Zelfstandig opererende creatieven dreigen op grote schaal slachtoffer te worden van de coronacrisis. Het kabinet trok eerder weliswaar 300 miljoen uit voor de culturele sector maar dat geld is voornamelijk bestemd om de bestaande instellingen overeind te houden. Het theater wordt gered, de theatermakers niet dus wat heb je straks nog aan dat gebouw, luidde onder meer de kritiek.
Op Joop publiceerde kunstenaarsvereniging Arti et Amicitiae een brandbrief :
"Ook kunstenaars zijn onmisbaar voor economisch herstel. Daarvoor moet een passend antwoord worden gevonden. Het economische belang is niet alleen zichtbaar in cijfers. Het belangrijkste ingrediënt voor herstel is dat we geestelijk gezond en gevoed blijven, nu meer dan ooit. Wanneer het culturele leven omvalt (te beginnen bij de onafhankelijke maker) zullen we tijdens en na deze pandemie, diep in de recessie, de veerkracht missen om het hoofd te bieden aan demotivatie, depressie en banaliteit."
De Tweede Kamer nam donderdagavond vrijwel unaniem alle moties aan die het kabinet manen tot steun aan de creatieven. Zo was er de motie GroenLinks, SP, PvdA en D66 waarin gesteld wordt dat de coronacrisis diepe sporen trekt in de culturele en creatieve sector terwijl nu tegelijkertijd duidelijk wordt “hoezeer we kunst en cultuur nodig hebben voor troost, inspiratie en afleiding”. De indieners maken duidelijk “dat veel creatieve makers achter het net vissen bij de generieke steunmaatregelen van het kabinet, omdat ze (net) niet aan de voorwaarden voldoen” en roepen, mede naar aanleiding van de online petitie, de regering op om “alles in het werk te stellen om creatieve makers in de culturele sector, zowel voor als achter de schermen, inclusief zzp’ers en freelancers, door deze crisis heen te helpen”. Alleen Geert Wilders en zijn fractie stemden tegen hulp voor de Nederlandse culturele sector.