Het is de hoogste tijd om het wegkijken van het Afrikaanse continent bij de ware naam te noemen
Bij racisme denk ik in de eerste plaats aan Hassan, een jonge man van vijfentwintig, vader van twee. Ik zie het zweet nog over zijn koortsende lichaam druipen en kan me nauwelijks verweren tegen de wanhoop in zijn ogen. Je gaat het redden, vertelde ik hem, maar in de nacht zie ik hem terug in mijn droom, en de volgende morgen is hij dood. I can’t breathe: al sprak hij ze niet uit, het hadden zijn laatste woorden kunnen zijn. De tuberculosemedicijnen kwamen voor hem te laat. Met zijn dood valt het inkomen weg van het gezin.
In het districtsziekenhuis in Mangochi, Malawi, zijn er dagelijks jonge, overbodige sterfgevallen. Bij de ochtendoverdracht zijn we alert, er moet lering worden getrokken uit de gemaakte fouten en we moeten met zijn allen gemotiveerd blijven, ons uiterste best blijven doen ook al komen we middelen tekort. Het cynisme loert, en ook dat is een gevaar. Voor de sterfgevallen zijn vaak tal van oorzaken aan te wijzen, maar als je maar ver genoeg doorgraaft, kom je bij armoede uit.
Ik vraag me vaak af hoe het mogelijk is dat de wereldwijde ongelijkheid nog altijd onoverbrugbaar is. We zijn solidair met mensen die op ons lijken, die dezelfde taal spreken, naar dezelfde school gaan en hetzelfde geld te besteden hebben. Bij de foto van een blond jongetje op een Syrisch IS-kamp schrikken we: zo’n kind hoort daar niet thuis. Maar andere kinderen dan wel? Hoe verder een ander van ons af staat, in welk opzicht dan ook, des te minder trekken we ons iets van hem aan. We hebben moeite om een eenvoudige Afrikaanse visser met tuberculose als volwaardig mens te zien en hem dezelfde behoeften en rechten toe te dichten als onszelf. Daar bestaat een woord voor, het heet racisme.
Net als het brute politiegeweld in de Verenigde Staten maakt het ziektegeweld dat de ene na de andere Afrikaan door de hel sleept me verdrietig en boos. Want of je nu door een wrede agent je keel wordt dichtgedrukt, of dat je lijdt aan een aan armoede gerelateerde ziekte als tuberculose, het eindigt ermee dat lucht, het enige ter wereld dat nog gratis is en overal om ons heen ruimschoots beschikbaar, je wordt ontnomen.
Het is de hoogste tijd om het wegkijken van het Afrikaanse continent bij de ware naam te noemen. Het is een vorm van racisme die jaarlijks miljoenen levens eist en een veelvoud aan mensen klein en machteloos houdt, de toegang tot onderwijs ontzegt en hen verdoemt tot het hebben van een toekomstvisie die niet veel verder reikt dan tot het volgende regenseizoen. Het is hoogste tijd om Black Lives Matter in een breder perspectief te zien, om onze relatie tot onze zuiderburen te herzien en de mens overal ter wereld en in alle situaties in de eerste plaats als medemens te zien. Vanbinnen zijn we allemaal hetzelfde.