Trump heeft Iran een geopolitieke dienst bewezen en ayatollah Khamenei een legitieme reden geschonken om kritische burgers de mond te snoeren
Het is ongetwijfeld een uit het koloniale tijdperk overgebleven trekje. De niet-westerse bondgenoten zijn in het Westen gauw de niets vrezende “krijgers”, de uitdagers van het Westen, de blinde barbaren. Het meest ironische lotgeval van dergelijk kinderlijke representatie van de Ander ondervond Osama Bin Laden. De verwaande miljonairszoon die in zijn latere leven instrumenteel geweld romantiseerde en de ambitie had om ooit de Saudiërs te onttronen. Hij werd bij het bestrijden van Russen eerst onthaald als een eigentijdse Robin Hood om na 9/11 tot verpersoonlijking van het Kwaad veroordeeld te worden.
Al begaat het Westen zelf regelmatig oorlogsmisdaden, die worden als onbedoelde “bij-gevolgen” van “rationeel denken” of in ieder-geval misschien onethisch maar toch nuchtere “belang-denken” gezien. De niet-westerse politieke tegenstander daarentegen moord om te moorden, is een psychopaat, of een zelfmoord-terrorist en zoals door de neo-cons Iran vaak wordt geframed: een zelfmoordstaat.
Welnu. De net door de Amerikaanse aanslag overleden generaal Qassem Soleimani was geen regionale Robin Hood voor het Midden-Oosten, noch de verpersoonlijking van het kwaad. Hij verdedigde een staat die hem – kind van een door en door arme boer – de kans had gegeven om het ver te schoppen, tot een generaal. Hij was volgens vriend en vijand een briljant militaire strateeg. Hij was ook, als een grote uitzondering op de meeste leiders in de regio, een man die in staat was om regionale coalities te vormen met verschillende etnische en culturele groepen. De Koerden van Irak, de Tadzjieken in Afghanistan, de Sjiieten in Libanon en Houthis in Jemen kunnen erover mee praten.
Hij was ook rücksichtslos en voor hardhandige aanpak van de burgerbevolking in Iran en elders in de regio waar het in zijn ogen en vanuit zijn machtscalculatie nodig was. Dat maakte hem terecht gehaat in Syrië omdat hij een zichtbare hand had in Assads slachting van tienduizenden eigen burgers. Dat maakte hem ook gehaat onder de Soennitische minderheid in Irak die zich na de val van Saddam onderdrukt en gediscrimineerd voelden en zijn rol in deze als een afrekening van Iraniërs met Soenitische Saddams ervoeren.
Het maakte hem op een gegeven moment ook gehaat onder een groeiende groep binnen de Iraakse elite en hun aanhang – ja, ook onder de Slijten – omdat ze ondertussen genoeg hadden van ruim vijftien jaar heer en meesterschap van deze Iraniër in hun land. De buitenlandse diplomaten in Bagdad hadden Soleimani de bijnaam “Mr. Iraq” gegeven. Hoe vernederend is dat niet voor elk zelf respecterend Irakees politicus?
Onder veel Iraniërs was hij “onze man in het Midden-Oosten” en geliefd. Zelfs onder een deel van de in ballingschap levende diaspora, veelal gevlucht en geenszins sympathisanten van autoritaire regime daar. Ook die populariteit is niet enkel op irrationeel blinde emotie gestoeld. Het is te begrijpen als we iets beter inzoomen op Iran.
Het is het land waar in 1953 de enige echte democratische regering uit zijn geschiedenis, die van Mohammad Mossadeq, door de CIA en met een staatsgreep omver is geworpen. Een land dat in de jaren ’80 van de vorige eeuw met toejuichen en steun van het Westen en hun Saudische bondgenoten in een van de langdurigste loopgravenoorlogen van de wereldgeschiedenis verwikkeld raakte, met het Irak van Saddam Hoessein. Duizenden doden en een kapot land waren het resultaat.
Het is ook een land voor wiens ogen het huis van zijn oosterburen in Afghanistan al ruim 40 jaar in brand staat, door de Koude Oorlog-rivaliteit tussen Sovjets en Amerikanen eerst. En later door inval van Amerikanen als represaille voor de 9/11, om voormalige bondgenoot Bin Laden te vernietigen. Iran kijkt sinds 2003 ook naar zijn buren westwaarts, het post-Saddam Irak en wat de Westerse interventie daar teweeg heeft gebracht: zestien jaar chaos en dood en verderf met het ontstaan van de IS als grootste diepte punt.
De populariteit van de Islamitische Republiek Iran onder eigen burgers is al jaren tanende. Ik durf te beweren dat die populariteit in de herfst van 2019 haar dieptepunt heeft bereikt. Nog geen twee maanden geleden zijn volgens persbureau Reuters 1500 betogers door de Iraanse revolutionaire Garde en oproerpolitie en op direct bevel van de opperste leider Ali Khamenei doodgeschoten tijdens protesten tegen het economisch beleid van het regiem (en verhoging van de olie- en benzineprijs). Maatschappelijk breed, door studenten, mensenrechtenactivisten, vakbonden intellectuelen en artiesten werd felle kritiek geuit op deze gruwelijke aanpak van protesterende burgers.
Maar gesitueerd in de context van het Midden-Oosten van vandaag kan het grote gevaar van buitenaf, de dreiging van onder de voeten te worden gelopen door een wereldmacht, de zwaar gefrustreerd en ontevreden burgers toch weer met deze autoritaire machthebbers verbinden. Want dan staat voor de mensen een ander vraagstuk dan hun burgerrechten centraal: “Hoe zorgen we dat wij als natie geen tweede Afghanistan of Irak worden?”
Het steeds meer met succes uitgekristalliseerd antwoord van de Islamitische Republiek hierop in afgelopen 40 jaar is een militaire doctrine: “defense forward”. In voor de burgers eenvoudig te begrijpen en te waarderen woorden van de boerenzoon Soleimani houdt dat het volgende in “we moeten in Damascus en Bagdad vechten zodat we niet in Teheran hoeven te vechten”.
Soleimani is dood. Maar door die aanslag op hem leeft die doctrine meer dan ooit. Volgens vele commentatoren was deze aanslag een ultieme blunder die aan de rol van Amerikanen in Irak effectief een einde maakt en dus de Iraniërs vrij spel geeft. “Mr. Iraq is gone, but Iran is there to stay.” Dat moet nog blijken.
Wat wel zonneklaar is, is dat de aanslag op Soleimani en de dreiging van een confrontatie met de Amerikanen ayatollah Khamenei en de zijnen een kans geeft om de interne kritiek opnieuw en waarschijnlijk voor lange tijd de mond te snoeren. Het aanslagbevel van president Trump op Soleimani was een doodskus voor iedere Iraniër die hoopte op een democratisch Iran binnen afzienbare tijd.