Er was een tijd dat krakers gezien werden als bloemenkinderen en kunstenaars die gebouwen redden van leegstand en verwaarlozing door afwezige eigenaren. Sinds de jaren ’90 werd dat beeld negatief bijgesteld. Woningen zouden vooral worden gekraakt door daklozen en buitenlanders in woningnood. In 2010 werd de antikraakwet van kracht. Honderden panden werden ontruimd en langdurig kraken blijkt nagenoeg onmogelijk geworden. Maar sinds de huisvestingsproblemen in steden als Amsterdam weer groter worden, door toedoen van speculanten die de huizenprijzen opdrijven en de woonruimte slechts beschikbaar stellen aan short stay toeristen (als er überhaupt al mensen inkomen), groeit de kraakbereidheid weer.
Begin dit jaar maakte Amsterdam kennis met de jonge krakersgroepen de Kinderen van Mokum en De Rederijkers, die grote panden kraakten in het centrum en in Zuid. Waar de eerste groep gemotiveerd werd door een gebrek aan woonruimte, zijn de Rederijkers idealistisch gemotiveerd. At5 maakte een reportage over de krakers van toen en nu: