Het was volstrekt duidelijk dat de ondervragende Kamerleden zich ter voorbereiding niet serieus in de islam en zijn meer radicale varianten hadden verdiept, dat zij weinig sjoeche hadden van de uiteenlopende geloofsinhouden.
Wat een slordig, slecht voorbereid, onbenullig stelletje heeft de Tweede Kamer toch uitgezocht om die mini enquête naar de ongewenste beïnvloeding vanuit onvrije landen te bevolken. God zal mij bewaren: wat een brutaliteit. Wat een verwaten zelfoverschatting.
Dat bleek woensdagmiddag toen zij imam Suhayb Salam van de gevreesde Al-Fitra moskee in Utrecht onder handen probeerden te nemen. Je kon zien: zij gingen dat – sit venia verbo, ook mijn Latijn is bij tijden niet misselijk – dat varkentje wel eens even wassen. Nu kwamen de feiten op tafel. De ondervragende Kamerleden zetten vast de blik op van inspecteur Vlijmscherp.
Salam stelde niet teleur. Hij verscheen in een lang grijsbruin gewaad. Hij droeg een wit kalotje op zijn hoofd. Met zijn woeste zwarte baard was hij precies wat een FvD’er zich bij een emir in de woestijn voorstelt. Het ontbrak er nog maar aan dat hij bij de ingang op de Lange Poten zijn kameel ter bewaking aan de marechaussee had gegeven.
Toen hij eenmaal zat, weigerde Suhayb Salam echter de rol te spelen die van hem werd verwacht. Hij bleek een welbespraakt, goed geïnformeerd man die op geen enkele wijze van de omgeving onder de indruk raakte. Hij liet zich niet intimideren. Hij liet zich niet de pas afsnijden. Hij wenste bij het geven van een antwoord niet onderbroken te worden of afgekapt. Daar kwam voorzitter Michel Rog (CDA) al gauw achter. Toen hij een uitweiding van de ondervraagde over de FIOD niet wenste toe te staan, antwoordde Salam dat hij en niemand anders ging over zijn antwoord en dat hij het recht opeiste om dat antwoord volledig te geven. Het liep allemaal zo hoog op dat Rog dreigde de zitting te schorsen.
Een tweede hoogtepunt vormde de ondervraging door het SGP-Kamerlid Chris Stoffer, die steeds eiste dat Salam “ja” of “nee” zou zeggen. “Dat zal niet gebeuren”, stelde deze vast en hij gaf op elke vraag uitvoerig antwoord. Het was fantastisch om te zien hoe de ene geestdrijver de andere probeerde klem te zetten waarbij de christenfundamentalist het keer op keer moest afleggen tegen de salafistische prediker. “Doceert U dat moslims hun gelaat moeten afwenden bij een christelijke kerk?”, toornde Stoffer. Daarop hield de imam een zorgvuldig geformuleerd betoogje. Het kwam erop neer dat een moslim dit zelf moet weten. Stoffer: “Doceert U dat moslims geen verjaardagen, kerstmis, of sinterklaas mogen vieren?”, probeerde Stoffer zijn tegenstander in het nauw te drijven. “Ja of nee?” De imam legde uit wat hij doceerde: “dat kerstmis, verjaardagen of sinterklaas geen deel uitmaken van de islamitische traditie en dat elke moslim voor zichzelf moet bepalen wat hij daarmee doet”.
Nu en dan probeerde Salam te weerspreken wat andere getuigen over hem en zijn moskee hadden beweerd. Dan werd hij onmiddellijk door de voorzitter onderbroken. Ook werden de ondervragers boos als hij iets poneerde wat op een wedervraag leek. Hij was er niet om vrágen te stellen maar om antwoorden te geven.
Aan het slot van de zitting zag Salam nog kans één woord in de microfoon te spreken, voor hij werd afgesloten. “Poppenkast”.
Hij had tijdens de hele vertoning een bewonderenswaardige kalmte bewaard. Ondertussen geen duimbreed wijkende van wat hij als zijn recht beschouwde. De meeste leden van de commissie hingen bij dit alles zwijgend in hun stoelen. Men mag hopen dat tijdens de nabespreking tenminste één iemand eist dat dit soort gênante vertoningen niet meer voorkomen omdat zij de waardigheid van de Staten Generaal in het geding brengen.
Ongetwijfeld is imam Suhayb Salam sterk fundamentalistisch georiënteerd. Daar heeft hij de afgelopen twee decennia voldoende getuigenis van afgelegd. Hij predikt een geloof dat de hemelse zaligheid afhankelijk maakt van een levenswandel, waarin haast alle geneugten des levens verboden zijn. Het is bovendien verbonden met theocratische opvattingen over de inrichting van de maatschappij, ongeveer op de manier van de SGP. Op het programma staan bovendien benepenheid, preutsheid en ongelijkheid tussen man en vrouw. Wat dat betreft kunnen Salam en SGP’er Stoffer elkaar een hand geven, want wat preutsheid en pretbederf betreft doen christelijke en islamitische fundamentalisten weinig voor elkaar onder.
