De Japanse regering heeft woest gereageerd op een nieuw kunstwerk in Pyeongchang, het noordoostelijke gebied van Korea waar in 2018 de Olympische Winterspelen werden gehouden, meldt de South China Morning Post. Het standbeeld, dat bestaat uit twee figuren, toont een man die knielend buigt voor een zogeheten ‘troostmeisje’, de benaming voor de naar schatting 200.000 Koreaanse vrouwen die in de Tweede Wereldoorlog door de Japanse militaire bezetters stelselmatig seksueel werden misbruikt. De misdadige Japanse praktijk trof ook veel vrouwen in andere bezetten gebieden, zoals toenmalig Nederlands-Indië.
Japan is boos omdat de man lijkt op de Japanse premier Shinzo Abe. De regering noemt dat “onvergeeflijke” en zegt dat als de verdenking klopt het beeld ingrijpende gevolgen zal hebben voor de relatie tussen de twee landen. De titel van het kunstwerk dat in een botanische tuin staat luidt “Eeuwige Boetedoening”. Volgens de eigenaar van de tuin moet de man niet Abe voorstellen. De kunstenaar stelt dat er alleen maar sprake kan zijn van vergeving als Japan boete blijft doen.
De jarenlange weigering van Japan om het lot van de vrouwen te erkennen en compensatie voor het aangedane leed aan te bieden, is al tijden een bron van ongenoegen. In 2015 werd een akkoord gesloten waardoor Japan de kwestie als afgedaan beschouwt maar Korea stelt nu dat de verplichtingen niet worden nagekomen.
Er zijn eerder beelden van troostmeisjes geplaatst om het onrecht aan te klagen, bijvoorbeeld voor de Japanse ambassade in Seoul. Vorig jaar moest in Japan zelf nog een standbeeld voor de slachtoffers verwijderd worden.