Mirjam Vriend en Bram Bakker corresponderen over geestelijke gezondheid. Zie hier eerdere afleveringen.
Beste Bram,
Ik ben gefascineerd door onze verwarde relatie met geluk.
Dit thema zou dus nog weleens een vervolg kunnen krijgen.
Vandaag wil ik graag met je sparren over het hebben van een droomleven.
Hoe maakbaar is dat droomleven? Hoe fijn is het als het lukt?
Of zien we iets over het hoofd?
Op sociale media ben ik gelinkt aan een paar mensen die hun droom leven. In hun geval voert de droom hen naar parelwitte stranden, azuurblauwe zeeën met dito lucht erboven, eventueel een mooie bergrug in de verte en krachtplekken bij de hand. Het brengt hen tot uitvoerige psychologische/spirituele/filosofische inzichten die ze met hun volgers delen. Daarnaast raden ze iedereen aan om ook hun droom te realiseren, wat die ook is. Het kan, zeggen ze, als je erin gelooft.
Is onze fascinatie met dromen realiseren overgewaaid uit Amerika?
We hebben altijd opgekeken naar dat land, als naar onze stoere, grote broer. We keken massaal naar hun films, series en natuurlijk hun talkshows. In minder dan een uur zagen we daar hoe “problemen” werden omgebogen in “kansen”. Yes, we can! Wij Nederlanders heten een nuchter volkje te zijn, maar is dat nog wel zo? Op tv kijken we inmiddels het liefst naar “gewone, echte” mensen in ongewone omstandigheden. De aantrekkelijkheid daarvan lijkt mij de gedachte dat jij dat had kunnen zijn…of bijna.
We bezoeken coaches of gaan naar cursussen (liefst op een parelwit strand) waar ons ook alweer wordt verzekerd dat alles mogelijk is.
Ook ons voorheen als vrij onderkoeld bekendstaande Hollandse temperament lijkt op te warmen. Wij zijn in relatief korte tijd erg veranderd, in ons zijn, in onze verwachtingen en onze wensen, denk ik.
Nog even over rolmodel Amerika… Het is Obama door vriend en vijand aangerekend dat hij zo over The American Dream liep te drammen. Dat “alles voor iedereen mogelijk was, als je maar je best deed”. Onbedoeld heeft hij daarmee veel teleurgestelde mensen in de armen van Trump gejaagd.
Want nee. Het leven is helemaal niet voor iedereen maakbaar.
Het is een voorrecht als je langdurig op parelwitte stranden naar verdieping kunt zoeken, of naar de lekkerste cocktail.
Is het best wel knellende leven waar sommigen van ons in terechtkomen hun eigen schuld? Hebben die mensen iets verkeerd gedaan? Ik denk het niet.
Volgens mij blijven de dromen van mensen vaak kinderlijk, diep vanbinnen. Niet dom, maar jong! Ze hebben iets te maken met de behoefte om gezien te worden, bewonderd te worden, iets achter te laten (een stukje onsterfelijkheid), de ultieme (ge)liefde, of financiële veiligheid (rijk worden). We breien daar dan een heel volwassen verhaal omheen, maar dit is de kern van onze dromen.
Ik heb zulke dromen ook gehad. Veel mensen die het niet zullen willen toegeven hebben zulke dromen gehad. Het is kwetsbare materie. Want zijn we mislukt, is ons leven mislukt, als die droom niet uitkomt?
You can’t always get what you want
But if you don’t get what you want
You might find…
You get what you need
Dat zongen de Stones. En ik denk best vaak aan die zinnen.
Wie voornamelijk ontevreden is over een niet uitgekomen droomleven, oefent niet om het leven dat er wél is optimaal te leven en te gaan waarderen. Je kunt niet zwemmen en vliegen tegelijk.
Als ik zeg dat veel mensen een leven leiden dat ze nooit voor zichzelf bedacht hadden, klinkt dat in eerste instantie misschien heel treurig. Maar zo ervaar ik dat niet. Echt treurig wordt het pas als je geen voldoening kunt putten uit het leven dat je hebt.
“Voldoening”. Ook alweer zo’n streng klinkend woord, vind je niet? Waarom ga ik niet voor dat knetterende, stralende woord “geluk”?!
Omdat ik denk dat dat een van de grootste misverstanden is waar we in geloven; dat het mogelijk zou zijn om 24/7 gelukkig te zijn. Ik denk dat dat fysiek, biochemisch dus, niet eens mogelijk is, toch, Bram?
Er is een mooier woord dan “voldoening”, dat de lading die ik hier probeer uit te drukken nog veel beter dekt; het Engelse “fulfillment”. Letterlijk vertaald is dat vervulling, maar het is meer. Het drukt naast diepe voldoening ook uit dat je tot je recht komt, gecombineerd met een gevoel van thuiskomen, of thuishoren.
Dat is minder extatisch dan “geluk”, maar duurzamer en op een behaaglijke manier heel, heel erg fijn.
Een mens wil zich op de een of andere manier goed voelen over zijn leven en over zichzelf.
Ik vind het zo tragisch als we elkaar op een dwaalspoor zetten over wat je daarvan kunt verwachten, zodat we verbitterd en teleurgesteld rondlopen.
Dromen die uitkomen vallen bovendien nogal eens tegen, vroeg of laat, waarschuwen mensen wiens dromen uit zijn gekomen ons.
