Ik kan me nog goed het telefoontje herinneren waarin me werd verteld dat het kabinet-Rutte 1, onder druk van de PVV, had besloten dat Defensie geen separate wervingscampagnes meer mocht ontwikkelen gericht op biculturele jongeren.
Mark Rutte wordt de nieuwe secretaris-generaal van de NAVO. Het in 1949 opgerichte politieke en militaire samenwerkingsverband van inmiddels 32 Europese en Noord-Amerikaanse landen moet de vrede en veiligheid van de lidstaten waarborgen. En in een wereld die in recente jaren fors gevaarlijker is geworden, is het essentieel dat de krijgsmachten van de NAVO-landen qua materieel én personeel optimaal zijn uitgerust. Het is deze eeuw dan ook voor het eerst dat Nederland de NAVO-norm van 2% van het bruto binnenlands product aan defensie-uitgaven lijkt te gaan halen.
Maar wat zegt die 2% eigenlijk als Defensie niet aan voldoende personeel komt om alle relevante defensietaken te kunnen uitvoeren?
Maar liefst 10.000 vacatures
"Beschermen wat Nederland dierbaar is. Om deze zware en verantwoordelijke taak goed te vervullen is draagvlak in de samenleving onmisbaar," zo valt te lezen op de website van Defensie. Dat draagvlak is onder meer zo belangrijk omdat Defensie alléén goed kan functioneren met voldoende menskracht. En juist in dat laatste zit ‘m het grootste dilemma. Het personeelstekort bij Defensie is in recente jaren een structureel probleem geworden. Zo vertelde luitenant-generaal Elanor Boekholt-O’Sullivan onlangs in het AD dat het departement momenteel liefst 10.000 vacatures heeft.
De vraag is nu: hoe gaat Defensie dat grote aantal vacatures vervullen zolang de politiek in ons land onvoldoende meewerkt? Want de mentale drempels die de Nederlandse politiek opwerpt om een baan bij Defensie te ambiëren zijn de laatste tijd alleen maar groter geworden. De verkiezingsoverwinning van de PVV kan daarbij als een nieuwe klap voor Defensie worden beschouwd, in de wetenschap dat al een derde van onze samenleving uit biculturele inwoners van de eerste, tweede of derde generatie bestaat.
Daar komt bij dat de houding van de oude en nieuwe Nederlandse regering ten aanzien van Israëls oorlogsmisdaden niet bijdraagt aan het populair maken van de krijgsmacht onder jongeren in de wervingsleeftijd van Defensie. Zo is de militaire samenwerking van Nederland met het Israël van Netanyahu, plus de impliciete en soms expliciete steun door een meerderheid van ons parlement aan Israëls afgrijselijke misdaden, geen aanlokkelijk vooruitzicht voor veel jongeren.
Hoewel defensiemedewerkers binnen de HR-discipline zich waarschijnlijk goed van bovenstaande dilemma’s bewust zijn, geldt dat niet voor een parlementaire meerderheid, waartoe ook de komende minister van Defensie behoort. In zijn rol als parlementariër uitte beoogd minister Ruben Brekelmans flinke kritiek op de Commandant der Strijdkrachten, Onno Eichelsheim, toen de generaal zich hardop afvroeg of de bevrijding van vier Israëlische gijzelaars niet disproportioneel veel slachtoffers eiste aan Palestijnse zijde.
Wat de persoonlijke opvattingen van Eichelsheim ook zijn, ik sluit niet uit dat zijn genuanceerde uitspraak in het tv-programma Buitenhof mede is terug te voeren op het forse personeelstekort bij Defensie. Want in tegenstelling tot Ruben Brekelmans zal Onno Eichelsheim zich er terdege van bewust zijn dat het oplossen van het personeelstekort een zware uitdaging is in een samenleving die met de dag multicultureler wordt. Wat ik een jaar geleden al schreef over de politie, geldt namelijk ook voor Defensie: zónder structurele instroom van biculturele jongeren, zal het personeelsbestand van Defensie waarschijnlijk nooit meer op het gewenste niveau komen. Tenzij je kiest voor de dienstplicht óf personeelswerving in andere EU-landen.
Zelf was ik van 2003 tot 2010 vanuit mijn communicatie- en onderzoeksbureau actief op het gebied van pre-recruitment en recruitment van biculturele jongeren in opdracht van de Koninklijke Luchtmacht. Ik ken dus de dilemma's. Ik zag de spagaat waarin veel biculturele jongeren zich bevonden om wel of niet voor een baan bij de krijgsmacht te kiezen. Maar in de gesprekken die we vanuit mijn bureau vandáág met jongeren hebben, zie ik dat de persoonlijke struggle in het eerste decennium van deze eeuw peanuts was in vergelijking met nu. De houding van de Nederlandse regering ten aanzien van Israël/Palestina, de double standards jegens Israël en Rusland, de verkiezingsoverwinning van de PVV, het helpt allemaal niet mee.
