Als gespreksleider krijg ik soms na afloop van een debat een aardigheidje mee. Vroeger ging het meestal om een fles wijn, daarna kwam de verantwoorde waterfles in beeld, en tegenwoordig ga ik met een pakketje thee/koffie/chocola naar huis.
Maar het kan nog ethischer: eind 2019 kreeg ik na een presentatie twintig bomen in Senegal cadeau en begin 2021 werd ik zowaar eigenaar van 4 m2 tropisch regenwoud in Costa Rica!
Een gegeven paard moet je niet in de bek kijken, luidt het gezegde, maar nu het inmiddels een paar jaar later is vraag ik me af hoe het ondertussen met ‘mijn’ bomen gaat. Met die vraag en twee eigendomscertificaten in de rugzak ben ik in de zomer van 2024 op pad gegaan.
En om maar meteen de olifant in de kamer te benoemen: juist bij deze reizen, die ik per vliegtuig afleg, kan ik de intrinsieke tegenstrijdigheid, of zo je wil de ironie, van mijn zoektocht niet negeren. Om twee projecten te bezoeken die hoogstwaarschijnlijk het verbeteren van het leefmilieu op het oog hebben, onderneem ik verre vliegreizen die CO2-uitstoot met zich meebrengen. Voor wat het waard is: de CO2-uitstoot voor de beide vliegreizen heb ik gecompenseerd.
Vandaag lees je het verslag van mijn reis naar Senegal. Volgende week: Costa Rica.
- Adopteer Regenwoud is een onderdeel van de stichting Work with Nature die in 2011 is opgericht.
- Lignaverda is een Belgische non-profit organisatie die sinds 2010 bestaat en voorheen 'Ondernemers Zonder Grenzen' heette. Kadoboom is het bekendste initiatief van Lignaverda.
- De Grote Groene Muur is in 2017 door de Afrikaanse Unie opgezet om in de strijd tegen verwoestijning een strook bomen van 100 kilometer bij 7775 kilometer tussen Djibouti in Oost-Afrika en Senegal in West-Afrika aan te leggen. Lignaverda heeft met de Grote Groene Muur afgesproken eind 2026, 7500 hectare te herbebossen.
- Tot slot: 1 hectare is 10.000 m2 en 7500 hectare (het doel van Lignaverda) is 75 km2.
Naar Senegal
Na een poosje met Wouter Vanhove, operationeel directeur van Lignaverda, gemaild te hebben (“… de laatste 2 uur naar je bomen zijn op onverharde en niet-bewegwijzerde wegen in de Sahel. Ik raad u ten stelligste af er op eigen houtje heen te trekken; u zou al snel verloren rijden”) vlieg ik eind juli met hem vanaf Brussel voor een paar dagen naar Senegal. Vanhove heeft voor deze periode, vlak voor de aanvang van het regenseizoen, gekozen omdat hij en zijn team kunnen zien hoe er nieuwe bomen ‘ingezaaid’ worden.
Op het vliegveld van Dakar worden we door Farba Gaye, operationeel manager Senegal, opgewacht die ons naar het kantoor van Lignaverda, gevestigd op klein half uur rijden van Dakar, brengt. Het gebouw doet niet alleen dienst als kantoor, maar je kunt er ook logeren.
De daaropvolgende dag (insmeren met zonnebrandcrème én antimuggenolie wordt vanaf nu mijn dagelijkse routine) begint onze reis naar het piepkleine plaatsje Mbar Toubab in het noorden, waar mijn bomen staan. Volgens Google Maps hoeft de reis van bijna 400 kilometer niet veel langer dan zeven uur te duren, maar Farba en Vanhove weten beter en daarom overnachten we halverwege bij het plaatsje Louga.
Tijdens het passeren van de kleinere steden en dorpen zie ik steeds beter hoe alles verwoestijnd is: de grond is een soort fifty shades of lichtbruin, met bomen en bosjes die een moedige, edoch ongelijke, strijd tegen het zand voeren, en de mensen die zich met lange gewaden tegen de zon bedekken en zoveel mogelijk de schaduw opzoeken.
Om de hitte (overdag gemiddeld 35 graden en ‘s avonds rond de 26 graden) voor te zijn, vertrekken we de volgende dag in alle vroegte uit Louga.
Precies zoals Vanhove had gezegd, rijden we niet meer op een ‘weg’, maar volgen we ‘sporen’. De enige die weet welk spoor we moeten volgen, is onze lokale gids Samba die er in Louga bijgekomen is en continu onze chauffeur Djibby aanwijzingen geeft wanneer hij welke paden moet volgen. Het neemt niet weg dat we geregeld door elkaar geschud worden, want er zijn veel onverwachte kuilen.
