En een deel van de woningnood!
In een eerder artikel hier verwezen we naar het basisinkomen als een belangrijke pijler voor een sociaal-culturele revolutie. Het creëert onder meer de vrede en veiligheid die nodig zijn voor belangrijke elementen als soberheid, actief burgerschap en solidariteit.
Op kortere termijn biedt een basisinkomen ook een oplossing voor problemen als toenemende inkomensongelijkheid, groeiende bureaucratie en gebrek aan (start)kansen in de samenleving. Deze problemen hebben allemaal hun eigen specifieke deeloplossingen, zoals een hoger minimumloon, betere uitkeringen en meer geld naar het onderwijs. Het alternatief van een basisinkomen biedt evenwel een overkoepelende oplossing voor veel deelproblemen.
In de discussie over het basisinkomen worden vaak twee argumenten over het hoofd gezien: een oplossing voor de toenemende inkomensongelijkheid door individualisering en de bijdrage aan een gedeeltelijke oplossing voor de woningnood. Twee belangrijke kenmerken van een basisinkomen zijn hier essentieel. Enerzijds de onvoorwaardelijkheid, dus onafhankelijk van elk ander inkomen. Anderzijds de individualiteit, m.a.w. uitgekeerd per individu en niet per huishouden.
Allereerst de toenemende ongelijkheid als gevolg van de individualisering. Daardoor hebben steeds meer mensen een zelfstandig inkomen. Het uniforme kostwinnershuishouden uit de jaren 50 bestaat niet meer. Meer verschillende inkomens per huishouden en meer verschillende gezinsverbanden leidde er in de jaren 80 toe dat gemiddeld nog maar vier personen afhankelijk waren van een inkomen. Nu is dat zelfs nog maar twee personen. Dat is op zich niet het probleem maar wel de groei in diversiteit van de gezinssamenstelling. Deze diversiteit maakt het gemiddelde inkomen per individu weliswaar moeilijk meetbaar, maar zeker is dat er grote verschillen zijn. Vergelijk het gezin met twee verdienende ouders en twee thuiswonende verdienende kinderen met een traditioneel kostwinnershuishouden.
Het individueel uitgekeerde basisinkomen verschaft een oplossing want versterkt de individualisering, ook als de huidige kostendelersnorm blijft gehandhaafd. Iedereen krijgt een inkomen, ook binnen de genoemde traditionele kostwinnershuishoudens. Individualisering wordt de norm. Daardoor vermindert het probleem van de inkomensongelijkheid tussen individuen.
Wat de woningnood betreft, het huidige uitkeringssysteem houdt in sterke mate rekening met andere inkomsten en vooral ook met de huishoudsituatie. Dat geldt bijvoorbeeld voor de vele toeslagen, de bijstand en qua huishoudsituatie ook de AOW. Twee AOW-ers die gaan samenwonen gaan van 2x70% naar 2x50%. Resultaat is dat om financiële redenen nogal eens het besluit valt dan maar niet te gaan samenwonen. Er komen dan dus ook geen extra huizen op de markt. Dat gebeurt wel bij een groei van de samenleefverbanden als gevolg van een individualisering van de inkomensverdeling via een basisinkomen. Toenemende individualisering en groei in samenleefverbanden gaan dan hand in hand. Dat effect wordt nog eens versterkt bij volledige individualisering wanneer ook de kostendelersnorm wordt afgeschaft. Dat een meerpersoonshuishouden per persoon vaak goedkoper kan hoeft niet automatisch tot lastenverzwaring te leiden, het blijft een politieke keuze. Duidelijk is dat het afschaffen van de kostendelersnorm een gunstig effect heeft op de woningmarkt en er zijn genoeg alternatieven (klimaat- en vermogensheffingen bijvoorbeeld) om dat financieel op te vangen.
Betrouwbare cijfers over wat een overgang naar een basisinkomen voor de woningmarkt zou betekenen zijn er helaas niet. Volgens het CBS zijn er 8,3 miljoen huishoudens in Nederland, waarvan 3,3 miljoen eenpersoonshuishoudens: 40 procent van het totaal. Naar schatting 20 procent van de alleenwonenden heeft een relatie. Dat zijn er dus 660.000. Dat zijn 330.000 potentieel beschikbare woningen, ervan uitgaande dat het overgrote deel van de alleenstaanden gaat samenwonen met een andere alleenstaande en niet in een ander meerpersoonshuishouden aanschuift. Mocht de helft van de alleenwonenden met een relatie inderdaad besluiten te gaan samenwonen met de invoering van een basisinkomen dan zijn de eerste 115.000 woningen binnen!