Nu het IJslandse protest tegen deelname van Israël aan het Songfestival niets lijkt op te leveren, probeert het land op een andere manier aandacht te vragen voor de oorlog in Gaza. De Palestijnse zanger Bashar Murad is in de race om IJsland te vertegenwoordigen bij Eurovision dit jaar in Zweden. Komend weekend kiezen de IJslanders hun definitieve kandidaat.
Murad doet in de nationale finale mee met een nummer geschreven door muzikant Einar Stefansson. Hij deed met zijn eigen band Hatari mee aan het Songfestival 2019, waarbij ze een spandoek toonden met daarop Palestijnse vlaggen. Wat de exacte tekst van het nummer van Murad is, is nog niet bekend. Zelf zegt hij er wel over dat hij hoopt duidelijk te kunnen maken onder welke moeilijke omstandigheden Palestijnen leven. Ook zei Murad, die onder Israëlische bezetting in Oost-Jerzulem leeft, dat het hem nog wel wat moeite heeft gekost om een lied in het IJslands te leren.
Om het nummer door de uiteindelijke ballotage van Eurovision te krijgen, mag het nummer geen overduidelijke politieke boodschap hebben. Dat is namelijk verboden. Om diezelfde reden riskeert de Israëlische inzending uitsluiting van het Songfestival. Dat land heeft al laten weten geen nieuw lied in te zenden als het huidige nummer wordt afgewezen.
Tegen deelname van Israël aan het Songfestival is sowieso al veel weerstand. Eerder al tekenden ruim duizend muzikanten uit gastland Zweden protest aan, en ook onder meer IJslandse muzikanten vroegen Israël te weren vanwege de collectieve bestraffing van de bevolking in Gaza voor de aanslag van Hamas. Als voorbeeld noemden de muzikanten Rusland, dat – samen met vazalstaat Belarus - sinds de invasie van Oekraïne ook niet meer welkom is.