In de kern is Europa een ideaal met een concept van vrijheid dat in de huidige politiek ver te zoeken is
Toen de oorlog in Bosnië voorbij was en ik naar Sarajevo terugkeerde, veranderde ik mijn naam van Muhamed Gracić in ‘Dennis Gratz’. De vijf voorafgaande jaren, van 1993 tot 1998, had ik samen met mijn familie als vluchteling in Duitsland gewoond. De Duitse bureaucratie werkte als een geoliede, humanitaire machine. In ons paspoort stond ‘Duldung’, wat letterlijk ‘getolereerd’ betekent. Maar we voelden ons welkom en waren dankbaar voor wat we kregen: een beetje geld en een dak boven ons hoofd. We hadden net genoeg om eten en schoolboeken te kopen. Ik leerde de taal, werd onderdeel van het land, en dook in de Europese cultuur als een vis in een nieuwe vissenkom. En in een opwelling veranderde ik mijn naam.
Deze ervaring als vluchteling in Duitsland vormde mijn leven. Het leert me dat een tolerante houding het enige antwoord is op de huidige vluchtelingenstromen, net zo goed als het dat twintig jaar geleden was, toen ik mijn thuisland ontvluchtte. Ook nu zie je bij veel vluchtelingen diezelfde dankbaarheid.
Van tolerantie was daarentegen bij mijn terugkeer naar Bosnië aanvankelijk weinig te merken. Velen reageerden geschokt. Hoe kon ik mijn echte naam, Muhamed, voor moslims de heiligste naam die bestaat, opgeven? Ineens werd ik ervan beschuldigd geen echte moslim te zijn. Dat ik mijn achternaam verduitst had, van Gracić tot Gratz, betekende bovendien dat ik mijn Bosnische achtergrond verloochende. Die reacties riepen pijnlijke herinneringen op. Tijdens de oorlog in Bosnië was je naam vaak de scheidslijn tussen leven en dood. Duizenden onschuldige mensen kwamen om het leven, simpelweg omdat ze de verkeerde naam hadden, die hun etnische achtergrond of een religie verraadde.
Maar anderen reageerden onverschillig op mijn naamsverandering. Voor hen maakte het niet uit hoe ik heette. Het was diezelfde tolerante houding die ik in Duitsland had ervaren, waarbij het niet ging om waar ik vandaan kwam, maar om wat ik deed en dacht.
Later leerde ik dat die houding wortelt in een rijke Europese traditie. Het huidige discours ten spijt is Europa altijd meer geweest dan een instrument om handel te bevorderen of oorlog op afstand te houden. In de kern is Europa een idee: een concept van vrijheid. Het is het Europa van de Verlichting, wat de filosoof Kant samenvatte als het proces van mondig worden, zelf denken waardoor je je in vrijheid kan ontwikkelen. De bestemming van die ontwikkeling kan niemand anders bepalen dan jijzelf. En dat Europa een continent is waar die bestemmingen zeer divers zijn, waar het krioelt van de levensovertuigingen, namen en meningen, betekent dat dit verlichtingsideaal werkelijkheid is geworden.
Dat ideaal is in de huidige politiek alleen ver te zoeken. Met de Europese Unie is het continent bestuurlijk meer verenigd, maar politiek meer verdeeld. Het gaat om economische twitsten en technocratische oplossingen: we worden het eens over een ‘vluchtelingendeal’, maar het grotere doel, onze gemeenschappelijke waarden, verdwijnen uit het zicht. Europa drijft af naar rechts, terwijl aandacht voor mensenrechten en rechtvaardigheid meer dan ooit nodig is. De EU moet die waarden weer voorop stellen.
In de eindeloze debatten over hoeveel vluchtelingen we aan kunnen, verliezen we de belangrijkste vragen uit het oog. We moeten stoppen met kissebissen over politiek met de kleine p in Brussel en de discussie over wat het betekent om Europeaan te zijn, over onze gedeelde waarden en de ziel van het Europese ideaal terugbrengen naar het hart van dit oude continent. We moeten gezamenlijk een stapje terugzetten en onszelf andere vragen stellen: is diversiteit een bron van kracht of een probleem? Hoe zien wij ‘de ander’? Wat betekent het om Europeaan te zijn?
Ik geloof dat de uitkomst van die gezamenlijke zoektocht zal zijn dat tolerantie te vuur en te zwaard verdedigd wordt. Dat de overvloed aan verschillen in een samenleving een teken van kracht en vitaliteit is. Dat wij een samenleving zijn waarin het enige dat wij niet tolereren, intolerantie is – religieus noch seculier, communistisch noch fascistisch. Waar je wordt beoordeeld op je eigen daden en je eigen woorden. En waar het, uiteindelijk, niet uitmaakt of je Dennis of Muhamed heet. Dennis Gratz is Bosnisch parlementslid, schrijver en filmmaker. Vrijdag 1 april geeft hij in De Balie in Amsterdam de Pim de Kuijerlezing