Israël heeft in de eerste zes weken van de oorlog in Gaza de zwaarste bommen gebruikt in gebieden waar Palestijnse burgers verbleven in schuilplaatsen. Israël had de burgers het advies gegeven zich naar die gebied te begeven omdat die 'veilig' zouden zijn. Vervolgens wierp de Israëlische luchtmacht daar bommen met een gewicht van 900 kilo op af. Dat onthult de New York Times op basis van eigen onderzoek. Dergelijk geweld is sinds de Vietnam-oorlog niet meer vertoond, constateert een expert.
Inmiddels zijn er aan Palestijnse kant zo'n 20.000 mensen gedood door het oorlogsgeweld. In een reactie op de analyse van ‘The New York Times’ verklaart het Israëlische leger dat de bombardementen gericht zijn op de uitschakeling van Hamas en beweert glashard “de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om de schade voor burgers te beperken".
Het Nederlandse parlement stemde begin oktober in met een motie van de SGP die Israël carte blanche gaf. De christelijke partij stelde dat het land zich bij de oorlog in Gaza niet hoeft te houden aan internationaal recht dat dient om burgers te beschermen. GroenLinks-PvdA verleende per vergissing steun aan de motie en betuigde daar later spijt voor.
Een reportage van The Guardian van 3 december over het Israëlisch geweld tegen Palestijnen:
Meld je hieronder aan voor de nieuwsbrief van de Joop redactie die binnenkort van start gaat. Wekelijks ontvang je de beste artikelen, opinies en aanraders in je inbox.