Het gaat natuurlijk niet om het papier, maar om de ideeën die in een boek staan.
Het kabinet gaat het verbranden van de Koran en andere religieuze boeken niet verbieden. Minister van Justitie Van Weel noemt het verbranden van religieuze boeken ‘zeer verwerpelijk’, maar hecht aan wat hij noemt de ‘vrijheid van meningsuiting’.
Eerst even mijn positie in het mijnenveld dat ik betreed door iets te vinden van het verbranden van de Koran. Ik ben niet gelovig, maar de wereld der gelovigen is mij niet vreemd. Die zit vol gevoeligheden. Om te beginnen in mijn gezin en daaromheen ben ik omringd door gelovigen, keurig verdeeld over christelijk en moslim. Ik zie dat ze door hun geloof de kracht hebben om op hun manier in het leven te staan. Alleen snap ik er niets van, van geloven. Maar de hotline tussen ons over het geloof staat altijd open, met soms scherpe discussies aan tafel binnen de Bermudadriehoek christendom, islam en agnosten. Een voorbeeld van hoe we er mee omgaan: wel in de kerk getrouwd, maar we gaven elk het jawoord op een andere vraag. Laten we in de praktische geest van hoe mijn huwelijk is gesloten kijken naar wat er precies gebeurt.
Ten eerste, een boek verbranden betekent één mogelijkheid minder gedachten te verspreiden, de belangrijkste functie van een boek in het speelveld van de vrije meningsuiting. Verbranden betekent dus altijd feitelijk een afname van de mogelijkheid tot vrije meningsuiting. Reden genoeg om die invalshoek mee te nemen bij de houding ten opzichte van boekverbranding en vrijheid van meningsuiting
Als daad. Want dat is een boek verbranden. Kan een daad, in dit geval baldadig fikkie stoken op straat, ‘vrije meningsuiting’ zijn? Het gaat natuurlijk niet om het papier, maar om de ideeën die in een boek staan. De woorden zijn belangrijker dan het papier waar ze op staan. Indachtig de woorden van Joost van den Vondel dat de ware kerk niet van steen is, is het goed stil te staan bij de stoffelijkheid van papier. Een boek op internet kan ook geen vlam vatten.
Maar voor een moslim gaat die papieren werkelijkheid niet op. Het boek de Koran overstijgt door zijn inhoud de status van object. In een staat van onreinheid, als de rituele wassing niet is verricht, mag je de Koran niet aanraken. Het verbranden van de Koran is zodoende altijd een daad ter provocatie, met meestal de hoop van de daders op reactie in de openbare ruimte. Die is echter niet primair bedoeld voor brandjes en provocaties en wat er daarna kan komen. Waarom zou een burgemeester fikkie stoken beschouwen als ‘vrije meningsuiting’ en niet als verstoring van de openbare orde?
Natuurlijk, voor het verbieden van het verbranden van de Koran is handhavingscapaciteit nodig en dat schijnt lastig te zijn. Een verbod kan ook motiverend werken op provocateurs. Maar als in onze debatcultuur de daad van een boek verbranden de status heeft van vrije meningsuiting, dan kun je ook andere zaken symbolisch kapot maken en dat vervolgens aanmerken als vrije meningsuiting. Verzin het maar. Dan zijn we echt de weg kwijt.
We blijven praktisch door tot slot onder de aandacht te brengen dat indien een Koran versleten, gescheurd of anderszins niet meer bruikbaar is, het boek juist verbrand dient te worden volgens de islamitische leer… (of begraven).
En naast dat boekverbranding de vrije meningsuiting kwantitatief belemmert en de openbare orde verstoort, is er praktisch gezien nog een punt. Papier stoken is slecht voor het milieu. Zeg in deze tijd dat iets niet duurzaam is en elke discussie komt tot een eind.