Israël maalt niet om oorlogsmisdaden, bombardeert tentenkamp Palestijnen: tientallen doden
Bij een gruwelijke aanval van de Israëlische luchtmacht op een vluchtelingenkamp nabij Rafah zijn tientallen doden gevallen en velen gewond geraakt. De Rode Halven Maan, zusterorganisatie van het Rode Kruis spreekt van "een groot aantal slachtoffers" op een plek die door Israël was bestempeld tot humanitaire zone waar Palestijnse burgers hun toevlucht konden zoeken. De aanval is door de Israëlische luchtmacht bevestigd.
Bij het oorlogsgeweld tegen de Palestijnen vlogen tenten in brand en raakten gewonden zwaar verminkt omdat de brandende materialen op hen terecht kwamen. "De tenten smelten en de lichamen van de slachtoffers ook," verklaart een van de bewoners tegenover Reuters.
Israël, voor wie het cynisme geen grenzen kent, stelt dat de aanval is uitgevoerd volgens "legitieme doelstellingen onder internationaal recht". Het zou om een wraakactie gaan gericht tegen het kader van Hamas omdat die organisatie voor het eerst in maanden raketten afvuurde op Tel Aviv. De acht raketten werden allemaal onderschept.
De Israëlische luchtmacht is in staat aanvallen uit te voeren die alle kenmerken hebben van oorlogsmisdaden mede dankzij de levering van reserveonderdelen uit Nederland. Het demissionaire kabinet weigert die levering stop te zetten, ook al is die in strijd met internationaal recht en de Nederlandse wet. Het gerechtshof heeft de levering verboden maar de regering negeert dat verbod. Drie Nederlandse maatschappelijke organisaties spannen daarom opnieuw een rechtszaak aan, meldt NRC. Volgens de organisaties leeft de regering een door het gerechtshof opgelegd exportverbod niet na. „De staat wil niet garanderen dat er geen onderdelen in Israël terechtkomen”, zegt Rolien Sasse van vredesbeweging Pax. „Dat is onacceptabel.”
Ondertussen heeft Amnesty International het Internationaal Strafhof verzocht drie eerdere Israëlische luchtaanvallen aan te merken als oorlogsmisdaad en de verantwoordelijken te vervolgen. De VRT schrijft:
De aanvallen vonden plaats op 16 april op het Maghazi-vluchtelingenkamp, in het centrum van de Gazastrook, en op 19 en 20 april op Rafah, in het zuiden. "De aanvallen zijn een bewijs van een breder patroon van oorlogsmisdaden begaan door het Israëlische leger in de bezette Gazastrook in de afgelopen 7 maanden", zegt de ngo. (...) "We hopen hiermee ook de wapenexport naar Israël stil te leggen, want in het geval van de 3 Israëlische luchtaanvallen hebben we opnieuw gezien dat daarbij Amerikaanse wapens gebruikt werden", zegt De Graeve. "We weten dat Amerikaans materieel nog steeds via België doorgevoerd wordt naar Israël", klinkt het. Volgens onderzoek van de krant De Morgen zou zo al sinds de start van de oorlog 70 ton munitie en explosieven via de luchthaven in Luik naar Israël gepasseerd zijn. "Het is echt heel belangrijk om daar een sterke lijn in trekken en het onderzoek van het Strafhof versterken om te tonen dat niemand boven de wet kan staan."