24/7-vrijheden vs. vrije-tijdsvrijheden: religieuze vrijheid krijgt meer tijd
Het beleid van de burgemeesters om het religieuze uniform te introduceren waar tot voor kort het uniforme uniform het uitgangspunt was zal leiden tot verwarring.
Stelt u zich eens even voor: een jonge moeder komt solliciteren voor een functie als boa en verlangt dat er een uitzondering gemaakt wordt op het uniforme karakter van het uniform. Zij is immers een overtuigde tradwife. Een tradwife is overtuigd van een traditionele rolverdeling tussen man en vrouw en wil de zorg voor haar kinderen niet aan anderen overlaten. Zij eist daarom dat zij een draagzak over haar uniform kan aantrekken waarin ze haar baby mee kan nemen. Wordt dat geweigerd, dan is dat volgens haar niet alleen een inbreuk op haar gewetensvrijheid, maar ook op haar recht op respect voor haar familieleven, zoals is vastgelegd in artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
De human resource manager die het interview met haar doet kijkt haar wat raar aan en zegt: “Sorry, maar dat gaat niet en uw argumenten zijn absurd. Nog los van dat wij een uni-form uniform hebben en ons zorgen maken om de uitvoerbaarheid van dit werk als u een baby meedraagt, snapt u toch zelf ook wel dat die vrijheid niet zover gaat dat u die 24/7 op kan eisen bij anderen? Wilt u die 24/7-vrijheid wel, dan kan dat natuurlijk, maar dan is deze functie helaas niet voor u geschikt.”
Die mevrouw kan dan nog wel iets zeggen over haar niet op pauze te zetten identiteit als moeder en gezinsvrouw en ze kan zelfs de samenleving voor haar karretje spannen om te schreeuwen dat het juist broodnodig emanciperend is om orthodoxe tradwives 24/7 de moederrol te laten vervullen tijdens het werk zodat ze in ieder geval werkt, maar dat zal geen verschil maken. Jammer, maar helaas: ze zal voor deze functie haar kind thuis of bij de opvang moeten laten óf ze moet op zoek naar ander werk dat bij haar overtuigingen en gezinsleven past. Overtuigingen en een gezinsleven waar ze uiteraard alle recht op heeft om die in te vullen zoals ze zelf wil. In haar eigen tijd welteverstaan.
Het weigeren een draagzak toe te laten bij het boa-uniform is niet in strijd met haar vrijheden, ook al is haar kind onderdeel van haar identiteit en belangrijker dan God, zoals bij elke geestelijk gezonde moeder. De non-existentie van een dergelijke strijd is totaal evident, er zijn geen problemen en iedereen snapt dat zij nog steeds de vrijheid heeft om de moeder te zijn die zij wil, ook al komt ze met haar eisen niet in aanmerking voor een functie als boa.
Daarna komt een overtuigde secularistische Pastafari langs. Zij komt ook solliciteren en verlangt dat zij een vergiet op haar hoofd kan dragen tijdens haar functie. De hoogste Nederlandse bestuursrechter heeft met goedkeuring van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dan wel bedacht dat hij onderscheid kon maken tussen echte en neppe religies en dat hij de Kerk van het Vliegende Spaghettimonster kon afwijzen als religie, hij heeft daarnaast wél benadrukt dat het dragen van het vergiet onder de vrijheid van meningsuiting viel. Dat vrijheid van meningsuiting is ook een grondrecht. De Pastafari eist dus dat haar vrijheid van meningsuiting gerespecteerd wordt en dat zij tijdens haar functie het vergiet kan blijven dragen. Het gaat immers om mensenrechten. De man aan de overkant van de tafel kijkt weer een beetje raar. “U snapt toch zelf ook wel hoe absurd dit is? Ten eerste kunnen andere mensen hier aanstoot aan nemen en ten tweede is deze functie niet om uw mening te uiten. Wij verlangen dat u ónze mening (het neutraal handhaven van de wet) uitdraagt tijdens werktijden. Uw eigen mening bewaart u maar voor uw eigen tijd.” De Pastafari benadrukt dat haar mening niet in de weg hoeft te staan van de neutrale uitvoering van haar taken, die zij best neutraal kan uitvoeren. Het één spreekt het ander niet tegen, natuurlijk. Maar dat argument vindt geen gehoor. Als zij die mening tijdens haar werk moet uitdragen, zit er niets anders op dan verder te zoeken, ook al handelt ze er niet naar tijdens werktijd en is haar gedrag feitelijk wél neutraal.
