natuur- en bosorganisaties uit binnen- en buitenland en ruim 22.000 Nederlanders, een brandbrief naar minister Eric Wiebes over de noodzaak om het afbouwpad voor biomassasubsidies in gang te zetten. In deze brief stelden wij onder meer dat ‘Nederlandse stimuleringssubsidies grote misstanden in het buitenland veroorzaken’. Graanul Invest, de grootste houtpelletproducent van Europa, reageerde afgelopen week op deze berichtgeving middels brieven naar de pers en ondergetekenden van de brief. Ook sprak Kirjanen, CEO van deze multinational, zich negatief uit over de brandbrief in een landelijk Ests radio-interview.
Uit zowel dit interview als de brieven, blijkt de verbolgenheid van Graanul over de uitspraken in de brandbrief met betrekking tot corruptie en worden de ondertekenaars beschuldigd van leugens. En hoewel wij niemand specifiek beschuldigden in onze brandbrief voelen wij ons genoodzaakt, door de reactie en beschuldiging van Graanul ‘leugenaars’ te zijn, onze uitspraken over misstanden te onderbouwen met enkele feiten.
Geen leugens maar feiten over misstanden veroorzaakt door biomassa in Estland Uiteraard begrijpen wij dat de brandbrief en ons verzoek aan de minister om de subsidies voor biomassaverbranding af te bouwen, reden is voor zorg in de biomassa-industrie. Immers zonder deze overheidssubsidies zal het snel gedaan zijn met de honger naar hout door onze Nederlandse energiebedrijven. Zoals wij ons ook realiseren dat uitvoering van de oproep grote gevolgen zal hebben voor de huidige Parijs-klimaatdoelstellingen omdat het dwingt om de afspraak, dat biomassa geen CO2 uitstoot heeft, te heroverwegen en aan te passen.
Graanul reageert op de brandbrief in het radio-interview als volgt:
"Liegen over de huidige situatie in de buitenlandse media is iets dat het steeds moeilijker maakt om met mensen aan tafel te zitten. We hadden vorig jaar een omzet van vijfentwintig miljoen euro vanuit Nederland. In Nederland moet het aandeel hernieuwbare energie in 2030 verdrievoudigen."
Maar illegale kaalkap en het kappen van oerbossen voor Nederlandse biomassa is geen ‘fake-nieuws’ zoals ook minister Wiebes al enige tijd beweert ter verdediging van de besteding van de (SDE) miljarden stimuleringsgelden. In Estland bedraagt de afname van het areaal oerbossen in de laatste decennium maar liefst 14% als gevolg van de intensieve houtkap. Geschat wordt dat er in Estland 46.700 hectare aan oerbossen verspreid is in het boslandschap. Niettemin is het areaal aan oerbossen het afgelopen decennium met 14% afgenomen. De vliegende eekhoorn, auerhoen, zwarte ooievaar en honderden mossen, schimmels en korstmos soorten worden in hun voortbestaan bedreigd. Oerbossen herbergen deze soorten die niet kunnen overleven in actief beheerd boslandschap. De intensiteit van de boskap is in Estland, in de afgelopen 10 jaar maar liefst met een factor 3 toegenomen. Jaarlijks wordt nu 1.5% van het totale bosareaal gekapt (6.3 miljoen ton hout in 2018).
Deze intensivering van de boskap wordt aangejaagd door de biomassasubsidies in o.a. Nederland. De boskap vindt plaats door systematische industriële kaalkap. Met de verdwijning van het bosareaal en het kappen in het broedseizoen vindt er een zeer forse afname van het aantal bosvogels plaats. Geschat wordt dat elk jaar ongeveer 55.000 vogelparen verloren gaan in de Estse bossen. Onder andere beschermde vogelsoorten nemen in aantal drastisch af. De hazelhoen met 80% in afgelopen 13 jaar en de zwarte ooievaar met 79% in 30 jaar in Letland.
Kaalkap vindt ook plaats in beschermde Natura 2000-gebieden In Letland werden de habitats aanvankelijk in kaart gebracht, maar later verwijderd uit de database van Staatsbosbeheer, waarbij de bescherming of het oogsten ervan werd overgelaten aan de beheerder van de staatsbossen van Letland. Ook zijn er in de afgelopen 10 jaar houtkapvergunningen afgegeven voor ruim 80.000 hectare binnen Natura 2000-gebieden. Dit komt neer op ruim 20% van het totale oppervlakte van Natura 2000-netwerk. De verplichte passende beoordeling van de houtkap in het Natura 2000-netwerk ontbreekt. Veel beperkingen op het kappen van bossen in beschermde Natura 2000 zijn in de afgelopen vijf jaar verlicht. Zo is kaalkap nu bijvoorbeeld toegestaan in veel Natura 2000-boshabitats die volgens de Habitatrichtlijn moeten worden beschermd. Geen van de veelgebruikte certificaten in Estland of Letland bieden voldoende bescherming tegen biodiversiteitsverlies in verband met de intensiteit van de houtkap, waaraan de handel in biomassa bijdraagt.
Bossen verbranden draagt bij aan economische voorspoed voor enkelen Toch denken wij dat deze aanpassingen in zowel het Nederlands subsidiebeleid als in het Parijsakkoord de enige weg voorwaarts is, in licht van de urgentie van de opwarming van de aarde, de zorg voor de wereldwijde biodiversiteit en de gezondheid van onze bevolking. Subsidiegelden dienen volgens ons vooral worden geïnvesteerd in het isoleren van huizen en echte duurzame energie en niet in een boekhoudkundige truc, die op papier een probleem oplost maar in werkelijkheid de situatie oneindig veel slechter maakt. Wij kunnen onze weg naar een schoner klimaat niet plaveien met houtverbranding. Daarbij is het niet de rol van de overheid om koste wat kost multinationals te ondersteunen. Het is de rol van de overheid om namens ons allen te reguleren. Om deze reden voert de Kamer donderdag het notagesprek met de minister over Klimaat en Energie. Bossen verbranden draagt bij aan economische voorspoed voor enkelen maar verslechtert de gezondheid en het welzijn voor de rest van ons en de planeet. Bedrijven moeten hiermee in het reine komen of anders zichzelf opheffen. We wensen zowel Graanul Invest als de Kamer veel wijsheid toe.
Dr. Fenna Swart, vz Comité Schone LuchtDrs. Maarten Visschers, LeefmilieuDrs. Johan Vollenbroek, vz Mobilisation fort he Environment