Wetenschapsjournalist Ionica Smeets kaart in een opinie in de Volkskrant aan dat meer vrouwen lezingen zouden moeten geven op congressen. Zij refereert aan academici Athena’s Angels die strijden voor gelijke kansen in de wetenschap. Het zou nog te vaak gebeuren dat mannelijke wetenschappers het podium domineren en dat ligt volgens de kansberekening van Smeets niet aan ‘toeval’ of ‘kwaliteit’.
Het ‘all male panel’ is een wereldwijd fenomeen. Met de Tumblr All Male Panels wordt er zelfs speciale aandacht op gevestigd. Vaak wordt als excuus gezegd dat het ‘gewoon toeval’ is dat er alleen maar mannelijke deskundigen in een panel zitten of dat ze niet kijken naar sekse maar simpelweg voor ‘de beste kandidaat’ gaan. Onzin, volgens Smeets.
"Als de selectie van sprekers willekeurig is onder de beschikbare experts, dan zou je verwachten dat het percentage vrouwelijke sprekers even hoog is als het percentage vrouwelijke vakgenoten"
De wetenschapper neemt een congres waarbij negen mannelijke sprekers uitgenodigd zijn als voorbeeld om toe te lichten waarom de bekende argumenten niet steekhoudend zijn.
"Per kandidaat is de kans 50 procent dat het een man is en 50 procent dat het een vrouw is. Het is vergelijkbaar met een muntje gooien. Als je dat negen keer op een rij doet, is de kans dat je op alleen maar mannen uitkomt 0,2 procent. Dus dat is wel héél toevallig."
Zelfs al zouden er minder vrouwelijke experts zijn, zou het nog steeds niet logisch zijn om alleen mannelijke deskundigen uit te komen. Smeets berekent het door van één op de zes vrouwelijke hoogleraren uit te gaan.
"Dan komt puur willekeurig selecteren neer op het gooien van een dobbelsteen waarbij je bij zes een vrouw neemt en anders een man. De kans dat je bij negen namen eindigt op nul vrouwen is dan minder dan 20 procent. Als je echt willekeurig selecteert, dan is het veel waarschijnlijker dat je op één of twee vrouwen uitkomt."
Smeets voegt er nog zelf aan toe dat ze volkomen begrijpt dat het makkelijker is om op bekende mensen te komen maar dat het geen excuus mag zijn om andere deskundigen niet uit te nodigen.
"Ik snap dat ook wel. Als je mij ’s nachts wakker schudt en vraagt om een panel samen te stellen, dan zal ik iets roepen als ‘Robbert Dijkgraaf en Alexander Rinnooy Kan’. Maar dat komt doordat ik niet zo goed kan nadenken als ik net wakker ben. En ik vrees dat veel organisaties ook niet zo goed nadenken als ze experts zoeken."