Opnieuw vindt niemand de eis de eigen meningsuiting tijdens werktijd opzij te zetten in strijd met de vrijheid van meningsuiting. De overtuigde secularist wordt niet gediscrimineerd, ook al kan zij haar vrijheid niet uitvoeren tijdens het werk. Er is geen enkele grondrechtenschending als de vrijheid van meningsuiting geen 24/7-vrijheid is, maar een vrije-tijdsvrijheid.
Dan komt een moslima aan de sollicitatietafel. Zij eist dat het uniform wordt aangepast omdat zij vrijheid van godsdienst heeft en een hoofddoekje wil dragen. Zij en haar gemeenschap doen hun best om het land ervan te overtuigen dat deze hoofdbedekking een eigen keuze is, maar toch kan zij het niet af laten en dit is haar grondrecht. Er is echter een probleem: in Nederland hebben we de scheiding van kerk en staat en als handhaver moet zij anderen aan wetten houden, terwijl ze met het hoofddoekje ook een ander regelsysteem vertegenwoordigt. De man aan de overkant van de tafel wordt er ondertussen helemaal gek van: “Prima al die vrijheden en grondrechten; ik ben er helemaal voor, maar doe dat in je eigen tijd. Dit gaat niet in combinatie met deze functie.”
Maar dan schudt ineens de wereld op haar grondvesten, breekt de lucht open en staat het Hof voor de Mensenrechten op en in haar kielzog de zichzelf meer profilerende burgemeesters onder de burgemeesters. “Ho, wacht eens even, dit is discriminatie. Je kunt niet verwachten dat die mensen hun religie opzij zetten tijdens het werk. Die moet je 24/7 kunnen belijden en uitdragen, anders is de vrijheid niet bestaand. Ze hebben geen keuze. Het is geen vrijetijds-vrijheid, stelletje seculiere niet-inclusieve barbaren. Wat denken jullie wel niet? Feminisme, diversiteit, inclusiviteit en rap een beetje! Dit is broodnodig en emanciperend!” Men buigt, want dit is allemaal wel erg gezagwekkend.
Bepaalde religieuzen eisen meer uren op voor hun vrijheid dan we willen geven aan anderen. En die krijgen ze. Niet-nadenkende helpers verzinnen goedbedoeld allerlei argumenten die bij andere vrijheden absurd gevonden zouden worden en zo krijgt religievrijheid bij die ene godsdienst de volle lading fte’s, terwijl het voor andere vrijheden de normaalste zaak van de wereld is dat zij het moeten doen met een part-timefunctie. Religievrijheid, met name die van de islam, wordt op die manier heiliger dan de vrijheid van meningsuiting, waarmee je het als overtuigde secularist of atheïst vaak moet doen. En zo groeit het belang van religie boven de vrijheden van anderen. Fundamentele vrijheden als vrije-tijdsrechten behandelen in plaats van 24/7-rechten is bij alle andere grondwettelijke vrijheden heel evident. Er is geen enkele schending van mensenrechten als je voor je werk even je eigen mening in moet slikken, als je je seksuele identiteit even niet mag praktiseren op de achterbank van je bedrijfswagen of je gezin even thuis moet laten. Waarom verdient religieuze vrijheid dan meer uren en is het ineens geen vrijheid meer als je die vrijheid ook moet bewaren voor je eigen tijd omdat we de scheiding van kerk en staat bij handhavers belangrijker vinden? Laat u niets wijsmaken.