Update 18.50 uur: Het AD meldt op basis van bronnen in Den Haag dat de poging van het demissionaire kabinet Shell steun te vinden voor het afschaffen van de dividendbelasting ‘jammerlijk mislukt’ is. Zowel bij coalitiepartner D66 als bij de linkse oppositietandem PvdA en GroenLinks is geen steun voor het plan.
Eerder: Na de bekendmaking dat belastingontwijker Shell Nederland verruilt voor het Verenigd Koninkrijk, probeert het demissionaire kabinet alsnog de dividendbelasting van tafel te krijgen. Demissionair minister Blok (VVD, Economische Zaken) en staatssecretaris Vijlbrief (D66, Financiën) zoeken daarvoor steun bij de Tweede Kamer. Met het afschaffen van de belasting hoopt het kabinet Shell over te halen niet naar Londen te verhuizen.
Volgens RTL Nieuws werd het demissionaire kabinet ‘overvallen’ door het besluit van Shell , dat maandagochtend het vertrek uit Nederland aankondigde. Blok zelf werd zondagavond pas op de hoogte gebracht. De beslissing leidt nu tot paniekvoetbal in vak K. De VVD wil de belasting al langer schrappen, terwijl het eigenlijk alleen Unilever en Shell zijn die er last van hebben. Daarover schrijft RTL :
"Beide multinationals staan met een been in Nederland en een been in het VK, waar geen dividendbelasting bestaat. Zij moesten zich in allerlei bochten wringen om ervoor te zorgen dat hun Britse aandeelhouders geen dividendbelasting voor de kiezen kregen, ten koste van een hoop flexibiliteit in de bedrijfsstructuur. Het afschaffen van de belasting zou vooral bedoeld zijn geweest om deze twee bedrijven over te halen om in Nederland te blijven."
Het huidige demissionaire kabinet had in het regeerakkoord ook al plannen opgenomen om de dividendbelasting af te schaffen, maar daar bleek onvoldoende steun voor. Het afschaffen van de belasting kost de schatkist 1,9 miljard euro.
Op Twitter legt GroenLinks-fractiemedewerker Luc Stultiens haarfijn uit waarom volgens zijn partij, en een groot deel van de oppositie, het afschaffen van de dividendbelasting een slecht idee is. Volgens Stultiens komen de kosten ervan ten eerste in de zakken terecht van buitenlandse overheden of aandeelhouders. Maar ten tweede, kwalijker, is dat de overheid daarmee zwicht voor ‘fiscale chantage’.