Het Israëlische leger (IDF) heeft een konvooi met hulpgoederen gebombardeerd in Gaza. Daarbij zijn meerdere mensen omgekomen. Israël beweert zoals gebruikelijk dat het konvooi gekaapt werd door Hamas-strijders. De hulporganisatie zelf, de Amerikaanse ngo Anera, weerspreekt dat en zegt dat alle omgekomen mensen in dienst waren van het transportbedrijf.
Het konvooi vervoerde donderdagavond medische hulpgoederen en brandstof naar een door de Emiraten gerund ziekenhuis in Rafah. De route die het konvooi reed was vooraf afgestemd met het IDF, juist om te voorkomen dat de vrachtauto’s doelwit van een Israëlische aanval zouden worden.
Het IDF laat in een verklaring weten dat alleen de voorste vrachtauto in het konvooi is geraakt en dat er geen Anera-medewerkers zijn omgekomen. De directeur van Anera in Palestina bevestigt dat laatste, maar zegt erbij dat er slechts één Anera-medewerker meereisde. Alle andere personen waren in dienst bij het transportbedrijf waarmee Anera samenwerkt, van hen werden vijf personen gedood. Ze bestrijdt dat het konvooi gekaapt werd.
De Israëlische luchtaanval vond plaats slechts enkele uren nadat Israëlische soldaten ook al het vuur hadden geopend op een voertuig van het Wereldvoedselprogramma (WFP), een hulporganisatie van de Verenigde Naties (VN). Dat voertuig was als dusdanig herkenbaar door het VN-logo. De wagen werd door minstens tien kogels geraakt, zo laat het WFP weten. Omdat het een gepantserd voertuig was met verstevigd glas raakte niemand gewond. Wel schortte de hulporganisatie direct tijdelijk alle bewegingen van het personeel in Gaza op. Cindy McCain, het hoofd van het WFP, noemde de schietpartij “totaal onacceptabel”.