Jihadisme: veroordelen is belangrijker dan genezen
• 18-09-2014
• leestijd 4 minuten
Zolang beleidsmakers als Asscher hun oordeel al klaar hebben over jihadisten is een oplossing ver te zoeken
De BNN 9/11 special ‘Ik vecht de Jihad’ wilde onderzoeken wat jongeren van bij ons beweegt om in Syrië de wapens op te nemen. Een belangrijke en moedige keuze van de jongerenzender om het begrijpen van het fenomeen centraal te stellen en daarbij dus de vraag ‘waarom?’ te laten resoneren en heel even de kwestie over welke aanpak de beste is te laten rusten. Je moet het maar durven in deze tijden.
Centraal stond de bijzondere documentaire Paradijsbestormers van de jonge filmmaker Floor van der Meulen. Een geanonimiseerd gesprek met een Delftse strijder, Abu Gharib, was doorspekt met beelden van twee fronten: het thuisfront waar de mama elke dag bidt dat ze haar zoon nog terugziet in dit leven en de kapotgeschoten straten waar huilende vrouwen en kinderen bescherming zochten tegen de constante bommenregen.
Aangrijpende televisie Het was aangrijpende televisie en vermits de documentairemaakster heel slim wat cameraatjes had meegegeven aan enkele strijdende jongens, kwam het dichterbij dan een gemiddeld item in het journaal zoals we ze nu al een dikke drie jaar toe vervelens toe zien voorbijkomen. Dat vond ook Minister Asscher, die als eerste commentaar mocht leveren op wat er vertoond was. Echter, afgezien van de aanhef dat het verschrikkelijk was om te zien hoe alles en iedereen ginder kapot gaat, leverde de minister helemaal geen commentaar op de vertoonde docu.
Asscher schoot onmiddellijk in de reflex van de alwetende bewindsman die het fenomeen helemaal heeft doorgrond en dat graag nog eens op tv komt herhalen. Dus kregen we opnieuw de slang geserveerd met het gif en de maskers die afvielen. Wie had het ook alweer over opgewarmde prak gehad tijdens het Kamerdebat enkele weken terug? De ogen van de documentairemaakster spraken boekdelen toen ze hoorde wat de minister allemaal gehoord en gezien had wat helemaal niet te zien was geweest.
Wij hadden een jongen schijnbaar bij zijn volle verstand horen vertellen hoe hij steeds ernstiger met het geloof was omgegaan en toen de grote stap had gezet om Nederland vaarwel te zeggen om mede-gelovigen te helpen. Het zou niet enkel het leed van de wereld verlichten maar ook nog zijn eigen plek in het hiernamaals veiligstellen.
Asscher ontmaskert ‘ware gezicht’ jihadisten De minister echter had een geïndoctrineerde ex-criminele godsdienstwaanzinnige gezien zonder kritisch vermogen die volgens hem ook nog eens uit zijn rol viel toen hij aangaf ook tegen andere dictators te willen strijden na Syrië en beweerde voor iedereen de waarheid in pacht te hebben. ‘Waar haal je het lef vandaan?’ en ‘Als ie het paradijs noemt, valt het masker af.’ Hoezo valt het masker dan af? Kennen we een jihadi die het paradijs als hidden agenda heeft? Die jongens hebben het bijna nergens anders over. Verder geen woord over de internationale machtsverhoudingen en de buitenlandpolitiek die als reden voor vertrek zoals bij zovelen een belangrijke rol hadden gespeeld. Nee, Asscher had deze jongen door en gaf voortdurend de indruk dat hij zich niets op de mouw liet spelden.
Laat dit nu precies de houding zijn die –o wrange ironie- het meest typerend is voor jongeren met extreme idealen, zo blijkt uit gesprekken met radicale jongeren van allerlei slag: Een vermoeiende herhaling van zetten en weinig inspanning om echt iets van elkaar te leren. Een reflex die men ook eerder dit jaar kon waarnemen toen radicaliseringsexpert Edwin Bakker live in Nieuwsuur de woorden van Syrië-strijder ‘kapsalon’ Yilmaz bijna volledig wist te negeren in zijn analyse. Zou hier sprake zijn van een tendens? Zo ja, laten we hopen dat die nog te keren valt.
Kritische vragen durven stellen Steeds opnieuw staan de beleidsdocumenten (terecht) vol van de noodzaak om de oorzaken van radicalisering bij de wortel aan te pakken. Een eerste vereiste lijkt dan dat je nieuwsgierig bent naar wat de ander tot radicale keuzes beweegt. Door je omgeving op te roepen om kritischer vragen te stellen zonder dat je blijk geeft open te staan voor een open, kritische reflectie past dit optreden van de minister dan wel weer perfect in de aanpak die dit kabinet heeft opgesteld tegen extremisme: Hef je eigen rechtstaat op om de vijanden van de rechtstaat te bestrijden. De vraag is zeer of Nederland iets bij deze tegenstrijdige strategie te winnen heeft.
In elk geval getuigde het van weinig respect voor de geïnteresseerde jonge kijkers die het verdienen om in zo’n programma een betrokken, onderzoekende minister aan het werk te zien. Over de invloed van dit optreden op de potentiële jihadi’s kan ik kort zijn: als niemand nog fundamentele oppositie voert tegen deze manier van politiek bedrijven, dan krijgt het alternatieve wereldbeeld alleen maar meer glans.