Vrijwel overal gaat opkomend nationalisme gepaard met groeiende homofobie. Dat de EU zich terugtrekt uit de Balkan helpt niet
Nederland is samen met Israël de belangrijkste uitzondering op de regel dat nationalisme vijandig staat tegenover de emancipatie van seksuele minderheden. Daar waar een sterke identificatie met het ‘vaderland’ en de ‘moedertaal’ de boventoon in het politieke discours begint te voeren, zijn het de illegalen, immigranten, Roma en homo’s die de eerste klappen mogen opvangen. Dat er in bovengenoemde landen door verschillende politieke groepen gepoogd is homotolerantie tot nationale trots uit te roepen ligt vooral in het strategische overwicht dat een dergelijke positie biedt jegens een onderdrukte en als barbaars en radicaal afgeschilderde ander, respectievelijk de Marokkaanse gemeenschap en het Palestijnse volk.
In de rest van de wereld, zoals in de Balkan, liggen de verhoudingen anders. De gestage groei die het nationalisme momenteel in de regio doormaakt hangt af van een combinatie aan factoren, voor ieder land anders, maar met als gemene deler een groeiende desillusie in de EU en de daarmee gepaard gaande bevestiging van de nationale identiteit tegenover de Europese afwijzing.
Gouden Dageraad Dit is het zichtbaarst in Griekenland, waar de fascistische Chrysi Avgi (Gouden Dagenraad) inmiddels vrij spel heeft bij het molesteren van immigranten, homoseksuelen en ieder ander die de pure groot-Griekse idee in de weg lijkt te staan. Maar ook in Servië, waar een intense verbolgenheid heerst over de ‘partijdigheid’ van het internationale rechtssysteem dat recentelijk zowel Kroaten als Kosovaren vrijsprak van oorlogsmisdaden tegen de Serviërs. Dit jaar werd opnieuw de LGBT Pride Parade afgelast onder druk van dreigementen van zowel kerk als nationalistische politici;
Kosovo, waar een drang naar nationale identiteit leidt tot het mobiliseren van de Islam als bindende kracht tegen de orthodoxe Servische minderheid; en Albanië waar een derde afwijzing van EU-kandidaatsstatus leidt tot een groeiende radeloosheid van de kleptocratische overheid, die zich onder druk van de groeiende populariteit van de nationalistische Aleanca Kuqezi (Rood-Zwarte Alliantie) vertaalt in een retoriek die net als in Griekenland stoelt op het idee van een ‘etnisch’ vaderland.
In het geval van Albanië gaat het dan om een openlijke oproep tot unificatie met Kosovo en een intense identificatie met Albanese minderheden in Griekenland, Montenegro en Macedonië, die recentelijk hebben geleid tot diverse diplomatieke schandalen.
‘On-Albanese elementen’ en Islam Gepaard met de bevestiging van de nationale identiteit in Albanië en Kosovo, een bevestiging die zich allereerst vertaalt in de wens tot unificatie — ‘Een taal, een natie’, is er een beweging zichtbaar geworden, voornamelijk in Kosovo, maar ook in Albanië bij de Rood-Zwarte Alliantie, waarbij de Islam expliciet wordt verbonden aan nationale identiteit. Dit is een nieuwe ontwikkeling in zoverre dat Albanië gedurende de communistische periode officieel atheïstisch was, en een groot deel van de bevolking slechts nominaal gelovig is. De religieus getinte nationalistische retoriek lijkt zich in steeds grotere mate te richten op ‘on-Albanese’ elementen binnen de Albanese samenleving en de kans is groot dat deze retoriek na de aankomende parlementsverkiezingen in juni een officiële stem krijgt.
De gevolgen in Albanië laten zich inmiddels makkelijk voorspellen aan de hand van recente incidenten in Kosovo. Afgelopen vrijdag lanceerde het Kosovaarse tijdschrift Kosovo 2.0, een van de meest vooruitstrevende tijdschriften in de regio, dat zowel online als offline grensoverschrijdend te werk gaat met nummers over bijvoorbeeld geloof en corruptie en zich consequent in de drie officiële talen van Kosovo uit, haar vierde nummer rondom het thema ‘seks’. In dit nummer werd onder andere voor het eerst en uitgebreid verslag gedaan van de homo- en vrouwenbeweging in de regio, met interviews en brieven van activisten uit Servië, Kosovo en Albanië.
De presentatie van deze laatste editie werd afgelopen vrijdag ernstig verstoord door een groep ‘hooligans’, die onder het uitroepen van ‘Allahu Ekber’ (‘Allah is groot’) de presentatieruimte vernielden en traangas naar de aanwezigen wierpen. Daarnaast verzamenlde zich later een grote menigte voor het gebouw van gelovige moslims, protesterend onder het uitroepen van onder andere ‘Jashtë pederastët’ (‘Weg met de flikkers’).
‘Seksfeest’ De politie was grotendeels afwezig, en genodigden werd toegang tot het gebouw onmogelijk gemaakt. Uiteindelijk moesten de aanwezigen in het gebouw onder begeleiding, en in kleine groepen, de vernielde ruimte verlaten. Daarnaast berichtten lokale media sensationeel over een niet-bestaand ‘seksfeest’, en deden een aantal imams en moslimorganisaties oproepen tot het verbieden van ‘het kwaad’, ‘onmenselijke organisaties’, ‘ontaarding en vernietiging van de maatschappij’. Afgelopen zondag leidden deze oproepen tot een aanval van verscheidene ‘hooligans’ op medewerkers van de homorechtenorganisatie Libertas, waarbij een van hen gewond raakte, en een groot aantal dreigementen aan het adres van Igballe Rugova, een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de vrouwenbeweging in Kosovo.
EU Het feit dat de EU zich terugtrekt uit de Balkan, zowel letterlijk als figuurlijk, en zich opsluit in haar eigen, alsmaar voortdurende crisispolitiek leidt op dit moment dus tot een duidelijke groei in nationalistische en religieuze retoriek, zowel orthodox christelijk als islamitisch, en een markante en direct gerelateerde groei in geweld tegen ‘vreemde’ elementen: in de eerste plaats immigranten en seksuele minderheden.
Zij zijn het die als eerste de gevolgen voelen van een politiek van uitsluiting en groeiende frustratie en armoede. Zij zijn het die de eerste klappen opvangen van een economische en politiek beleid dat heeft ingezet op ‘bezuiniging’ zonder geleerd te hebben zuinig te zijn op de tolerantie, vrijheid en vrede die het nu bijna als bijzaak bij de economische eenwording bewerkstelligd lijkt te hebben.
De groeiende intolerantie die ik, en velen met mij, in de regio ervaren is een direct resultaat van de veranderende politieke situatie, zowel binnen als buiten de EU. Hoewel politiek zich vaak in abstracties afspeelt, staat zij niet los van de vele activisten die ‘in het veld’ letterlijk hun lijf en leden op het spel zetten voor die abstracties, zoals mensenrechten. Een zich sluitende EU, een EU die zich openlijk laatdunkend uitlaat over haar eigen lidstaten, is medeverantwoordelijk voor de groeiende etnische en religieuze spanning in de Balkan, en het past haar niet straks verrast te zijn, als die verdere gewelddadige gevolgen heeft. De eerste daarvan hebben wij al mogen ondervinden.
Vincent W.J. van Gerven Oei is filosoof en homorechtenactivist. Hij woont en werkt in Albanië.