Terwijl het eentonige landschap aan ons voorbij trekt, maakt Vanhove mij een illusie armer: “Eigenlijk zijn het niet jouw bomen. De bomen zijn van de lokale bevolking. Je hebt ‘de aanplant’ van de bomen cadeau gekregen. Het is een cadeau voor jou, maar ook een geschenk aan de bevolking, die niet alleen baat bij vergroening en afkoeling door de bomen heeft, maar zo ook economisch een steuntje in de rug krijgt. Want ze worden betaald voor het inzaaien, maar ook voor het aanleggen van de omheining en daarna voor het beheren en bewaken van de velden. Dergelijke steun kan net het verschil vormen tussen je kind wél of niet naar school kunnen sturen.”
Natuurlijk ben ik teleurgesteld als ik hoor dat mijn bomen niet echt mijn bomen zijn, maar uiteindelijk kan ik met de mooie wijze waarop Vanhove het formuleert leven: “jouw cadeau is een geschenk aan de bevolking”.
Het is rond het middaguur als we langs een omheining rijden. Vanhove: “Als je goed kijkt, zie je dat de omheining kapot is gemaakt en vervolgens hersteld is. De grootste obstakels voor ons project zijn de klimaatverandering en de mensen. Klimaatverandering zorgt ervoor dat je niet meer kan rekenen op bijvoorbeeld wanneer het regenseizoen precies begint én hoeveel regen er valt."
"De bevolking hier bestaat uit half-nomadische herders en een heel kleine groep van die herders vindt het heel vervelend dat ze hun vee (meestal geiten, koeien en schapen) niet op de omheinde velden kunnen laten grazen. Ze moeten dan een stuk omlopen. Daarom maken ze soms gaten in de omheining waarna hun vee zich tegoed doet aan de jonge boompjes. Maar zo’n boompje is te fragiel om een hongerige geit of koe te overleven, want pas na gemiddeld acht jaar zijn deze bomen lang genoeg waardoor het vee niet bij de blaadjes kan komen. Dan heb je ook een boom die voor schaduw kan zorgen, waardoor de grond meer begroeiing krijgt, waar de geiten van kunnen eten zonder de bomen te schaden. Sommige veehouders willen en kunnen niet acht jaar wachten en denken aan de dag van morgen en daarmee benadelen ze het algemene belang, helaas.”
Djibby parkeert het busje bij de ingang van het veld waar mijn bomen, correctie: mijn geschenk aan de bevolking, staan. De twee beheerders moeten glimlachen als ik ze mijn certificaat laat zien.
Met behulp van de exacte coördinaten 15°58'58.7"N 15°45'40.4"W lopen we het veld op totdat we bij een klein boompje komen, dat amper tot mijn middel reikt.
Oog in oog met ‘mijn’ boom in de woestijn van Senegal maakt het gevoel van ‘eigenaarschap’, ingegeven door een certificaat met mijn naam erop, plaats voor verantwoordelijkheidsgevoel en rentmeesterschap. Ik voel een welhaast spirituele verbondenheid met dit broze schepsel. In de dagen die volgen moet ik geregeld aan prinses Irene denken die al jaren geleden onze verhouding tot de boom bespreekbaar heeft willen maken.
Bij het afscheid nemen vraag ik aan de lokale contactpersoon Dibou Sow wat hij ervan vindt dat een dergelijk project door witte mensen uit het buitenland in zijn land is opgezet. “Ik had graag gezien dat het anders was, dat we zelf in staat waren om voor vergroening te zorgen, maar zolang we daar geen geld en middelen voor hebben, is elke hulp meegenomen. Daarom heb ik er geen problemen mee”, vertelt hij.
Op de terugweg vertelt Vanhove hoe het nou met mijn bomen gaat: “Je hebt gezien dat het op dit moment goed gaat met die ene Senegalia senegal, bekend van de befaamde arabische gom. Na één jaar is een dergelijke boom ongeveer 10 cm lang, na vier jaar gemiddeld 80 cm. Door de droogte en de onderlinge ‘competitie’ tussen de bomen om natuurlijke bronnen zullen gemiddeld 300 van 375 geplante boompjes per hectare het overleven.”
Verder laat Vanhove via een link zien waar mijn bomen zich ten opzichte van andere gedoneerde bomen bevinden: “Als je op een bolletje klikt, zie je het aantal bomen en de bijhorende eigenaar. Jouw bomen staan op de 2de rij rechts, het 5de bolletje boven.”
Thomas Crowther van de Yale University heeft berekend dat er 3,04 triljoen bomen op de wereld zijn. Van al die anonieme 3.040.000.000.000 bomen zijn er 20 namens mij geplant. Nog leuker dan mijn eigen bomen op de website terug te zien, zie ik dat er bijna dagelijks bomen gedoneerd worden waardoor inzaaiers, aanleggers van de omheiningen, beheerders en vooral de bomen hun werk kunnen doen, waarmee de wereld iets leefbaarder wordt.
Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.