Oud-burgemeester van Amsterdam Job Cohen biedt het bestuur van de universiteit Leiden een 'bijspijkercursus' aan naar aanleiding van het verwijderen van het schilderij waar zijn vader op staat van de muur van een vergaderkamer. Dolf Cohen was rector van de universiteit en overleefde de vervolging door de nazi's door onder te duiken. In een door universiteitskrant Mare gepubliceerde brief gaat hij samen met zijn broer Floris in op de verwijdering waarvoor de motieven onduidelijk zijn.
Wij hebben geen idee of dat werkelijk het geval is. De Telegraaf schrijft er over en op Twitter woedt er een heel debat over - maar ja, ook dat zegt vandaag de dag niet alles. Maar gesteld dat een en ander inderdaad op waarheid berust, dan begrijpt u dat wij uitermate nieuwsgierig zijn naar de redenen van deze verwijdering, want, voorzover wij kunnen overzien, geeft dit schilderij niet alleen een fraai inzicht in de toenmalige tijdgeest, maar heeft het op even fraaie wijze de geest gevangen waarmee de toenmalige Rector Magnificus zijn ambt in dat College vervulde.
Het schilderij is een nogal sombere weergave door Rein Dool van het universiteitsbestuur uit de jaren '70 en toont een gezelschap van oude, rokende mannen. Volgens de universiteit is er al vaker tegen het werk geprotesteerd omdat het groot is en de kleine vergaderruimte domineert.
Een serie tweets maakte de kwestie politiek. Eerst vroeg een promovenda Politicologie of een dergelijk schilderij nog wel op z'n plaats is aan de universiteit. Twee dagen later werd het schilderij verwijderd. Done! twitterde vice decaan Koen Caminda, tevens hoogleraar Empirische analyse van sociale en fiscale regelgeving, met een foto van het van de muur verwijderde werk. Hij reageerde daarmee op de tweet van de promovenda maar ontkende later dat het de aanleiding was voor de actie.
Ook decaan Joanne van der Leun ontkent dat de tweet aanleiding was, alhoewel ze daarop gereageerd had met een tweet die het tegenovergestelde suggereerde: "Immediate action was taken today @UniLeiden !!" Het College van Bestuur van Universiteit Leiden verklaarde achter "de spontane actie" te staan. Er volgde een explosie van verontwaardiging op sociale media.
Tweede Kamerlid Hatte van der Woude (VVD) kondigde maandag aan Kamervragen te stellen, meldt NRC, omdat het staat voor iets groters. „Waar stopt dit”, vroeg ze zich af. „Het is geen grondrecht om je niet gekwetst te voelen.”
Kunstenaar Rein Dool (89) is ook woedend. ‘Het is verschrikkelijk dat het schilderij is verwijderd’, laat hij telefonisch weten. ‘Het is belachelijk, bespottelijk en kortzichtig dat er een paar idioten niet blij mee zijn dat er rokende mannen op staan. De universiteit blameert zich hier echt mee.’ Toen hij het werk maakte, waren alle bestuurders mannen. ‘Dat is veranderd, en dat vind ik ook heel goed. Het schilderij is een tijdsbeeld. Ik hou de bestuurders juist een spiegel voor.’‘Het moet worden teruggehangen. Anders schenken ze het maar terug aan mij’
Volgens het Leidsch Dagblad zoekt de universiteit naar een geschiktere plek voor het werk.
De universiteit is in elk geval niet van plan om het terug te hangen op de oude plek. Joanne van der Leun meldde op Twitter dat de universiteit ’zeker een betere plek zal vinden’. Daar gaat ze ’nu even rustig over nadenken’, samen met onder meer universiteitshistoricus Pieter Slaman, de stichting Historische Commissie die over het verzamelbeleid van het Academisch Historisch Museum gaat, en mogelijk ook met Museum De Lakenhal.
De Leidse hoogleraar Remco Breuker uit in een column forse kritiek op het kortzichtig triomfalisme van de verwijderaars:
Het zwaarst weegt voor mij dat Dolf Cohen op deze wijze van de muur is gehaald en de pijnlijk triomfantelijke wijze waar hij met zijn gezicht naar de muur is toegekeerd. Deze universiteit mag Telders en Cleveringa hebben, we hadden ook rector Frederik Muller en hoogleraar Jaap Schrieke die met de nazi’s meehuilden, waardoor Joodse eminente geleerden en bestuurders zoals Dolf Cohen werden ontslagen, opgejaagd, gevangengenomen en vermoord. Cohen overleefde de oorlog en keerde terug naar Leiden, als wetenschapper en later als rector. Om met het gezicht tegen de muur gezet te worden roept onbedoelde maar niettemin onaangename associaties op.
Het schilderij toont volgens hem veel meer, onder meer dat de universiteit voorheen democratischer was. De directe actie lijkt dat laatste in ieder geval te onderschrijven.