Van de dit jaar eindelijk vertrokken premier Mark Rutte moeten toekomstige historici maar over hem oordelen. Omdat mij recent een actie van drogisterijketen Kruidvat tegen ‘verzorgingsarmoede’ onder ogen kwam, wil ik zo lang niet wachten.
Het erge is: ik stemde in 2010 op Rutte. Aan de ene kant omdat ik van huis uit een beetje rechtsig ben, aan de andere kant omdat we net een buitengewoon lamlendig CDA-PvdA-kabinet onder leiding van Balkenende en Bos achter de rug hadden.
Volgens toenmalig VVD-lijsttrekker Rutte hing er ‘een deken van negativiteit over het land’, ik vond – en vind – dat hij daar gelijk in had, daarom kleurde ik het hokje rood bij de nummer één van de partij die deze deken weleens even weg zou trekken.
Aan de deken van negativiteit die na veertien jaar Rutte over het land hangt….
…. sorry, ik begon plotseling te huilen, maakt u de bovenstaande zin zelf maar af.
Het is mijn schuld, beste lezer, ik hielp die man aan de macht in 2010, en ondanks dat de Joop-redactie zo vriendelijk is mij wekelijks een podium te geven op dit fatsoenlijke, progressieve platform, spuw ik zelfs hier met regelmaat mijn tegendraadse, bruinige gal.
Ik ben een geval, ik heb hulp nodig; dit is voor later zorg. Vandaag staan we stil bij de meest nonchalante premier die Nederland had. Hoewel het dankzij Marks ‘leiderschap’ tegenwoordig driehonderdvijfenzestig keer per jaar Nationale Nonchalance-dag is, eren wij hem met drie dagen van Nationale Nonchalance.
Kijk dus nog nadrukkelijker op uw telefoon wanneer u in uw peperdure kleren bij de supermarkt wacht tot een minder fortuinlijke landgenoot zijn met van straat geraapte bierblikken volgestouwde rafelige vuilniszak geleegd heeft bij de statiegeldautomaat.
Maar alle nonchalance op een stokje: Nederland is ook anno 2024 nog een uitzonderlijk rijk land. We hadden niet door de ondergrens van verzorgingsarmoede hoeven zakken. Het is de schuld van de man die veertien jaar onze regering leidde.