Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

'Ik dacht aan Palestina en de trekker ging als het ware vanzelf over'

  •  
30-10-2023
  •  
leestijd 10 minuten
  •  
4647 keer bekeken
  •  
loa

Er is veel te doen over een uitgebreid artikel van Siman Sebag Montefiore, waarvan de url in Nederland door onder andere professor Beatrice de Graaf via twitter wordt verspreid. Hij bestrijdt daarin de theorie dat wat we nu meemaken in het land tussen de rivier en de zee de bloedige climax is van een dekolonisatieproject.

In deze theorie worden de zionisten beschouwd als werktuigen van het Britse imperialisme. Montefiore gelooft daar weinig van. Althans, hij wil aantonen dat het allemaal heel anders zat. Wat de Engelsen in Palestina aanrichtten was rampzalig maar géén koloniaal project.

Voor een deel is het allemaal woordenspel, natuurlijk, maar het is toch de moeite waard de hele situatie vanuit een wat breder perspectief te zien. Uitzoomen maar. En behoorlijk ook.

Het Midden-Oosten was vanaf 1517 onderdeel van het Ottomaanse rijk, dat het enigszins uit de losse hand bestuurde. De pasja´s die de talrijke provincies in beheer kregen, waren voornamelijk bezig met het tegen elkaar uitspelen van lokale leiders, belangengroepen en religies om zo de overhand te bewaren. Tegelijk spekten zij hun eigen kas en die van het Rijk. Irak was een eeuwige twistappel tussen het Soennietische Ottomaanse Rijk en het Sji-ietische Perzië. Daar werden nu en dan heftige oorlogen om gevoerd.

In 1914 bevond het Ottomaanse Rijk zich in de greep van een hervormingsgezinde junta, die modernisering en unificatie nastreefde. In dat kader koos dit regime in de Eerste Wereldoorlog de kant van Duitsland. Dat liep slecht af. In 1918 stortte het rijk ineen terwijl geallieerde troepen de hoofdstad Istanboel bezetten.

Sinds de Verenigde Staten zich bij de geallieerden hadden aangesloten was het grote oorlogsdoel to make the world safe for democracy. Daar paste het veroveren van koloniën op de verliezers van de Eerste Wereldoorlog niet helemaal bij, om het maar zachtjes te zeggen. Met al te blatant en openlijk kolonialisme kon je in 1918 al niet meer aankomen.

Daarom trof men de volgende regeling: alle koloniën van de verliezers werden toegewezen aan de Volkenbond, de voorloper van de Verenigde Naties, die op initiatief van de Amerikaanse president Woodrow Wilson was opgericht. Deze gaf vervolgens tijdelijk mandaat aan de overwinnaars - in de praktijk Engeland, Frankrijk en Japan – om deze gebieden te beheren, zogenaamd met het oog op latere onafhankelijkheid. Ook het Midden-Oosten kreeg deze behandeling.

Dat viel daar slecht omdat de geallieerden de Arabieren onafhankelijkheid hadden beloofd als zij in opstand kwamen tegen het Ottomaanse Rijk. 

In 1920 kregen de nieuwe mandaatgebieden hun beslag. De grenzen daarvan waren over het algemeen nogal willekeurig getrokken en hadden weinig te maken met de eeuwenoude Ottomaanse provincies. Berucht is tot op de huidige dag de Sykes-Picot-linie, de grenslijn waarmee Engeland en Frankrijk hun gebieden afbakenden.

Engeland kreeg het mandaat over Irak en wat toen nog wel zuidelijk Syrië werd genoemd. Frankrijk nam Libanon voor zijn rekening en Syrië, bestaande uit kleine volkeren en religieuze gemeenschappen, bien étonnés de se trouver ensemble om het in de taal van Molière en Racine te zeggen.

