Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Jan Schaefer benoemde de echte aanpak van de wooncrisis

  •  
08-08-2024
  •  
leestijd 2 minuten
  •  
18952 keer bekeken
  •  
ANP-414186324

“In gelul kun je niet wonen”, eigenlijk zou elke zichzelf respecterende afdeling Gemeentehuisvesting en Woningcoörperatie deze gevleugelde woorden van Jan Schaefer in neonletters op de pui moeten hebben staan.                               Het Amsterdams orakel, tevens wethouder Volkshuisvesting, was niet bepaald een man van weinig woorden maar wel van de juiste. Het schrijnende is dat die woorden, 46 jaar na te zijn uitgesproken, meer dan ooit gelden. Woningnood, Krakersverdriet, Wonen is een recht, Geen woning=Geen kroning, allemaal kretelogie die vanaf de zeventiger jaar schreeuwden om een willig oor.

De feitelijke woningnood was echter al direct na 1945 een feit. Urbanisatie werd als reden genoemd. Men trok naar de stad en die lag uiteraard bij voorbaat achter op de noodzakelijk beschikbare woonruimte. Wie domicilie kiest in ‘De Grote Stad’ is gebaat bij de wetenschap dat het leven daar een ambivalent genoegen is. De moloch biedt kansen en verrijkt de geest. Tegelijkertijd vreet het beest en spuugt uit. En is woonruimte eigenlijk een verworven recht?

Conceptueel collage-kunstenaar Gyz la Rivière gaat die discussie vol aan. In zijn werk. Eerder deed hij het met videobanden en telefoonkaarten en nu geeft hij middels speldozen podium aan zijn onvrede over de woningnood in zijn stad; ‘Mannen in pak verkopen de ziel van mijn stad!’. Geen halfzachte flauwekul dus. La Riviére’s vorm is frivool maar de boodschap wordt recht in het gezicht gepresenteerd. Slimme kruising tussen objet trouvé en een ideaal middel om zijn prangende boodschap aan ons te vertonen.

Schaefer’s uitspraak staat ook afgebeeld op éen van de vele ‘Protestdozen’ van de kunstenaar, die vorig jaar te zien waren in Den Haag en thans de wanden sieren van het Rotterdamse Walgenbach, art en books. ‘Maatschappelijk betrokken’ is een understatement bij beschouwing van ’s mans werk. Oprechte verontwaardiging is veel eerder bron alhoewel la Riviére daar dan wel weer zijn Rotterdams, ironisch sausje aan meegeeft. De vorm bied kleurige vrolijkheid, de boodschap is keihard en het totaalconcept haalt dan nét weer dat scherpe randje weg waardoor e.e.a. genietbare kunst wordt die vervolgens aanzet tot nadenken. En een grimlach.

Fraai voorbeeld is een vijftien centimeter hoge versie van de welbekende groene GTF-container met opschrift: TE KOOP. Een spottend knikje richting tiny-housing of wrang commentaar op de actualiteit? Vrolijker statement is de ‘My Little (House-) Pony’ die oproept tot een mogelijke oplossing die in de sixties erg in zwang was: De commune. Een wat ruimer begrip van samen-leving. Is polyamorie dan toch de oplossing? In de huidige maatschappelijke viering van de veelkleurige LHBTQIA+-vlag helemaal nog niet zo’n gek voorzetje!  

Grimmiger statement tenslotte laat andersoortige filosofische rijkdom op het publiek nederdalen: “Eat the rich!”, een in anarchistische kringen nog altijd veel gebruikte kreet. Rond 1800 gebezigd door filosoof Jaques Rousseau, en in volledigheid: “Quand le peuple n’aura plus rien á manger, il mangera le riche’.

Cynische satire waarin La Riviére zich uitstekend in kan vinden.

Nu wij nog.

Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.