Kabinet: ‘Blijf aangifte doen van discriminatie op sociale media’

Sociale media zijn voor veel mensen een welkome toevoeging aan het medialandschap. Maar vaak ook zijn de gebruikers van – met name – Twitter anderen een doorn in het oog. Ze zijn bijvoorbeeld ronduit racistisch, seksistisch of discriminerend. Het Openbaar Ministerie kan, zo bleek donderdag, niet alle aangiften hiervan behandelen. Daar is te weinig mankracht voor. Desondanks hoopt de politiek dat men gewoon aangifte blijft doen.

Bij een daling van serieuze behandeling van aangifte, daalt ook de aangiftebereidheid van gedupeerden. Daarom zou het mooi zijn als het OM er zaak van zou maken álle aangiften serieus te behandelen. Het kabinet roept op om altijd aangifte te blijven doen van discriminatie op sociale media.

Minister Van der Steur zegt dat ook die 25 procent die door het OM wel wordt onderzocht, zeer de moeite waard is. “En serieuze, ernstige zaken worden altijd met voorrang behandeld.” Vraag blijft: hoe weet het OM hoe serieus of ernstig een zaak is, als het de zaak in eerste instantie al niet onderzoekt? Uit het onderzoek van RTL blijkt namelijk dat van de gemiddeld 416 aangiften per jaar die er tussen 2005 en 2013 zijn gedaan wegens discriminatie, er maar 123 bij het OM terecht zijn gekomen.

Van der Steur belooft met het OM aan tafel te zullen gaan om te bekijken of er toch meer aangiften gedaan kunnen worden.

Tegelijkertijd roept minister Bussemaker iedereen op om discriminatie van “allochtone” jongeren die geen stageplek kunnen vinden te melden. Ze zegt het onacceptabel te vinden wanneer bedrijven leerlingen weigeren. Dat gebeurt bijvoorbeeld vanwege een Marokkaanse achternaam, of omdat een leerling een hoofddoek draagt. Deze jongeren moeten vaak veel meer moeite doen om een stageplek te kunnen vinden, dan hun witte mede-Nederlanders. Desondanks vechten ze de discriminatie vaak niet aan, maar gaan ze “gewoon” opzoek naar een andere leerplek. Bijvoorbeeld bij een werkgever met dezelfde etnische achtergrond.