We mogen het er van de heren van de Van Mierlo Stichting in dit debat niet over hebben, maar er hangt daarmee wel degelijk een fiks prijskaartje voor de gehele maatschappij aan ons eet- en drinkgedrag
“Einde sigarenkistje toont groei van ‘preventiestaat’”, schreven Boomsma en Van Vliet, medewerkers van de Van Mierlo Stichting, op 7 augustus jl. in de Volkskrant. Als D66-raadslid voor onder andere volksgezondheid in de stad Utrecht, vind ik het belangrijk een tegengeluid te laten horen. Het verkiezingsprogramma van D66 uit 2017 heet “Kansen voor iedereen”. Investeer in mensen en geef ze daarmee de mogelijkheid om de beste versie van zichzelf te worden, is de gedachte daarachter. Een goede gezondheid is een van de basisvoorwaarden om de kansen in het leven ook te kunnen pakken. Juist daarom juich ik het toe dat dit kabinet met daarin D66 werk maakt van preventie.
Toen mijn ouders klein waren, was het doodnormaal dat de leraar met een sigaret of pijp voor de klas stond. Dat zou nu ondenkbaar zijn. Toen ik zelf opgroeide, zaten er asbakken in de trein voor rokers en stonden de kroegen waar ik kwam blauw van de rook. Ook dat zou nu ondenkbaar zijn. Tijden veranderen en onze inzichten ook. Waar we zo’n 50 jaar geleden nog dachten dat roken weinig schade bracht, weten we nu dat het leidt tot ernstige aandoeningen en ziektes. Jaarlijks overlijden 20.000 (!) Nederlanders als gevolg van roken; 86% van de gevallen van longkanker wordt erdoor veroorzaakt. En het aantal ziektegevallen is nog veel hoger als je de effecten van het ongewenst meeroken daarbij optelt.
Bij wat Boomsma en Van Vliet zien als ‘vrijheid’ zet ik een vraagteken. Want hoe vrij is een – op termijn dodelijke – verslaving precies? Hoeveel rokers willen er wel stoppen maar lukt het niet, simpelweg omdat het té verslavend is om de sigaret te kunnen laten liggen? De invloed van de tabakslobby is zeer groot en ik vind het goed te verdedigen dat we onze publieke macht – in de vorm van de politiek – gebruiken om hiertegen een vuist te maken. Ook omdat dit aansluit bij de groeiende maatschappelijke beweging die werk maakt van een Rookvrije Generatie en wil voorkomen dat kinderen verslaafd raken aan tabak.
Het door Boomsma en Van Vliet aangehaalde Preventieakkoord gaat naast roken ook over het tegengaan van overgewicht en obesitas, en het aanpakken van problematisch alcoholgebruik. De auteurs missen het ‘waarom’ van het akkoord. Wel nu: we eten en drinken ons steeds verder de problemen in. Wat we consumeren is over het algemeen te vet, te zout en te zoet. Met als gevolg dat de helft van de bevolking boven de 20 jaar te zwaar is, en overgewicht en obesitas (na roken) oorzaak nummer twee van ziektes in Nederland is.
We mogen het er van de heren van de Van Mierlo Stichting in dit debat niet over hebben, maar er hangt daarmee wel degelijk een fiks prijskaartje voor de gehele maatschappij aan ons eet- en drinkgedrag. Vanuit gezondheids- én financieel perspectief vind ik het gerechtvaardigd dat we onze publieke macht ook hier gebruiken om het tij te keren.
Voorlichting is daarbij niet genoeg. Het betekent gezonde keuzes actief stimuleren en waar nodig ook harde maatregelen durven nemen. Helaas laat het Preventieakkoord het hier op punten juist liggen. Een gemiste kans is het invoeren van een suikertax. Een maatregel die in het Verenigd Koninkrijk al heeft gezorgd voor een forse vermindering van het gebruik van suiker in bijvoorbeeld frisdranken.
Voorkomen is echt beter (en ja, ook goedkoper) dan genezen. Voor díe vrijheid van een gezonde toekomst vol kansen zet ik me in. De D66-fractie in de Tweede Kamer vindt mij dan ook aan haar zijde om er bij het preventiedebat na de zomer juist nog een schepje bovenop te doen. Voer die suikertax maar in!