Iedereen heeft zijn verhaal
• 10-04-2012
• leestijd 2 minuten
Dag één in Kakuma: Een verslag vanuit een Keniaans vluchtelingenkamp waar Sander de Heer een kijkje neemt
Met een heen en weer schommelend vliegtuigje, dat ruimte biedt aan maximaal 16 passagiers, landde ik op Lokichogio airport in het noorden van Kenia. Vervolgens volgde ik in een busje dezelfde weg die vele Sudanezen te voet afleggen, de weg naar het vluchtelingenkamp Kakuma.
Daar aangekomen verwacht je minstens voor iedereen wat te eten en een beetje water. De hulporganisaties slagen er aardig in om iedereen een veilig onderkomen te bieden en iets te eten te geven, zo lijkt het op het eerste oog. Maar achter elke vluchteling zit een complex verhaal.
Ik reis rond met een vriendelijke dokter, die probeert elk verhaal aan te horen en te kijken wat we kunnen doen. Maar dat kost tijd. Op het moment dat we de kliniek voor ernstig zieke kinderen in willen lopen, ligt er in een hoekje een kerel van 33. Een jongen waarvan je verwacht dat hij niet tot de allerzwakste behoort, toch heeft ook hij weer zijn verhaal.
Hij is, doordat hij zich weigerde aan te sluiten bij een moslimextremistische organisatie, zijn hand kwijt geraakt. Gewoon, afgehakt. Iedereen om hem heen laat hem nu links liggen en kijkt hem met de rug aan. Als je geen hand meer hebt, kan dat er namelijk ook op duiden dat je een dief bent. De jongen is bang, wordt getreiterd en bedreigd en zit al jaren in een sociaal isolement. Ook dat kom je hier tegen.
Ik ben benieuwd naar morgen. Zo snel mijn slaapzak in, met mijn schoenen aan. Dat wordt aangeraden vanwege de schorpioenen.