In Europa willen we de beelden van vluchtelingen liever niet meer zien en hun verhalen niet meer horen. We willen ons niet laten verlammen door uitzichtloze ellende
Het perron van Idomeni staat vol met tentjes waar die avond vluchtelingen uit alle brandhaarden van de wereld tussendoor scharrelen. Op geïmproviseerde houtvuurtjes worden tussen de rails maaltijden bereid. In een treincoupe staart een echtpaar van middelbare leeftijd wezenloos naar buiten. Een handige Griekse uitbater heeft de voormalige stationsrestauratie omgetoverd tot een goedlopend mini-supermarktje. Een moeder met baby vraagt of ze ook een losse luier kan kopen. Als je niet zou weten waarom die duizenden mensen hier gestrand zijn, zou het zomaar die ongezellige camping kunnen zijn die je weer veel te laat hebt geboekt.
Hier maken collega Babs Assink, cameraman Alexander Koning en ik een reportage over de ‘Kinderen van Idomeni’. Over de honderden minderjarigen die vastzitten op de grens tussen Griekenland en Macedonië zonder ouders of familie. Kwetsbaar voor criminele netwerken. Schrijnende beelden. Schokkende verhalen.
Maar in de rest van Europa willen we die beelden van vluchtelingen inmiddels liever niet meer zien en hun verhalen niet meer horen. De aantallen zijn niet meer te bevatten, de problemen te groot en het begin van een vermoeden van een oplossing nog lang niet in zicht. We willen ons niet laten verlammen door uitzichtloze ellende. Ik herken en begrijp dat gevoel.
Zij vallen eigenlijk niet in de categorie alleenreizende kinderen naar wie we voor onze reportage op zoek zijn. Integendeel. Het Syrische echtpaar van de trein die niet meer zal vertrekken is al op leeftijd. Ze hebben jarenlang gewacht op het moment dat de oorlog in hun vaderland eindelijk een keer zal stoppen. Tevergeefs. Als ze begin dit jaar eindelijk inzien dat er niet langer te leven valt in het oorlogsgeweld tussen de puinhopen van Aleppo blijkt dat ze te lang gewacht hebben. Vlak nadat ze bij de Grieks-Macedonische grens zijn aangekomen gaat die grens op slot. Hun trein zal niet meer verdergaan. Al maandenlang zitten ze nu vast in een slaapwagon, de twee vierkante meters van coupe 28. De vrouw vertelt met breekbare stem wat hen is overkomen. Een gezin met twee studerende kinderen die de barre tocht vanuit Syrië heeft overleefd en nu hier op een doodlopend spoor is gerangeerd. Die vrouw met de broze stem die zomaar mijn buurvrouw had kunnen zijn, realiseer ik me. Op zo’n moment zou je wensen dat een van die reaguurders erbij zou kunnen zijn. Bijvoorbeeld de man na een bericht van mij verzucht dat ‘ hij geen vluchteling meer kan zien’. Deze vrouw van coupe 28 brengt het migrantenprobleem voor mij terug tot de vluchteling die je moet en wilt zien. Ik krijg haar sindsdien niet meer van mijn netvlies.
Een paar dagen na ons vertrek uit Idomeni wordt het station ontruimd. De mensen verkast, de trein weggesleept. Terug naar af. Ik wil weten hoe het onze Syrische familie is vergaan maar heb alleen een foto, gemaakt in de gauwigheid van het vertrek. Een vader, moeder en hun kinderen bij de tentjes op het perron. En een telefoonnummer van hun zoon die Sam zou heten. Maar dat nummer wordt niet meer beantwoord. Als we na de ontruiming bellen met een contact in het gebied zegt die over de telefoon: ‘The camp is complety empty, I can’t see no refugee’. Die zin had ik eerder gehoord. Ik hoop vurig dat we de vluchtelingen wel blijven zien.
En zeker die familie uit Aleppo. Ik zou graag willen weten hoe het nu met hen gaat, waar ze naartoe zijn gegaan of nog steeds naar onderweg zijn. Dus als u de foto van de familie wilt delen: graag! U kunt dat doen op de Facebookpagina van Brandpunt. Vast zeer bedankt.