Het extreemrechtse kabinet houdt de hand boven het hoofd van PVV-prutsminister Marjolein Faber (Vreemdelingenhaat). Ondanks dat een Kamermeerderheid inzage eiste in de notitie van de landsadvocaat over de poging een noodwet uit te roepen vanwege een gefabuleerde asielcrisis, weigert het kabinet dit. Ook coalitiepartij NSC wilde het document zien.
Al sinds de installatie van de nieuwe regering, een jaar geleden, zei Faber van plan te zijn de noodwet in te voeren. Niet omdat er werkelijk een asielcrisis is, maar omdat het volgens haar voelt alsof die er is. Volkomen kul dus. Het is dan ook niet verwonderlijk dat na maanden en maanden van doen alsof ze hard aan het werk was, de minister niet met “een dragende motivering” op de proppen kon komen om een noodwet te verantwoorden.
Uiteindelijk overlegde het kabinet met de landsadvocaat over een mogelijke toepassing van noodrecht voor het asielbeleid. Zowel premier Dick Schoof als Faber zelf hielden lange tijd vol dat er weliswaar bij de landsadvocaat om advies gevraagd was, maar dat het nooit tot een overleg was gekomen waarbij dat advies ook op papier was gezet. In november bleek dat dit een zoveelste glasharde leugen was. Er bestaan wel degelijke schriftelijke stukken. Een Kamermeerderheid, waaronder dus ook NSC, wilde dat de papieren met het parlement werden gedeeld.
Trouw schrijft:
“Dat gaan wij niet delen”, zei minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) vrijdag over het document. Ze herhaalde een eerder argument, dat het om een ‘niet voldragen conceptnotitie’ gaat, die bovendien nooit op haar bureau zou zijn beland. Bovendien wil ze de betrokken ambtenaren voor openbaarmaking beschermen, omdat zij anders nooit meer vrijuit kunnen spreken tijdens dergelijk informeel overleg.