© cc-foto: agriflanders
De strijd van veehouders lijkt gestreden, de dierindustrie zal moeten inkrimpen om de stikstofdoelen te halen. Het bedrijf Hamletz in Beerta presenteert zichzelf als hoopvol alternatief voor de toekomst. Van de Dierenbescherming krijgt Hamletz twee Beter Leven sterren. Ze verbouwen lupine voor de varkens en wekken energie op met hun mest. In de supermarkt belooft de verpakking dat “het scharrelvlees van boerin Annechien” beter is voor varken, natuur en boer. Is dit de toekomst van de Nederlandse dierindustrie?
Ik hoop het niet. Want wie verder kijkt dan de reclames van Hamletz zal opmerken dat het bedrijf geen alternatief is, maar een typerend voorbeeld van de huidige dierindustrie. Dit werd een paar weken geleden weer eens duidelijk, toen een stal van Hamletz in brand vloog. Er kwamen honderden moedervarkens en biggen om. We lazen bij diverse media hoe aangedaan eigenaresse Annechien ten Have-Mellema was. Het lijkt me niet aannemelijk dat zij erg verdrietig was over de dood van de dieren. Hamletz zet wekelijks een paar honderd dieren op transport naar de slachterij. In veel slachterijen worden varkens 'verdoofd' met CO2, vergelijkbaar met stikken tijdens een brand. Waarschijnlijker is het dat Ten Have treurt over de financiële schade, maar ook dat is maar zeer de vraag.
In de agrarische vakpers klonk Hamletz strijdlustig: ze kondigden enthousiast de heropbouw van de afgebrande zeugenafdeling aan. “Waarschijnlijk wordt de kraamstal niet meer hetzelfde zoals die nu was. We hadden toevallig al eens naar andere mogelijkheden gekeken.” Dat is erg zwak uitgedrukt, want in werkelijkheid waren enkele weken voor de brand al concrete stappen gezet om de huisvesting van de moedervarkens te verbouwen. Het bedrijf vroeg in april 2023 een aanpassing aan van het bouwblok, die in mei 2023 werd goedgekeurd. Ze zijn voornemens enkele stallen te slopen en vijf nieuwe stallen te bouwen.
Met de voorgenomen verbouwingen wil Hamletz omschakelen naar biologische varkenshouderij. Een grote verbetering zou je denken, maar dat is niet zo. In de huidige vleesvarkensafdeling kunnen de dieren niet in de aarde wroeten, omdat hun uitloop volledig van beton is gemaakt. Ongehoord filmde in 2021 ernstige staartbijtwonden en kreupele vleesvarkens in deze stallen. Toch volstaat dit om het biologische keurmerk te verkrijgen. De kraamstallen hadden bij Ten Have echter geen uitloop, waardoor ombouw nodig is om het begeerde biologische certificaat te krijgen. Deze uitloop is niets meer dan een betonnen bak van nog geen twee vierkante meter. Het aantal biggen dat verplet wordt door hun moeder is bij biologische huisvesting in de regel hoger, omdat er geen kraamkooi toegepast mag worden. Wat er wel verbetert is de verkoopprijs van het vlees.
We zijn inmiddels gewend aan de flink gesubsidieerde veehouders die op TV vertellen hoe zwaar ze het hebben. Ten Have is ook daar niet anders in. In het televisieprogramma Pointer zei ze dat te weinig consumenten haar Hamletz-vlees willen kopen. Voor de bouw van de vleesvarkensstallen in 2018 ontving Hamletz enorme subsidies, maar sloot daarnaast ook een lening af. Hamletz was onder verscherpt toezicht van de bank komen te staan, omdat het niet lukte deze lening terug te betalen. Het is een raadsel hoe het bedrijf een jaar later opeens juist bijkomende financiering zou kunnen vinden voor nog meer verbouwingsplannen. Met het verzekeringsgeld dat onverwachts in hun schoot komt te vallen door de stalbrand, is er alvast voldoende startkapitaal om de zeugenafdeling herop te bouwen volgens haar nieuwste biologische verdienmodel.
De omschakeling naar biologisch houdt niet in dat de varkensfokkerij kleinschaliger zal produceren. In de aanvraagdocumenten wordt gesteld dat: “het niet mogelijk is om veel in dieraantallen terug te gaan omdat dit invloed heeft op het toekomstperspectief en het economisch noodzakelijk is om het huidige dieraantal niet drastisch te verlagen”.
In 2021 bracht onderzoek van Ongehoord al aan het licht dat het Beter Leven bedrijf met vergunning voor 632 zeugen en 5163 vleesvarkens, opfokzeugen en opfokberen een megastal is, volgens de definitie van de Dierenbescherming. Na de ombouw naar biologisch zal dit niet veranderen. Met de dieraantallen die ten Have opgeeft voor de nieuwe biologische bedrijfssituatie (580 zeugen en 4550 vleesvarkens, opfokzeugen en opfokberen) blijft het bedrijf een megastal.
Dit is opmerkelijk omdat de Dierenbescherming naar de buitenwereld laat uitschijnen dat megastallen verboden zijn voor haar keurmerk, onder andere omdat “er door de hoge aantallen dieren vaak minder aandacht aan het individuele dier besteed kan worden, met negatieve gevolgen voor het dierenwelzijn; Er meer dieren risico lopen bij bijvoorbeeld een dierziekte-uitbraak, brand, uitgevallen ventilatie of andere incidenten…Megastallen tot Beter Leven toelaten zou dan ook een groot afbreuk risico vormen”.
Om het Beter Leven verbod op megastallen te omzeilen wordt een administratieve truc gebruikt. De zeugenafdeling en de vleesvarkensafdeling van het bedrijf staan geregistreerd als twee afzonderlijke bedrijfslocaties, waardoor het aantal dieren “per locatie” aanzienlijk lager ligt. In realiteit gaat het overduidelijk om 1 bedrijf, waar moedervarkens in de zeugenafdeling biggen werpen die in de aanpalende vleesvarkensafdeling vetgemest worden. Hiermee toont Hamletz zich een typische veehouderij. Veehouders vinden het volstrekt normaal om zich niet aan regels en wetten te houden. Dat zagen we bij hun protesten afgelopen jaar, maar ook in het negeren van milieu- en dierenwelzijnswetten.
Hamletz is een mega-stal, die miljoenen subsidies opslurpt en dierenwelzijn niet te nauw neemt. Toch is er een groot verschil tussen de reguliere veehouderij en Hamletz. Waar andere veehouders snelwegen bezetten om hun zin te krijgen, heeft Ten Have het geschopt tot lid van de Raad voor Dieraangelegenheden. In die functie mag ze de overheid adviseren. In hun reclames presenteert Hamletz zich als alternatief voor de huidige dierindustrie. In werkelijkheid streeft ten Have hetzelfde doel na als de rest van de dierindustrie: vleesproductie en -verkoop in stand houden, het handje blijven ophouden voor Europese inkomenssteun en subsidies voor elke scheet die de boer laat.
Je kunt je afvragen wat het ergste kwaad is: tractorterroristen die onbeschaamd opkomen voor hun financiële eigenbelangen? Of wolven in schaapskleren die de kunst verstaan het publiek op meesterlijke wijze te misleiden? We hoeven gelukkig niet te kiezen tussen twee kwaden, we kunnen ook zonder dierindustrie de toekomst tegemoet.
cc-foto: agriflanders