Ik wil niet beweren dat een mens moet stoppen met dromen, Bram. Maar wat als-ie niet uitkomt, of tegenvalt? Wat maakt je leven dán de moeite waard….
Warme groet,
Mirjam
Ha Mirjam,
Je snijdt een onderwerp aan dat me al lang bezighoudt, maar op een andere manier. Dat we verlangen naar geluk kan op zichzelf natuurlijk geen kwaad, en dat we er over dromen ook niet. Zo wilde mijn verkering een ‘to do-lijst’ opstellen, met alle denkbare plekken waar we samen nog eens naar toe zouden moeten gaan in een gedeelde toekomst. Ik voelde een enorme weerstand bij dat ‘to do’ en heb voorgesteld om er een ‘verlanglijst’ van te maken: meer of minder exotische plaatsen die we wellicht ooit nog samen zullen verkennen. Maar ook met de nadruk op het hier en nu: laten we eerst maar eens zorgen dat het verlangen niet dooft, en dat er ook geluk beleefd wordt op een van de vele mistroostige, natte dagen waar het klimaat ons de afgelopen tijd op heeft getrakteerd…
Weet je waar ik me echt over kan opwinden? Dat we steeds meer doen alsof geluk een product is dat je kunt bemachtigen. Enerzijds door heel hard je best te doen, anderzijds door de bereidheid fors te betalen voor de reis naar het beoogde paradijs. Als we er eens even rustig over nadenken weten we allemaal dat onder een palmboom op een hagelwit strand aan een azuurblauwe zee geen gegarandeerd geluk wacht. Maar reisbureaus zijn er meester in om te suggereren dat het wel zo is.
‘Als je nu je vakantie bij ons boekt, komt alles goed…’
En we zijn in verwarring: ‘goed’ en ‘gelukkig’ zijn geen synoniemen. Het leven is van zichzelf niet goed of fout, de kwalificaties die we er op plakken bepalen ons gevoel. ‘Ik voel me zo slecht door al die regenachtige dagen’ of ‘Hopelijk klaart mijn humeur snel op als ik volgende week naar Ibiza vlieg’…
Ik vraag wel eens aan mensen waar ik mee werk om na te denken over de grootste geluksmomenten in hun leven, en vrijwel nooit komen ze dan met een vakantie in een heel ver land op de proppen. Net zoals de dag dat je in het huwelijk treedt toch meestal niet de mooiste dag van je leven blijkt te zijn. Hoeveel je ook hebt geïnvesteerd in de locatie, het eten en drinken en de bruidsreportage.
‘Geluk is niet te koop’ zei mijn oma altijd al, en ze is inmiddels dertig jaar niet meer onder ons. Weet je wat er in die dertig jaar is gebeurd? We zijn alleen maar meer gaan geloven dat het toch zo is.
Waarbij we vooral een koppeling maken met geld: als je maar genoeg geld hebt kun je er komen, bij dat ultieme en eeuwig durende geluk.
Maar niets is minder waar: er is geen enkel bewijs dat je banksaldo iets voorspelt over de mate van geluk die je ervaart. Mensen die hun hele leven bezig zijn geweest om rijk (en vaak ook beroemd) te worden eindigen niet zelden met een verslaving of depressie, inclusief gedachten aan zelfdoding.
Ook een leuke vraag: zou jij willen ruilen met Elon Musk? Ik ben nog niemand tegengekomen die voluit ‘ja’ zei als antwoord op deze vraag. En waarschijnlijk omdat we allemaal wel voelen dat al zijn geld hem nog altijd niet gelukkig heeft gemaakt. Waarom wil je anders vluchten naar Mars?
Geluk valt ons toe, op een onbewaakt moment. Het is een opwindende sensatie, zoals ik het ken tenminste: ik zit ergens met een van mijn kinderen en kan dan ineens voelen dat die ontmoeting geluk betekent. Ik eet ergens met mijn dierbaarste vriend en ben zomaar intens dankbaar voor onze vriendschap. Dat hoeft niet in een sterrenrestaurant te zijn, het kan zich ook voordoen in een snackbar.
Er bestaat een geluk-industrie, ben ik bang. Zonder dat er een geheime bijeenkomst is geweest waar de bazen van grote multinationals en regeringsleiders dit met elkaar hebben uitgedacht. Het is geen samenzwering of complot, denk ik. Maar wel een duistere kant van het kapitalisme, dat in toenemende mate hele basale menselijke behoeften als warmte, veiligheid en verbinding naar de achtergrond heeft gedreven.
De mens is een sociaal dier, dat het liefste speelt met soortgenoten. We doen graag alsof dat niet meer nodig is, maar we zouden allemaal eens een middagje in Artis naar de apenrots moeten gaan kijken. Daar zie je wat wij in de basis ook zijn, want er is amper verschil tussen de mens en de mensaap.
Het is en blijft een vreemde gewaarwording om te zien dat zoogdieren die wij graag typeren als ‘van een lagere orde’ zoveel meer pret lijken te beleven dan wij, emotioneel geremde en calculerende beestjes die niet meer weten hoe ze terug kunnen naar de tijd van het kinderlijke geluk, de naïeve onschuld van het schoolplein in onze jonge jaren. Laten we daar eens naar op zoek gaan, in onszelf. En huur daar desnoods hulp bij in, het kan je een paar hele kostbare vakanties besparen…
Wat denk jij Mirjam? Een groet vanuit het hart zend ik je! Bram