Het demissionaire kabinet heeft zich maandenlang doof gehouden voor hulpverzoeken van de ambassade in Kabul. De ambassadeur en lokale medewerkers drongen er bij Den Haag al in het voorjaar van 2020 op aan om voorbereidingen te treffen voor een mogelijke evacuatie, schrijft de Volkskrant.
"Desondanks namen minister Kaag (Buitenlandse Zaken), Bijleveld (Defensie) en staatssecretaris Broekers-Knol (Asielzaken) tot twee dagen voor de val van Kabul geen besluit over het moment waarop lokale medewerkers in veiligheid gebracht zouden worden en of alle inwonende afhankelijke familieleden met hen mee mochten reizen. Onder hen was personeel dat al twintig jaar voor Nederland werkte."
In het weekend dat de Taliban Kabul binnentrokken, ging Bijleveld naar de film en had Kaag een formatie-etentje. Broekers-Knol besloot pas op 11 augustus om Afghanen in Nederland niet meer uit te zetten. De Taliban waren op dat moment bezig met een razendsnelle opmars en hadden Kunduz al in handen.
Hoewel de Tweede Kamer al maanden aandrong op de evacuatie van Afghanen die Nederland hebben geholpen, bleef het demissionaire kabinet die beslissing voor zich uitschuiven. Al in juli bood Frankrijk aan om mensen mee te nemen uit Afghanistan, maar demissionaire kabinet deed daar niets mee.