Een terugblik
De eerste tien jaar van deze eeuw werden er door het Nederlandse ministerie van Defensie duidelijke doelen gesteld voor de instroom van gevarieerd defensiepersoneel. Voor mijn toenmalige opdrachtgever de Koninklijke Luchtmacht ontwikkelden we daarom talloze activiteiten die moesten bevorderen dat biculturele jongeren een baan bij Defensie zouden ambiëren. De primaire doelstelling: het agenderen van de luchtmacht als in potentie aantrekkelijke werkgever voor biculturele jongeren. De focus lag daarbij aanvankelijk op pre-recruitment.
Zo werden er events op sterk gemengde scholen georganiseerd in onder meer Eindhoven, Utrecht, Den Haag en Rotterdam. Jongeren werden hier gestimuleerd met elkaar in gesprek te gaan over de mogelijke ambitie om Nederland te vertegenwoordigen bij Defensie. Tot de belangrijkste centrale gespreksthema’s behoorden loyaliteit en identiteit. Sommige jongeren hadden er moeite mee de Nederlandse vlag bij Defensie te vertegenwoordigen, anderen voelden zich daarentegen juist sterk aangesproken door de vredesmissies van Defensie.
Daarnaast werden er groepsreizen georganiseerd naar verschillende vliegbases. Ouders en jongeren met een Turkse, Marokkaanse, Surinaamse, Caribische en Chinese achtergrond werden hiervoor uitgenodigd. Naar journalisten uit de verschillende gemeenschappen ging de vraag uit zich bij de groepsbezoeken aan te sluiten. Dat leidde onder meer tot reportages op pan-Europese Turkse tv-zenders, alsook in Marokkaans-, Surinaams-, Caribisch- en Chinees-Nederlandse media. Ook reguliere dagbladen en het NOS-Journaal besteedden er aandacht aan.
De luchtmacht was dus volop bezig zichtbaarheid te creëren onder biculturele doelgroepen. Gedurende een aantal jaren was er veel redactionele aandacht voor de defensieorganisatie in cultuurgebonden en crossculturele media. Zo verscheen er in Turkstalige media een mooi persoonlijk verhaal over de eerste Turks-Nederlandse werkneemster ooit bij de luchtmacht. Begin jaren negentig werd zij uitgezonden naar de Turks-Iraakse grens, ten tijde van de eerste Golfoorlog. Ook werden de herinneringen opgetekend van een Eritrees-Nederlandse vrouw die voor Defensie als tolk meereisde met de elfhonderd Nederlandse UNMEE-militairen. Namens de United Nations Mission to Ethiopia and Eritrea moesten zij, vanuit hun basis in Zalambessa, de vrede bewaken bij de grens tussen Ethiopië en Eritrea.
Meer voorbeelden? Gedurende een aantal weken was er een tien minuten durend programma bij het onder biculturele jongeren populaire The Box Music Television, ingestoken vanuit het thema identiteit en loyaliteit. Elke aflevering werd een week lang dagelijks herhaald. Ook waren er infomercials op FunX radio, waarin vooral de dubbele identiteit van luchtmacht-werknemers op subtiele wijze doorklonk. Zie verder de fotoreportages van biculturele defensiewerknemers in lokale Surinaamse, Caribische en Marokkaanse media. Op talloze manieren werd geprobeerd om werken bij Defensie tot een vanzelfsprekende, natuurlijke keus te maken voor biculturele jongeren. Hoe meer de persoonlijke perspectieven van de doelgroep konden worden geraakt, hoe beter.
Terugkijken op de geschiedenis was eveneens een belangrijk onderdeel van de luchtmacht-activiteiten op dit gebied. Reportages over Marokkaanse soldaten die namens de geallieerden in de Tweede Wereldoorlog meevochten voor de bevrijding van de Duitse bezetting in Europa, waren onder meer te lezen in het scholierenmagazine Generation Now! en het Marokkaans-Nederlandse magazine Mzine.
Groepsbezoek van Marokkaanse Nederlanders riep positieve emoties op
Het totaalbeeld dat telkens weer werd opgeroepen: Defensie is een organisatie voor iedereen. Dilemma’s over de vraag of je als Turkse of Marokkaanse Nederlander nu wel of niet de Nederlandse vlag kon vertegenwoordigen, werden niet uit de weg gegaan. In tegendeel, discussies hierover werden zelfs nadrukkelijk aangemoedigd: het debat moest worden opengegooid.
Zo bleek het groepsbezoek van Marokkaanse Nederlanders aan vliegbasis De Peel in Noord-Brabant een emotioneel moment voor enkele Marokkaans-Nederlandse defensiewerknemers. Juist die groep had, gezien de ontwikkelingen sinds 9/11, enige moeite om binnen hun gemeenschap al te openlijk over hun werk bij Defensie te praten. Dat een groep van zo’n zestig Marokkaanse Nederlanders oprecht geïnteresseerd bleek in hun werk bij Defensie, ráákte hen.
