Aan de Hogeschool Utrecht speelt zich momenteel een schimmige affaire af rond een reeks lezingen over de Holocaust die wordt georganiseerd in samenwerking met het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël (CIDI). Aan het begin van het afgelopen weekend kwam naar buiten dat ze niet door zouden gaan na protest van een Utrechtse organisatie New Neighbours. De Hogeschool wilde de lezingen voorlopig uitstellen om te bezien of er niet andere perspectieven aan toegevoegd moesten worden. Later werd dit ontkend en het laatste bericht is dat de reeks op een later tijdstip gewoon doorgaat omdat nú de veiligheid niet gegarandeerd kan worden.
Zelfs minister Dijkgraaf heeft zich er inmiddels mee bemoeid. Hij vindt dat onderwijs over de Holocaust zonder belemmeringen moet kunnen plaats vinden. "Daar is geen discussie over en staat volledig los van de spanningen die het conflict in het Midden-Oosten met zich meebrengt." Eerder hadden Dilan Yesilgöz, Caroline van der Plas en Pieter Omtzigt al woedende tweets gericht aan het adres van de Hogeschool Utrecht. Het CIDI was eveneens woedend. Derk Boswijk van het CDA stelde Kamervragen.
Dat van die veiligheid is natuurlijk een krankzinnige smoes van de Hogeschool om de schade te herstellen. Je kunt het niet bewijzen maar zo zal het wel gegaan zijn. Ergens onderin de organisatie heeft iemand koudwatervrees gekregen over die lezingenreeks. Straks komen ze protesteren in de collegezaal, dacht deze persoon. Die New Neighbours hebben immers iets tegen onze partner bij deze activiteit, het CIDI. Dat heeft namelijk tot doelstelling Israëlische standpunten onder de aandacht te brengen van het Nederlandse publiek. Wat het ook nog met veel verve doet. CIDI en de pro-Palestinabeweging zijn water en vuur. Lezingen op touw zetten samen met het CIDI is wellicht vragen om moeilijkheden. De hele boel af gelasten maar.
Iemand in de omgeving van de Hogeschool pikt dit op en tipt De Telegraaf. Dan heb je de poppen aan het dansen zoals blijkt uit sociale media postings van spreekster dr. Laurien Vastenhout van het NIOD.
De politiek bemoeit zich er mee. Burgemeester Dijksma van Utrecht, die zo ook al genoeg gelazer heeft, belt met de voorzitter van het College van Bestuur en dan volgt het schadeherstel met de smoes over de veiligheid, nauw verwant aan de gedachte dat de hogeschool liever geen pro Palestijnse protesten ziet op eigen terrein. De kersverse voorzitter van het College van Bestuur Wilma Scholte op Reimer laat in een persbericht van de hogeschool het volgende citaat opnemen:
"Wij hechten veel belang aan goed onderwijs over de verschrikkingen van de Holocaust en blijven dat ook doen. Deze verschrikkingen kunnen op geen enkele manier verbonden worden aan de huidige spanningen over de oorlog in het Midden-Oosten, dat staat voor ons voorop. De suggestie dat wij onderwijs over de Holocaust verbinden aan de huidige spanningen werpen wij verre van ons."
Kous af. Bedrijfsongeval net op tijd gerepareerd. De gemeente Utrecht heeft inmiddels laten weten te helpen bij het garanderen van de veiligheid. Ondertussen stelt deze tragikomedie wél een wezenlijk element van onze dagen aan de orde: de vloeiende grens tussen antizionisme en antisemitisme.
Het zou nuttig zijn als voorlieden en leidende organisaties in de pro-Palestinabeweging en dan met name hun Utrechtse voorpost New Neighbours, nog eens zouden onderstrepen dat een lezingencyclus over de Holocaust uiteraard in geen enkel verband staat tot de oorlog in Gaza, zoals Wilma Scholte op Reimer terecht heeft gesteld en dat ze het verhaal over de veiligheid oprecht niet begrijpen. Dat zou hun positie glashelder maken zeker nu zoveel Nederlanders de stationsdemonsstraties als antisemitische acties waarderen.
Dit klemt des te meer omdat de beschuldigingen die in pro-Palestijnse kring aan het adres van zionisten en zionisme worden geuit vrijwel identiek zijn aan het vertoog van het historisch antisemitisme. Alleen gaat het – nogmaals – niet over joden maar over zionisten. Toch is de overeenkomst opvallend. Tegelijk zie je dat in genoemde kringen graag 'joodse schrijvers' worden aangehaald, die óók tegen Israël zijn. Als je zo'n afkeer hebt van het antisemitisme en zulk een messcherp onderscheid maakt tussen Israël en de Joden, dan is het toch niet relevant de religie van bepaalde schrijvers te vermelden, temeer daar dit bij moslims of katholieken ook niet gebeurt.
Bij een goed informatiebeleid hoort dat je elk misverstand uit de weg blijft nemen, ook al word je er nog zo moe van. Op deze manier kan de pro Palestinabeweging een wezenlijke bijdrage leveren aan de veiligheid rond het onderwijs en de informatievoorziening over de Holocaust en vooral over dit aspect: hoe onschuldig begonnen processen uiteindelijk leidden tot een genocide die met industriële precisie werd uitgevoerd, ondanks de enorme logistieke problemen die zich voordoen als men in een periode van een jaar of twee zes miljoen mannen, vrouwen en kinderen wil vermoorden.
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de pubieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin.
Beluister Het Geheugenpaleis, de wekelijkse podcast van Han van der Horst en John Knieriem over politiek en geschiedenis. Nu: what the WEF?