De Israëlische minister van Vrouwenemancipatie May Golan heeft er in het parlement geen doekjes om gewonden wat ze van de genocide in Gaza vindt. “Ik ben persoonlijk trots op de ruïnes in Gaza,” zei Golan in de Knesset. Daar voegde ze aan toe dat ze hoopt dat “elke baby [in Gaza, red.], zelfs over 80 jaar, zijn kleinkinderen za; vertellen wat de Joden deden.”
Golan richtte zich rechtstreeks op het oppositielid Ofer Cassif van de socialistische partij Hadash die zich had uitgesproken tegen de massaslachting in Gaza. Daarbij sprak ze Cassif aan als “mister Vijfde Colonne”.
Minister Golan is bepaald niet onomstreden, onder meer vanwege haar openlijke racisme. Zo noemde ze Israëli’s van Afrikaanse komaf eerder al “moslim-infiltranten, criminelen en verkrachters” die volgens haar Aids hadden en HIV verspreidden.
Golan is ook zeker niet de eerste bewindspersoon uit de regering van premier Netanyahu die zich op een dergelijke manier uitlaat over de bevolking van Gaza. Zo zei aan het begin van de oorlog minister van Defensie Yoav Galant dat Israël de Gazastrook volledig moest afsluiten van water, voedsel en brandstof, want “we vechten tegen menselijke beesten”.
Minister voor Cultureel Erfgoed Amihay Eliyahu stelde voor een kleine atoombom op Gaza te gooien omdat er volgens hem “geen niet-strijders in Gaza zijn”. Oud-minister van Informatie Galit Distel-Atbaryan liet weten: “Verwijder Gaza van de aardbodem. Laat de monsters uit Gaza naar Egypte vluchten of sterven, laat ze slecht sterven. Gaza moet van de kaart worden geveegd. Joodse toorn moet de hele aarde doen schudden.”