Als er iemand op deze wereld van boeken hield was hij het
Mijn eerste kennismaking met uitgeverij De Arbeiderspers was met Theo Sontrop en Martin Ros. Ik mocht de inhoud van mijn contract min of meer zelf bepalen. Ze wisten hoe ze me met veel charme moesten binnenhalen.
Sinds ik vandaag hoorde over Martins overlijden kwamen er veel herinneringen aan de allereerste ontmoeting in 1985 (of 1986) maar ook vele van daarna terug, na de eerste in Sontrops kamer vervolgens altijd in Martins zolderkamer vol boeken, alsof ze daar uit zijn vloer groeiden, hoge stapels boeken op de grond, op zijn bureau, aan de wand, overal, er was geen sta- of loopruimte, en hoewel hij stevig gebouwd was kon ik door de vele boeken Ros zelf niet meer zien zitten. Wel ruiken. Wat hij ook voor merk rookte, sigaar, pijp, sigaret, geen idee, en wat hij ook at, of dat hij zichzelf drenkte in een zelfgebrouwen aftershave van uitgewrongen verrot katoen, ik weet het werkelijk niet: je herkende hem van ver zonder dat je hem nog hoefde zien.
Zijn stem en zijn adem of zijn aura, het was alsof er een paard een lingeriewinkel binnenstormde, want net zo ongerijmd was Ros als ik hem buiten zijn boekenhol ontmoette. Ik rook het als hij in het gebouw de trap opkwam, maar kan die specifieke geur niet beschrijven. Wat hield hij van boeken! Was het de atmosfeer van een antiquariaat, wat hij als een waas om zich heen droeg, samen met die zinnen die uit zijn mond rolden alsof ze klaarlagen op zijn tong?
Wat was het grappig om zijn woordenvloed over me heen te laten komen. Nooit meer had ik zo’n enthousiaste redacteur die urenlang alle kersen uit het manuscript zo smeuïg kon navertellen. En hij zei in de jaren negentig tegen mij dat mijn werk een melkkoe was en als ik ooit uitgeschreven was zouden ze telkens opnieuw de oude titels in nieuwe jasjes brengen. Hij maakte dan het gebaar dat boeren in de vroege ochtend toen nog uitvoerden in een grote naar mest riekende stal, zittend op een te klein krukje, grotendeels verborgen onder een groot zwart-wit vrouwelijk rund. Naast zich een emmer die langzaam volliep.
Als er iemand op deze wereld van boeken hield was hij het. Martin Ros miste ik al een tijd, hij zat in een verpleeghuis, had ik vernomen toen ik iemand vroeg: leeft hij nog? Martin Ros stierf aan corona. Ik heb altijd gedacht dat als hij zou gaan, hij met literair vuurwerk zou verdwijnen…
Mijn herinneringen aan hem zijn en blijven inspirerend. Martin ik ben geen melkkoe geworden, ik ben wel bijna elk jaar met een nieuw werk over de brug gekomen, zoals de boer elke ochtend voor dag en dauw zorgde dat de emmer volliep, maar jouw geloof in mijn talent was en is de melk in mijn pap.
Martin Ros, ik hoop voor jou dat er een hemel vol boeken bestaat.