Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Identiteitspolitiek draagt bij aan maatschappelijke tweedeling

  •  
31-12-2021
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
1388 keer bekeken
  •  
verschillen

© cc-foto: RoonZ-nl

Door het huidige neoliberale beleid van sociaal rechts tot extreem rechts worden kwetsbare minderheidsgroepen tegen elkaar uitgespeeld
Door: Raf Daenen en Jan Daenen
Identiteitspolitiek is het bedrijven van  politiek  vanuit de  kenmerken  van een bepaalde groep in plaats van een brede maatschappelijke visie. De subgroep kan samengesteld zijn op basis van opleiding, bezit, ras, beroep, sekse, leeftijd, religie, sociale klasse, enzovoorts. De focus ligt hierbij vaak op enkele thema’s die onder de afgebakende groep leven. Individuen worden gereduceerd tot slechts enkele van de vele kenmerken die ze bezitten om een zo groot mogelijke groep aan te spreken. Thema’s die niet direct met de relevante identiteit te maken hebben worden vermeden uit angst kiezers af te schrikken. Dit resulteert vervolgens in retoriek die neerkomt op het afzetten van de dominante groep tegen minderheidsgroepen en vice versa. De overheid kan proberen om deze tegenstellingen te overbruggen, maar kan deze ook verscherpen. Het huidige rechtse klimaat lijkt meer gericht op het uitspelen dan op het overbruggen van tegenstellingen in de samenleving. Zo horen we regelmatig uitspraken zoals “asielzoekers pikken onze huizen in”, “waarom moeten werkenden betalen voor mensen die geen zwaar of vuil werk willen doen?”, “veel allochtonen zijn te lui om te werken” of “minima moeten niet klagen, want ze roken en drinken er op los”. Dit versterkt de onvrede in zowel de dominante als de minderheidsgroepen, en daarmee de roep om nog meer identiteitspolitiek.
Het fundamentele ongemak bij identiteitspolitiek is dat de ongelijkheid tussen subgroepen in de samenleving altijd wordt gebruikt als argument om de ene groep overmatig te bevoordelen ten opzichte van de andere. Dat bevoordelen kan op veel manieren; materieel door bepaalde groepen meer salaris of bonussen toe te kennen, fysiek door de ene groep te koesteren en anderen te straffen, psychologisch door de ene groep te prijzen en anderen te kleineren of af te breken, sociaal door bepaalde groepen aan maatschappelijke activiteiten deel te laten nemen en anderen buiten te sluiten. Dit werkt de verdere polarisatie in de samenleving in de hand.
Uit recente onderzoeken van onder andere EenVandaag blijkt namelijk dat de maatschappelijke tegenstellingen afgelopen jaren zijn toegenomen. Zo leven mensen met een goede opleiding en functie gemiddeld 15 jaar langer in goede gezondheid dan mensen in zogenoemde achterstandswijken met slechte woon- en werkomstandigheden. Gezondheidsaandoeningen zoals obesitas, stress, diabetes en sinds 2020 ook Covid-19 versterken de verschillen. Alsof dat nog niet genoeg is blijkt dat ongezondheid en armoede doorgaans overgaat van generatie op generatie. Het in liberale kringen gepredikte ideaal van kansengelijkheid blijkt dan ook een hardnekkige fabel.
Het is heel gemakkelijk om te beweren dat iedereen in de samenleving kansen krijgt, en dan voorbeelden te noemen van personen die zich uit de armoe en ellende opgewerkt hebben en die maatschappelijk een mooie positie hebben verworven. Maar het is nog steeds zo dat de bevoorrechten en hun nageslacht veel beter toegang hebben tot allerlei netwerken, instellingen en regelingen waarvan men kan profiteren. Dankzij het gebrek aan regulering de afgelopen decennia is dit palet aan ongelijkheidsinstituties alleen maar gegroeid: van dure examentrainingen tot belastingaftrek en verzekeringen. Het feit dat we om de haverklap reclames over dating en verzekeringen voor hoger opgeleiden te zien krijgen bewijst de tendens van de welgestelden om elkaar in positie te houden.  