In memoriam
• 10-09-2015
• leestijd 3 minuten
'De man die ik niet ken'
Vanochtend Joost, ik stond op en het was een heuglijke dag. Mijn zoon sliep sinds lange tijd weer bij mij. Ik ging hem naar school brengen en was eindelijk weer echt onderdeel van zijn leven. De dagen dat ik de toffe weekendvader was waren voorbij. Het was een genot om hem zich naar mij open te zien stellen Joost, zeker na mijn scheiding. Hij liet me zien wat hij nu allemaal kan lezen. Trots! zie je. De ochtend zag er om deze reden anders uit dan te doen gebruikelijk. Normaliter sta ik op en is mijn eerste blik gericht op de telefoon. Deze ochten duurde dat wat langer. Nu denk ik vooral dat ik dat moment nog langer uit had willen stellen.
Je bent dood.
De ochtend was surrealistisch Joost. Ik ken je niet. Er waren deze ochtend gedachten en die had ik willen ordenen, maar de haast van spullen pakken, schooltijden en de verantwoordelijkheid van een ontbijt en fris drinken zijn voor mij weer nieuw. Ik had geen tijd om echt na te denken, ook later niet, op het werk.
Je blijft dood.
In de bus naar huis, ook daar waren andere prioriteiten. Boodschappen, wat te eten, hoe ziet mijn huis er uit en wat moet ik daar nog doen. Weet je wat ik normaal doe? Ik laat warm water in de gootsteen lopen en doe daar schoonmaakazijn in Joost. Ik poets het huis als ik thuiskom. Vandaag deed ik dat niet. Ik schonk een wijn in, zat in mijn pas verworven tuin en dacht na; over jou.
Wat heb jij voor mij betekend? Een terechte vraag, ik ben van de generatie die jij aan het lezen hebt gebracht. En mij niet eens in het bijzonder. Ik was van Herman Brusselmans en goh wat heb ik genoten van Hermans, Mulisch en Giph van Giphart. Ik las je wel hoor. Hoewel ik Gimmick niets vond, genoot ik van Vals Licht, maar ook daar heb je me niet volledig kunnen winnen. Dat kwam later Joost.
In Duel sprankelde je. Je vonkte. Jouw tekst daar is zo spitsvondig, de spanning zo goed opgebouwd en wat genoot ik van de vertaalde spreekwoorden. Je had me bij de strot.
En ja Joost, ik zag je bij de Wereld draait door, ik zag je bijna fulmineren over de kunst. De meerwaarde van de schilderkunst. Ja, je was bevlogen. Het enthousiasme wat je liet zien; ik vond het te dwingend. Het moet! Maar niets hoeft Joost. Niets hoeft. Ook niet leven als dat niet meer kan. Die keuze is aan jou.
Je hebt mij voor je gewonnen met Duel Joost. Er was niets dwingends, er sprak een idee, een gevoel, een liefde. De liefde voor kunst. Daar won je mij. Hoe je ook op de televisie was.
Ik wist niet van jouw depressiviteit. Ik wist niet van je ziekte. Joost, ik ken je niet. Ik ken mijn depressiviteit en mijn eenzaamheid en mijn melancholie; ik ken mijn liefde en leer mijn kracht. Er zijn rotjaren en die heeft iedereen, ook ik.
En weet je Joost, daar kwam je pas echt binnen.
Dat je dood bent. Liever had ik dat niet.
Daar komt het besef. Je bent er nog, je staat potdomme in mijn boekenkast. Jij bent degene waar ik lege dagen op heb ingericht. Zodat ik je kon lezen. Elke vrije minuut die ik kon creëren. Ik las je. Niet alleen herlas ik Duel, maar ik verslond je Americana. Verslaafd aan je kennis.
Je hebt me door moeilijke tijden heen geloodst. Ik heb je gelezen zonder oordeel des persoon. Jij was Joost, Joost. Voor mij ben je dat nog steeds.
Joost, ik ben een gescheiden man en daarna nog ben ik de liefde van mijn leven tegengekomen en veel te snel weer kwijtgeraakt. Ze is jarig vrijdag en het liefste wat ik wil doen is met een bos bloemen aan haar deur staan en haar terugwinnen. Dat kan niet Joost en dat weet ik. En dus schenk ik mijzelf een rode wijn in en ga me dadelijk wentelen in het escapisme dat jij hebt gecreëerd.
Want ik weet dat jij er altijd zult staan; fier en trots in mijn boekenkast. Want dat doet het geschreven woord. Het geschreven woord maakt zich onsterfelijk en jij dus ook.
Mijn in memoriam heb je.