Die hand zal ook daadwerkelijk worden gedrukt want het gaat om mannen onder elkaar. Sommige moslims geven gesprekspartners van het andere geslacht op religieuze gronden géén hand. In plaats daarvan leggen zij die hand op het hart en maken een hoofdknik. Ter informatie: het schudden van de hand raakte dik twee eeuwen geleden populair onder jonge Britse aristocraten, die daarmee hun libertijnse levensstijl tot uiting wilden brengen en het feit dat ze ter verhoging van de sfeer graag uit zijden zakjes lachgas snoven. Vanaf 1840 namen jonge Nederlandse liberalen dit schudden van de hand over. Zo nu weet u ook weer wat over onze oudvaderlandse tradities.
Het was volstrekt duidelijk dat de ondervragende Kamerleden zich ter voorbereiding niet serieus in de islam en zijn meer radicale varianten hadden verdiept, dat zij weinig sjoeche hadden van de uiteenlopende geloofsinhouden. En dat ze de ballen wisten van de onderlinge verschillen tussen de fundamentalistische stromingen, waarvan het salafisme er slechts één is. Voorbeeld: de Moslimbroederschap en Saoedi Arabië zijn doodsvijanden.
Door die onkunde kregen zij geen vat op Suhayb Salam. Ze probeerden hem in bedwang te houden door op hun strepen te staan, intimiderende vragen te stellen en hem steeds weer af te kappen. Dat lukte niet. Hij bepaalde de inhoud van zijn antwoord en duldde het niet als een Kamerlid zijn woorden verdraaide of daar, naar zijn inzicht, foute conclusies uit trok.
Daardoor kwam Salam als winnaar de zaal uit. Niet de commissieleden verdienden respect maar deze prediker. Hij zal garen spinnen bij dit op de televisie uitgezonden verhoor. Rog en de zijnen gaven hem kans op kans om zich te presenteren als een monument van rust en redelijkheid. Iemand wiens waarheid zo groot was, dat ze hem niet durfden te laten uitspreken.
Zelfingenomen leeghoofden dat ze zijn.
Udate: De ondervragingscommissie beraadt zich op stappen tegen Salam, omdat zij vermoeden dat de imam heeft gelogen terwijl hij onder ede stond, schrijft het AD. De commissie gaat nu alle antwoorden van Salam ‘navlooien’ om te zien of ze hem kunnen beschuldigen van meineed.
Update 2: Een meer hilarische woordenwisseling tussen SG-kamerlid Chris Stoffer en Suhayb Salam ging over het islamitisch huwelijk. Sloot de imam zulke huwelijken af voor het burgerlijk huwelijk is voltrokken, “ja of nee?”. Salam verklaarde dat hij en zijn stichting trouwlustigen altijd verwezen naar de vader van de bruid. Immers, als deze zijn dochter met twee getuigen erbij aan haar verloofde overgeeft, heeft het huwelijk plaatsgevonden. Hij herhaalde dit antwoord enkele malen omdat Stoffer wilde weten of hij islamitische huwelijken sloot. Daarna wilde het kamerlid weten of Salam wel wist dat volgens artikel 449 huwelijken strafbaar zijn, als zij worden gesloten voor het paar een boterbriefje heeft gehaald op het stadhuis.
Salam hield daarop stug vol dat islamitische huwelijken zoals hij die had geschetst, niet strafbaar waren. In artikel 449 staat dat een bedienaar van een godsdienst strafbaar is als hij een rol speelt bij een huwelijkssluiting.
Wanneer een vader zijn dochter overdraagt, dan speelt een bedienaar van de godsdienst daarbij geen enkele rol. Het is een informele handeling zonder rechtskracht. Dat geldt trouwens ook voor huwelijken in de kerk met een priester of een dominee. Salam had in tegenstelling tot de SGP’er gewoon gelijk. Althans nog wel.
VVD-kamerlid Jeroen van Wijngaarden en collega van GroenLinks Kathelijne Buitenweg dienden vorig jaar een amendement in om die strafbaarstelling uit te breiden. Voor iedereen die rond het sluiten van het huwelijk een godsdienstige plechtigheid verricht of daarbij als getuige aanwezig is. Kan een mens zich nog afvragen of een vader een godsdienstige plechtigheid verricht als hij zijn dochter weggeeft, maar de bedoeling van de Kamerleden is duidelijk. Pas trouwens maar op dat je in een dronken bui geen vrienden trouwt onder aanroeping van enig opperwezen. Dan ben je goed de lul als die twee hun zin krijgen.