Waarom is de wereld zo selectief bij het bestrijden van terreur?
Over de hele wereld gaan complottheorieën rond over wanneer en waarom een land internationale ‘steun’ krijgt, maar dat echte wanneer en waarom blijf onduidelijk. Er zijn geen heldere motivaties te vinden waarom de ene groep, het ene land wel hulp krijgt en het andere niet.
De onvrede en frustratie vanuit niet-Westerse groepen en landen groeit, want hoewel er altijd argumenten te vinden zijn om een keuze te verantwoorden, zijn er altijd net zoveel verklaringen om het ongelijk aan te tonen. Ik heb niets met complottheorieën, ik geloof niet in een bewuste opzet voor een negatieve uitkomst. Wel geloof ik dat we in een wereld leven waarin we steeds meer chaos creëren.
Tot voor kort was de angst dat in Sirte (Libië), de geboortestad van Khadaffi, nog aanhangers van de oud-dictator te vinden waren, extreem groot. Zo groot dat men in de stad geen eigen wapen voor zelfverdediging mocht bezitten, mede vanuit de angst dat men de wapens wel eens zou kunnen gebruiken tegen het land. Terwijl het onderlinge vertrouwen, hoewel schraal, aan het groeien is, zijn er externe partijen die voor steeds grotere problemen zorgen.
Sinds enkele maanden zijn er behoorlijke veranderingen op te merken. De inwoners van Derna zijn, succesvol, in opstand gekomen en hebben IS uit hun stad verdreven. Inmiddels zijn ze al maanden in gevecht met de extremisten om ze ook daadwerkelijk uit de stad te houden. Ook in Sirte speelt men met de gedachte om IS uit de stad te weren, maar de bewoners van Sirte zijn gehandicapt: ze hebben geen wapens tot hun beschikking.
IS heeft zijn best gedaan om de gehele bevolking te indoctrineren en bij zijn filosofie te betrekken, toch zijn er groeperingen geweest die openlijk weerstand hebben geboden tegen de terreurgroep. Niettemin ging het, ondanks de weerstand, al die tijd goed. Tot aan deze week. IS-strijders doodden een moeftie. Het gevolg: inwoners pakten hun wapens op en gingen openlijk in verweer tegen IS. Wat hierna gebeurde is te gruwelijk voor woorden. Het aantal doden wordt geschat tussen de 50 en 200. Wat zich exact heeft afgespeeld is niet helemaal duidelijk, doordat IS het grote gebied volledig af heeft gesloten. Wat wel duidelijk is, is dat IS het gemunt heeft op een Salafistenstam. Na de Yezidi’s is de terroristische organisatie deze nu stelselmatig aan het uitmoorden. Iedereen die daartussen komt, wordt ook een kopje kleiner gemaakt. Zo heeft IS een ziekenhuis in brand gestoken, met patiënten en al. Dagelijks worden her en der door de stad nieuwe doden opgehangen, aan bruggen of speciaal hiervoor ontworpen apparaten.
De situatie in Libië is extra lastig omdat het land sinds de ‘Arabische lente’ vier jaar geleden nog steeds verdeeld is en naarstig opzoek naar eenheid. Het land heeft nog vele uitdagingen voor zich. Waar Libië in ieder geval duidelijk over is, is dat de inwoners tégen IS zijn. De terroristische organisatie bestaat, op een enkele Libiër na, voornamelijk uit buitenlanders die het land naar hun hand proberen te zetten en te vormen naar hun idee. In hun strijd tegen IS hebben de Libiërs hulp nodig, maar er is totaal geen aandacht voor de situatie aldaar.
Waarom wordt er nauwelijks bericht over de massamoorden die er plaatsvinden? Waarom wordt er geen medische hulp verleend? De tekorten bij de Libische Rode Halve Maan lopen op, evenals in de ziekenhuizen. En het Westen? Dat kijkt de andere kant op.