Het kabinet heeft nog geen enkel oorlogskind opgehaald uit vluchtelingenkind Mora op het Griekse eiland Lesbos, ondanks beloftes daartoe in september vorig jaar. Na een verwoestende brand in het kamp waardoor duizenden vluchtelingen opnieuw dakloos werden, zegde inmiddels demissionair staatssecretaris Ankie Broekers-Knol (VVD) toe honderd van ‘de meest kwetsbare slachtoffers’ naar Nederland te halen. De teller staat vooralsnog op nul.
Uit een verslag in NRC blijkt dat het kabinet, dat lange tijd helemaal geen kinderen wilden opvangen uit Moria, zich daarbij verschuilt achter een keur aan regeltjes. Zo is als voorwaarde gesteld dat de kinderen jongeren dan 14 jaar moeten zijn én in Nederland kans maken op een verblijfsvergunning. In Mora verblijven vooral kinderen uit Afghanistan, wat volgens de Nederlandse overheid een veilig terugkeergebied is. Ook zegt een woordvoerder van het ministerie van Justitie ‘helaas afhankelijk te zijn van de ontwikkelingen rond Covid-19 en beperkingen die in Nederland én in Griekenland gelden’.
Vlak voor kerst zijn er wel 49 van de 50 vluchtelingen aangekomen die in gezinsverband naar Nederland gehaald zouden worden. Zeker de helft hiervan komt niet uit het verwoeste Moria, maar verbleef op andere Griekse eilanden. Broekers-Knol zwakte in haar laatste Kamerbrief, daterend van 18 december, haar beloofde “vijftig kinderen” al af naar “de overige vijftig kwetsbaren”. Het ministerie beantwoordt vragen van de krant over de selectiecriteria niet.