Anderzijds worden mensen die al heel weinig hebben naar verhouding erg zwaar gestraft met opstapelende boetes en het ontzeggen van de toegang tot cruciale nutsvoorzieningen zoals water of elektriciteit wanneer er een minimale fout gemaakt wordt. De liberale mantra van “eigen verantwoordelijkheid” of “de prikkel om aan de slag te gaan”, wordt veelal misbruikt om deze situaties te rechtvaardigen. Dat laat onverlet dat de laagste inkomens en vermogensgroepen de meeste druk en stress ervaren en door de overheid eerder dieper in de problemen worden gebracht dan daadwerkelijk geholpen. Zelfs voor de begeleiding bij schuldsanering moet een eigen bijdrage worden betaald. Dit beleid treft eenieder aan de onderkant van de samenleving. Het precieze hokje waartoe deze mensen behoren doet er niet toe: zolang ze een kleine portemonnee hebben worden ze verder naar beneden getrapt. Deze cultuur van wantrouwen kost de samenleving vele malen meer dan het simpelweg kwijtschelden van alle schulden maar de klassenverschillen en daarmee de macht van de heersende welgestelden wordt erdoor verstevigd.
Door het huidige neoliberale beleid van sociaal rechts tot extreem rechts worden kwetsbare minderheidsgroepen tegen elkaar uitgespeeld, wat in niemands belang is behalve de rijken die hierdoor geen ongemakkelijke vragen over eerlijke belastingen hoeven te beantwoorden. Er is geen sprake van een gelijke kansenbeleid, want dat vereist speciale impulsen in het onderwijs en in samenlevingsbegeleiding, goede en betaalbare huisvesting en gezondheidszorg. Om de aandacht af te leiden van dit fundamenteel overheidsfalen bedrijven de heersende neoliberale partijen identiteitspolitiek door bijvoorbeeld asielzoekers de schuld te geven van het woningtekort. In plaats van door deze doorzichtige afleidingsmanoeuvres heen te prikken laten linkse partijen zich uit de tent lokken door mee te gaan in het identiteitspolitieke discours. Er lijkt in de beeldvorming vanuit links vooral aandacht te zijn voor lege symboliek met pleidooien voor relevante doch weinig fundamentele culturele kwesties. Dit terwijl de hardnekkig groeiende kansengelijkheid vragen om sterke linkse economische politiek. Links kan scoren voor open doel, maar schiet de bal in de voeten van rechts.
Dit betekent niet dat het verkeerd is om te overdenken welke formele en informele culturele normen we verlangen van alle Nederlanders. Nu overheersen ietwat oubollige normen van de witte middenklasse, die in de loop van de eeuwen zijn ontwikkeld. Het is niet verkeerd om dit in de moderne tijd met een meer cultureel diverse volkssamenstelling in brede zin ter discussie te stellen. Met het bedrijven van progressieve politiek op de sociaal culturele dimensie kan echter niet verwacht worden linkse doelen te bereiken op de sociaal economische dimensie.
Uitsluiting van welke groep dan ook moet worden bestreden. De basis daarvoor ligt in het scheppen van betere economische- en leefomstandigheden voor iedereen, ongeacht identiteit. Dat is in de eerste plaats een economisch verdelingsvraagstuk. Een witte man met een handicap en een kleine uitkering heeft net zoveel recht op een goede oude dag als een zwarte vrouw die het helemaal gemaakt heeft als CEO in het bedrijfsleven. Het is dan ook een vals dilemma om te suggereren dat we moeten kiezen of we middelen en aandacht inzetten op mensen op basis van ras, seksualiteit of religieuze achtergrond. Dit is een polariserende exercitie, werkt discriminatie in de hand en leidt af van de daadwerkelijke problematiek waar de politiek anno 2022 voor staat: het herstellen van de evenwichtige zorgzame samenleving waarbij herverdelen van rijk naar arm de hoogste prioriteit heeft. Wanneer dat op een solidaire manier gebeurt waarbij iedereen ongeacht diens identiteit profiteert zullen veel van de problemen die politici die identiteitspolitiek bedrijven aankaarten paradoxaal genoeg opgelost worden.
Raf Daenen – oud-wethouder en docent maatschappelijke ontwikkeling Jan Daenen – Statenlid Gelderland en Econometrist
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.