De beide grootmachten realiseerden zich onmiddellijk dat een rechtstreekse uitoefening van de macht niet houdbaar was. Ze kozen daarom voor een derde weg: verdeel de mandaatgebieden in onafhankelijke staten, die vervolgens tot junior partners gemaakt moesten worden in een of ander bondgenootschap. Frankrijk probeerde in Syrië en Libanon een kopie tot stand te brengen van de eigen republikeinse instellingen. Alleen in Libanon bestond daarvoor draagvlak omdat de grote christelijke minderheid al lang nauwe banden onderhield met Frankrijk.

In Syrië ondervonden de Fransen grote moeilijkheden. Het land was niet door hen maar door de Britten op het Ottomaanse Rijk veroverd. Prins Faisal, die de fans van de film Lawrence of Arabia wel kennen als een grote vrijheidsstrijder, had het ijzer gesmeed toen het heet was: in Damascus riep hij zich uit tot koning van het Arabische Rijk, dat hem tenslotte voor zijn strijd tegen de Ottomanen was beloofd.

Toen de Britse troepen zich terugtrokken, moest een Frans leger eerst Faisal in een formele veldslag verslaan. Daarna volgde veel gehannes. De Franse regering wilde het mandaatgebied aanvankelijk opdelen in aparte staatjes voor de verschillende groeperingen die ze aantroffen zoals de Droezen en de Alawieten. Daar zat van het begin af aan geen muziek in en zo koos men in Parijs voor de vorming van een republiek. In 1936 werd in die zin overeenstemming bereikt met prominenten die de Fransen aanzagen voor woordvoerders van het volk. De republiek zou in 1939 onafhankelijk worden maar daar kwam uitstel van in verband met de Tweede Wereldoorlog

Uiteindelijk kregen Libanon in 1943 en Syrië in 1945 de volledige onafhankelijkheid.

De Britten gebruikten hun deel van de taart om prins Faisal een beetje te compenseren. Hij werd koning gemaakt van de nieuwe staat Irak, die in 1932 de volledige onafhankelijkheid kreeg. Zijn broer Abdoellah werd emir van Jordanië. Liefhebbers van Lawrence of Arabia hebben ook gehoord van hun vader, Hoessein bin Ali, de sjarief van Mekka. Hij werd in 1924 verdreven door Ibn Saoed, de grondvester van het rijk dat naar hem Saoedi-Arabië heet en trok toen maar bij zijn zoon Abdoellah in. De Britten deden niets om hem te helpen. Ze gingen liever betrekkingen aan met Ibn Saoed. 

Abdoellah werd in 1951 op de Rotskoepel in Jeruzalem door een Palestijnse terrorist vermoord. Faisal overleed al in 1933. Hij werd de stamvader van een kortstondige dynastie die in 1958 ten val kwam . De hele koninklijke familie werd door leden van de eigen lijfwacht gemitrailleerd. Het lijk van koning Faisal II sleepten de moordenaars achter  een jeep aan door de straten van Bagdad. De leider van de executie zei later in een interview: ¨Ik dacht aan Palestina en de trekker haalde zichzelf als het ware over¨. (Let in onderstaande clip op het bevooroordeelde commentaar van het Britse filmjournaal).

Restte het gebied tussen de Jordaan en de Middellandse Zee, dat men in het Westen kende als het Heilige Land maar al eeuwen deel had uitgemaakt van verschillende Ottomaanse provincies. De Britten veegden het bij elkaar tot een enkel mandaatgebied dat zij 'Palestina' noemden. Pas vanaf dat moment kon onder de Arabieren in het gebied een Palestijnse identiteit ontstaan.

Dit proces werd versneld door het gegeven van de zionistische immigratie. Al in de nadagen van het Ottomaanse Rijk was die begonnen. Ze werd door de nieuwe beheerder op het eerste gezicht gelegitimeerd door de beruchte Balfour Declaration uit 1917. Daarin stond niet zoals menigeen ten onrechte denkt, dat de zionisten in Palestina een joodse staat mochten stichten. Wel zegde de Britse regering steun toe voor de stichting van een joods nationaal tehuis op het grondgebied van Palestina. Tenslotte waarschuwde Balfour: ¨it being clearly understood that nothing shall be done which may prejudice the civil and religious rights of existing non-Jewish communities in Palestine¨. Met andere woorden: de rechten van de zittende bevolking mochten in geen enkel opzicht worden geschonden. Door deze dubbelzinnigheid had de Balfour Declaration alles in zich om een nagel te worden aan de Britse doodkist.

