Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

It’s not (only) the economy, stupid

  •  
01-06-2024
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
1871 keer bekeken
  •  
kalverstraat

Niet een tekort aan welvaart maar een gebrek aan bezield wij-gevoel verdeelt Nederland

Twee weken geleden bracht het CBS zijn jaarlijkse rapport uit over de zogeheten brede welvaart. Het CBS bracht de welvaart in beeld op basis van dertien maatstaven die gaan over zaken als welzijn, materiële welvaart, gezondheid, werk en vrije tijd, wonen, samenleving, veiligheid en milieu.

Conclusie: “Nederland is over de hele linie een rijk en gelukkig land. Wel zijn er bepaalde groepen voor wie dit niet geldt. Die kwetsbare groepen worden wel kleiner, maar het zijn nog altijd honderdduizenden mensen”.

Dit is op zijn zachtst gezegd een paradoxale conclusie, als je ziet hoe de afgelopen verkiezingen hebben uitgepakt. Hoe een partij als PVV, die al jaren moord en brand schreeuwt, dik beloond is door de kiezer, en in haar kielzog partijen als BBB, NSC en VVD die ieder op hun eigen manier en op een of meerdere terreinen “het land willen redden”. Of het nu om asiel gaat, het boerenbestaan of onze grondwet, de coalitiepartijen willen ons behoeden voor de ondergang.

Hoe is dit nu te begrijpen in het licht van het vrolijke rapport van het CBS over Nederland anno 2024? Zijn wij als burgers schizofreen geworden, dom gelukkig en diep ongelukkig tegelijkertijd?

Het is een al langer bestaande trend maar nu dankzij de verkiezingen in vol ornaat in ons zicht. In your face: een coalitie van chagrijn en doemdenkers aan de macht.

Voordat deze ondergangsentimenten politiek zouden gaan lonen, was deze schizofrene houding al keer op keer zichtbaar in de onderzoeken van het Sociaal Cultureel Planbureau. Sterker nog, dit absurde gegeven van vele gelukkigen die hun land als ongelukkig bestempelen (“met mij gaat het prima, maar de samenleving gaat naar de klote”) wordt onder vakidioten al een poos geduid als SCP-paradox.

Hoe kan dit? De mate van electorale frustratie is buiten elke realistische proportie. Begrijp me niet verkeerd, we hebben met grote uitdagingen te maken en het vergt visie en moed en politici met vergezichten om deze uitdagingen aan te pakken. Maar onze samenleving staat niet op omvallen door wanbestuur, noch lijdt de samenleving in volle breedte onder armoede of andersoortige ellende. Integendeel, de gemiddelde Nederlander heeft een zeer welvarend en goed geregeld en verzekerd leven, dankzij eigen verdienste maar ook dankzij onze lokale en nationale overheden.

En toch, ook deze grote groep die het goed voor elkaar heeft, stemt massaal reactionair en op politici die op zijn zachtst gezegd angst zaaien. Angst jegens de Ander, angst voor Brussel, wantrouwen jegens journalisten en wetenschappers en haat jegens klimaat- en antiracisme-activisten.

Hoe moeten we dit duiden, in het licht van het recente rapport van het CBS over hoe gelukkig we zijn? In mijn ogen is de grootste frustratiebron in Nederland heden ten dage niet materialistische schaarste of een onzeker bestaan in de praktische zin van het woord, het is het gebrek aan saamhorigheid en een groot tekort aan wij-gevoel dat de alom aanwezige frustratie voedt.

Bezien vanuit de sociologische tripartiet over de fundering van een samenleving: niet de verdelingsvraagstukken, noch het organisatorisch vermogen van de samenleving, maar de maatschappelijke cohesie is hier in het geding. Als er wel één crisis in dit land is, dan is het de crisis in gemeenschapsgevoel: we voelen ons onderling niet gezien, noch versterkt en gemotiveerd door elkaar.

Deze crisis houdt niet op bij de grenzen van Nederland. Het is een breed gevoelde crisis in alle westerse democratieën. Vergaande secularisatie in alle primaten van het leven (en dus niet alleen binnen het politieke primaat) werd jarenlang door de menige westerse intellectueel als een zegening gezien, maar ook in dit geval geldt: er huist in ieder zegening ook een vloek.

Het verlangen naar individuele authenticiteit en burgerrechten, een prachtige vrucht van de Verlichting, en de vertaalslag daarvan in onze kerninstituties zoals onderwijs, rechtspraak en politiek, heeft veel moois opgeleverd. Maar het alsmaar doordenderen van de individualisering zonder een gezonde intellectuele en politieke weerstand, mede dankzij de opmars van de consumptiemaatschappij en het neoliberalisme, heeft ook geleid tot het ontstaan van een eenzaam zelfbeeld van wat een samenleving is: een losgezongen verzameling individuen, waar iedereen vooral met het eigen belang en het eigen ego bezig is. Een frustrerend zelfbeeld, zoals ook blijkt uit de toename van de frustraties in de samenleving en de politieke output hiervan.

Door het gebrek aan gematigde politici die dit gemis aan gemeenschap en het chronische tekort aan wij-gevoel erkennen, gaan de populistische politici er met de winst vandoor. Het wij-gevoel dat ze te bieden hebben is giftig, vaak gestoeld op het framen, verachten en vernederen van een of andere “zij” om een kunstmatige “wij” te kunnen definiëren. Je ziet het terug in hun vocabulaire: “de echte Nederlanders”, “Nederland is weer van ons”,  “de gewone Nederlander tegenover de elite”, “de normale Nederlander”, “antisemitisme hoort bij de islamitische cultuur”. Het zijn lege leuzen, maar ze markeren wel degelijk een wij.  

Het is een wij-gevoel dat electoraal lonend is gebleken – je krijgt de grootste groep kiezers achter je. Maar op den duur brengt het de maatschappelijke cohesie nog meer schade toe. Het wordt tijd om op zoek te gaan naar een duurzamere en nobelere remedie voor het gebrek aan wij-gevoel. Er gaan wel twee voorwaarden aan een dergelijke zoektocht vooraf:

Ten eerste, het gaat hier om een zoektocht naar bezielde en betekenisvolle zingeving aan de samenleving. Dergelijke collectieve soul searching kan je niet aan de prozaïsche denkbeelden en het platte vocabulaire van de Haagse politici en hun ambtelijk apparaat overlaten. Dit is de zaak van ons burgers allemaal, en burgerlijke initiatieven zouden ruimte moeten scheppen voor ontmoeting en gezamenlijke bezinning op dit thema. Je zou toch denken dat de vele grote en vermogende kerkelijke instellingen die dit land rijk is, en al die prachtige doch lege kerken in Nederland bij uitstek een faciliterende rol in deze haast spirituele zoektocht kunnen spelen. Zij het met gepaste terughoudendheid in het bepalen van agenda van het gesprek.

Ten tweede: Bill Clinton won in 1992 de Amerikaanse verkiezingen met de leuze: “It’s the economy, stupid”. Drie decennia na dato zijn we aangekomen bij een tegenovergesteld momentum. Wat de politici, bestuurders, sociologen, onderwijzers, maatschappelijke en spirituele leiders, kunstenaars en kunstinstellingen, en alle andere burgers die zich zorgen maken over de explosieve frustratie in onze samenleving zich moeten eigen maken, is het motto: “It’s not (only) economy, stupid!”

Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.