Vaak wordt dan ook vergeten dat het bij de werving van defensiepersoneel uit biculturele gemeenschappen om veel méér dan werving alleen gaat. Draagvlak creëren binnen de betrokken gemeenschappen is zelfs een randvoorwaarde, iets waar zeker vanuit de huidige politieke meerderheid volledig aan voorbij wordt gegaan. Het creëren van draagvlak onder biculturele Nederlanders is vaak nóg belangrijker dan het werven zelf. Zonder draagvlak geen succesvolle werving.
Desondanks veranderde alles in 2010, het moment waarop het kabinet-Rutte 1 aantrad. Ik kan me nog goed het telefoontje herinneren waarin me werd verteld dat het kabinet-Rutte 1, onder druk van de PVV, had besloten dat er geen separate wervingscampagnes meer mochten worden ontwikkeld gericht op biculturele jongeren.
Aantal biculturele MBO-studenten is structureel hoog
Inmiddels zijn we veertien jaar verder en komt er een kabinet waarin de PVV opnieuw een rol speelt. En niet zomaar een rol. Als verkiezingsoverwinnaar heeft de partij zelfs de grootste vertegenwoordiging in het kabinet-Schoof. Voor onze krijgsmacht lijkt me dat een verontrustende ontwikkeling.
Nederland telt inmiddels vijf miljoen inwoners met wat het CBS omschrijft als een migratieachtergrond van de eerste of tweede generatie. Hieronder vallen minstens tweehonderd verschillende culturele achtergronden. Daarbovenop komt de snelgroeiende derde generatie, veelal jongeren die opgroeien in een gezin met ouders met bijvoorbeeld een Marokkaanse, Turkse of Surinaamse achtergrond die allebei ook in Nederland zijn geboren. Het aantal biculturele inwoners - in het dagelijks leven gericht op twee of meer culturen - overschrijdt daarmee de zes miljoen, een derde van de Nederlandse bevolking.
Kijken we naar het afgelopen schooljaar, dan zien we dat volgens het CBS zo’n 25% van de studenten in de voor Defensie belangrijke opleiding MBO Techniek, een eerste of tweede generatie migratieachtergrond heeft. Dilemma is daarbij dat de derde generatie bij deze cijfers niet is meegerekend, een generatie die vooral binnen de jongste leeftijdsgroepen omvangrijk is. Als we hiervan wel een schatting meenemen, komen we al gauw boven een derde uit. Van de studenten MBO Informatica heeft volgens het CBS zelfs zo’n 45% een eerste of tweede generatie migratieachtergrond, en bij MBO Gezondheidszorg is dat 36%. Maar ook bij de percentages van deze voor Defensie belangrijke opleidingen is de derde generatie nog niet meegerekend.
Nuancering hierbij is wel dat ook studenten die (nog) geen Nederlandse nationaliteit hebben onder deze cijfers vallen, studenten die (nog) niet in aanmerking komen voor een baan bij Defensie. Studenten die alleen voor hun studie naar Nederland komen vallen hier eveneens onder, maar met 2 á 3 procent buitenlandse MBO-studenten is dat percentage laag. De kern blijft dus: het aantal biculturele MBO-studenten met de Nederlandse nationaliteit is structureel hoog.
Zonder breed draagvlak is onze veiligheid niet gegarandeerd
Op dit moment zitten we in Nederland met een politieke meerderheid die niet lijkt te begrijpen hoe groot het belang is van een samenleving waarin iedereen zich thuis voelt, waarin iedereen zich begrepen en gehoord voelt. De keus van VVD en NSC om met de racistische PVV en BBB een kabinet te vormen, is daarom niet in het belang van Nederland. Ook het besluit van de VVD om een minister van Defensie voor te dragen die Israëls misdaden jegens het Palestijnse volk verdedigt of bagatelliseert, en bovendien jongeren heeft bekritiseerd die zich wél uitspreken tegen Israëls genocidale oorlogsvoering, komt het draagvlak voor Defensie niet ten goede.
"Beschermen wat Nederland dierbaar is. Om deze zware en verantwoordelijke taak goed te vervullen is draagvlak in de samenleving onmisbaar," citeerde ik eerder in dit artikel het ministerie van Defensie. Hiervoor is een regering nodig met ministers die hebben bewezen dit brede draagvlak in de samenleving als essentieel te beschouwen. Onontbeerlijk is daarbij ook draagvlak onder het derde deel van de Nederlandse bevolking dat een biculturele achtergrond heeft. Bovendien moeten de ministers hebben aangetoond het internationale recht als absolute randvoorwaarde te hanteren voor hun opvattingen en beleid.
Een substantieel deel van de nieuwe ministersploeg heeft in het verleden laten zien niet aan deze vereisten te voldoen. Het is daarom een legitieme vraag of de veiligheid van ons land bij het komende kabinet wel in goede handen is. Zolang verschillende ministers niet aangeven hun opvattingen uit het verleden te hebben gewijzigd, is het antwoord op deze vraag vooralsnog negatief.