Zo werd de nieuwbakken politieke eenheid Palestina een immigratieland. Er was in het onderbevolkte gebied ruimschoots plaats voor nieuwkomers, zeker als ze geld en moderne kennis meebrachten. Toch zagen veel oorspronkelijke bewoners de joodse immigratie als een bedreiging. Radicale elementen aan beide partijen zetten de toon. Zo ging de mogelijkheid om een vrije staat te vormen voor iedereen – joods en Arabier – al gedurende de jaren twintig en dertig verloren.

De Britten wisten niet goed wat ze moesten aanvangen. Ze probeerden de joodse immigratie tegen te gaan maar dat leidde alleen maar tot illegale grensoverschrijdingen. Bovendien ontstonden er aan beide kanten van de etnische scheidslijn milities en kleine terreurbewegingen, die al gauw de toon aangaven. Het eindresultaat kennen we. Aan beide kanten zijn het wantrouwen, de haat en het ressentiment zo gegroeid dat de ene multi-etnische en multireligieuze staat voor joden en Palestijnen samen een hersenschim is geworden. Die weg is al een eeuw geleden afgesneden. Als ergens de stelling 'de multiculturele samenleving is mislukt' opgaat, dan is het in het ongelukkige land tussen de rivier en de zee.

Ook in de rest van het Midden-Oosten mislukten de plannen van de geallieerde overwinnaars. Libanon zou te gronde gaan in een gruwelijke burgeroorlog. Syrië en Irak vielen in handen van bloeddorstige dictators, die steun zochten en vonden bij de Sovjet-Unie. Beide landen zijn nu al meer dan een decennium in chaos en bloedig geweld gedompeld. Amerikaanse en Russische interventies stichtten meer kwaad dan goed.

Al het geweld en het bloedvergieten vindt hun wortels in de pogingen van Frankrijk en Engeland om het Midden-Oosten na de val van het Ottomaanse Rijk te herordenen. Ze brachten bijeen wat nooit verenigd was geweest. Ze leerden nooit de evenwichtskunst van de Ottomaanse pasja´s die met geven en nemen (voor zichzelf) in ieder geval de rust bewaarden.

Sinds 1920 vonden bijna 40.000 Palestijnen de dood en 16055 Israeli, de slachtoffers van de laatste pogrom meegerekend. Ook wordt voor beide volkeren het cijfer 125.000 genoemd.

Bedenk wel: de oorlogen tussen Israël en de Palestijnen zijn bij lange na niet de wreedste pf de de bloedigste conflicten in het Midden-Oosten. Bij lange na niet. In Libanon maakte de burgeroorlog van jaren zeventig en tachtig 250.000 slachtoffers. In Syrië vielen de laatste tien jaar bijna 500.000 doden en in Irak sinds de val van Saddam Hoessein bijna een miljoen.

Israël wordt de laatste weken steeds weer beschuldigd van genocide. Genocide heeft in het Midden-Oosten maar een keer plaats gevonden en wel in de laatste jaren van het Ottomaanse Rijk. De junta in Istanboel beval de uitroeiing van de Armeense minderheid wat met behulp van enorme dodenmarsen werd gerealiseerd. Men zou de aanval van IS op de Yezidi kunnen definiëren als poging tot genocide. Er is geen sprake van dat Israël genocide pleegt op de Palestijnen. Dat blijkt namelijk niet uit de aantallen slachtoffers. De Palestijnen kennen bovendien een enorme bevolkingsgroei. Als men Israëliërs voor een internationaal Strafhof wil dagen, moet men met andersoortige beschuldigingen komen.

