Japanse walvisvaarders hebben de afgelopen weken 333 walvissen gevangen in het Zuidpoolgebied. Dat heeft de Japanse overheid officieel laten weten. Noorwegen heeft ondertussen het eigen quotum voor de walvisvangst nog maar eens verhoogd.
Drie Japanse schepen hebben tijdens een 83 dagen durende jacht op de Zuidelijke Oceaan gezamenlijk 333 walvissen gevangen. Het maximale aantal dat toegestaan is onder het Japanse quotum. De walvisvaarders kwamen vrijdag weer aan in de haven van Shimonoseki, in het westen van Japan.
In 1986 werd een moratorium ingesteld op de commerciële walvisjacht. Sindsdien beweren de Japanners walvissen te vangen voor wetenschappelijk onderzoek. In 2014 werd de omstreden Japanse walvisvaart daarvoor veroordeeld door het Internationaal Strafhof. Om die reden zijn tijdens het seizoen 2014/2015 dan ook geen Japanse walvisvaarders uitgevaren. Een jaar later zijn zij echter toch weer gewoon op jacht gegaan in het Zuidpoolgebied. Wel is het quotum voor de vangst van dwergvinvissen teruggebracht tot een derde van het oorspronkelijke aantal.
Noorwegen Behalve Japan gaat ook Noorwegen opnieuw dwergvinvissen afslachten. De regering in Oslo heeft bepaald dat maar liefst 999 walvissen mogen worden gevangen. Vorig jaar lag dat maximumaantal op 800. Dierenwelzijnsorganisaties zijn woedend: ‘De voorbije twee decennia heeft Noorwegen zijn walvisjacht systematisch uitgebouwd,’ aldus Sandra Altherr van Pro Wildlife.
Noorwegen is het land met het grootste aandeel in de wereldwijde walvisvangst. Een deel van het walvisvlees wordt na de slacht geëxporteerd naar Japan.