De doorgeschoten marktwerking wordt volledig onderschat door alle bureau-beleidsmakers in de zorg.
In een crisissituatie worden altijd de zwakke plekken in een organisatie of sector goed zichtbaar. Daar kan voor de toekomst dan ook altijd van geleerd worden.
Dat geldt ook voor de huidige crisis in ons zorgsysteem. Deskundigen vallen over elkaar heen om hun mening erover te geven. Ook ik doe daar aan mee vanuit mijn eigen professionele achtergrond. Maar ook als gewone burger en verzekerde die regelmatig een beroep doet op de zorg.
In die laatste rol verbaas ik me vaak over de tijd die zorgmedewerkers kwijt zijn aan administratieve procedures waarvan het maar de vraag is hoe zinvol die zijn. Ik doel dan niet op het bijwerken van medische dossiers. Maar wel over het bijhouden van data waar beleidsmakers, juristen en rekenmeesters van overheid en zorgverzekeraars zich over moeten buigen om ons zorgstelsel betaalbaar en toegankelijk te houden.
Een systeem dat uitgaat van wantrouwen in plaats van vertrouwen in zorgprofessionals. Die niet maar lukraak behandelingen voorschrijven en ongebreideld hun medische gang gaan. Hoeveel kostbare tijd gaat door die overkill aan regelgeving in de zorg niet verloren?
Het antwoord op die vraag is recent beantwoordt door de voorzitter van de medisch specialisten Peter Paul van Benthem. Die gaf in een reactie op een onderzoek hierover aan dat 40 procent van de tijd van de dokter opgaat aan administratielast , waarvan de helft als onzinnig wordt ervaren. Een snoeiharde conclusie over een uiterst alarmerende kritische factor van onze Nederlandse zorg.
Maar er zijn meer kritische factoren in de zorg aan het licht gekomen. De doorgeschoten marktwerking die volledig wordt onderschat door alle bureau-beleidsmakers in de zorg. Zij staren zich blind op statistieken, onderzoeken en op papier ogenschijnlijke verstandige adviezen en beleidsvoornemens die in de praktijk vaak ronduit slecht uitpakken.
Nu de gehele zorg bijna instort en glashelder wordt dat de inrichting van de zorg op essentiële onderdelen anders moet is het belangrijk om niet meer blind te vertrouwen op alle adviezen en beleidsvoorstellen van de beleidsmakers bij de overheid en bij de zorgverzekeraars. Die hebben bewezen door de huidige alarmerende situatie in de gehele keten van de zorg dat ze incompetent zijn om een evenwichtig in balans verkerende zorg ook in een crisis situatie vorm en inhoud te geven.
Jarenlang afbraakbeleid in alle sectoren van de zorg en het verwaarlozen van andere strategische economische sectoren in Nederland zoals de woningmarkt heeft ons in een bizarre situatie gebracht, waarin onze economie er op papier op macroniveau top voor staat maar gelijktijdig de samenleving zelf in de praktijk niet ver verwijderd meer is van een totale breakdown.
Een tot op het bod verdeelde en gepolariseerde samenleving met een allerbelabberdste sociale cohesie tussen verschillende groepen in de samenleving. In een tijd dat die cohesie juist hoog moet zijn om de crisis gezamenlijk het hoofd te kunnen bieden.
De belangrijkste kritische factor voor laatstgenoemde situatie is naar mijn bescheiden oordeel het als samenleving nog niet geheel zijn ingesteld op de harde realiteit dat de verzorgingsstaat definitief voorbij is en plaats heeft gemaakt voor de participatiesamenleving. Een ander soort samenleving waarvan de ingrijpende gevolgen nog niet echt zijn doorgedrongen tot veel burgers. Een samenleving die noodzaakt om forse hervormingen door te voeren op veel inmiddels bekende terreinen. Hervormingen die onvermijdelijk tot hogere lasten voor iedere burger zullen leiden en de koopkracht in negatieve zin zullen doen veranderen.
Verstandige keuzes moeten derhalve worden gemaakt om Nederland voor alle burgers aantrekkelijk en leefbaar te houden.
De ironie wil echter dat dezelfde poppetjes die Nederland in de huidige uiterst belabberde situatie hebben gebracht ook deze noodzakelijke hervormingen moeten uitvoeren. In het bedrijfsleven zouden die poppetjes direct ontslagen zijn en vervangen door competente mensen. Bij de overheid en in de politiek gaat dat anders.
Een weinig geruststellend vooruitzicht voor alle burgers die hopen dat de gunstige cijfers over de economie straks ook zijn terug te zien in hun individuele microsituatie voor wat betreft huisvesting, werk, zorg en andere terreinen die het welzijn van burgers direct raken.