Toch roepen de oorlogen in het voormalige mandaatgebied Palestina de meest emoties op. Dat is al een eeuw lang het geval. De Arabische publieke opinie was niet meer op de hand van de Fransen of de Britten nadat deze hun belofte om een groot Arabisch rijk toe te staan hadden geschonden. Politici die met hen onderhandelden en op Britse of Franse voorwaarden onafhankelijkheid accepteerden werden in brede kring als collaborateurs en overlopers beschouwd. Zij zijn dan ook overal verdreven behalve in Jordanië waar een nazaat van Abdoellah, Abdoellah II zich nog steeds op de troon handhaaft.

De joodse immigratie en later de staat Israël vormden een speer in de zij van de Arabische trots. De smeulende woede over het bedrog  nam dan ook de vorm aan van een grote solidariteit met de Palestijnen. Tekenend is de uitspraak van de koningsmoordenaar in Irak over de trekker die vanzelf over ging. Men mag de diepte van deze woede nooit onderschatten. En evenmin de daaruit voortvloeiende wraakzucht. 

Dit is een reden te meer om de gedachte af te wijzen dat tussen de rivier en de zee een dekolonisatieproject plaatsvindt. Dat veronderstelt een bewust beleid om de Britse positie te versterken door middel van een joodse volksplanting. Het omgekeerde gebeurde en dat besefte men in Londen terdege. De zionisten versterkten de positie van het Britse Rijk niet in het Midden-Oosten. Zij verzwakten die. De these is, zoals Montefiore terecht zegt, vals en leidt niet tot een oplossing.

Wat een oplossing evenmin dichterbij brengt is het feit dat geen enkel staatshoofd in het Midden-Oosten democratisch gelegitimeerd op zijn hoge positie zit. Het zijn op zijn best een soort clanhoofden, die de massa van de bevolking onder de duim houden, al dan niet geschraagd door een of andere ideologie – religieus of nationalistisch met sterk aan het fascisme herinnerende trekken. Zij vertegenwoordigen hoogstens zichzelf, hun vriendjes en hun clan.

De geschiedenis van de laatste eeuw heeft tenslotte geleerd dat de Palestijnen geen vrienden hebben. De verschillende regimes proberen ze hoogstens in te zetten voor hun eigen beperkte doeleinden. De eerste ervaringen daarmee deden de Palestijnen op direct na de Nakba. Ze kregen geen kans in de hun gelaten gebieden een staat te vormen. Abdoellah van Jordanië annexeerde de West Bank en de oude stad van Jeruzalem, Egypte nam de Gazastrook over. Aboellah´s zoon Hoessein maakte in de zwarte september maand van 1970 onder onder de Palestijnen duizenden slachtoffers omdat ze een te grote tegenmacht vormden. Twintigduizend van hen moesten opnieuw op de vlucht en vonden voor het merendeel een heenkomen naar Libanon waar ze de fragiele politieke evenwichten verstoorden en zo een belangrijke factor werden bij de gruwelijke burgeroorlog die het land meer dan een decennium zou verscheuren. Ook nu hebben de Palestijnen niets van de Arabische regeringen (of die van Iran) te verwachten. Ze zijn hoogstens pion in een groter machtsspel.

In het Westen hebben de Palestijnen evenmin vrienden. Er lopen wel duizenden te demonstreren achter hun vlag maar ook die brengen daarmee hun eigen rancune, ressentiment en woede tot uitdrukking die het gevolg is van de door hen zelf ervaren achterstelling. De Palestijnen zijn daarvan het symbool. Ook hier worden zij maar al te vaak gebruikt als pion in het kader van binnenlands politiek gewin.

De enige weg naar echte vrijheid ligt in het vinden van een compromis met Israël en een twee statenoplossing. Meer zit er niet in. Het alternatief blijft dood en verderf.

Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke opinie mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin.

Beluister Het Geheugenpaleis, de wekelijkse podcast van Han van der Horst en John Knieriem over politiek en geschiedenis. Nu: Israël, Gaza, informatie-oorlog, nepnieuws.

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.