Haarlemmermeer is zijn boekje ver te buiten gegaan bij de aanpak van de klimaatactivisten die vorige week zaterdag demonstreerden in Schiphol Plaza. “De marechaussee is op instigatie van de burgemeester als een olifant door de porseleinkast van het betogingsrecht gegaan”, schrijven de professoren Jan Brouwer (Algemene Rechtswetenschap) en Jon Schilder (Staats- en Bestuursrecht). Zij hekelen onder meer het noodbevel van de burgemeester van Haarlemmermeer:
"Voorwaarde voor het afkondigen van een noodbevel is dat er sprake is van ernstige wanordelijkheden of een ramp dan wel ernstige vrees hiervoor. Evident is dat van geen van deze situaties in de verste verte sprake was. Een hoeveelheid van 250 demonstranten op een gemiddeld bezoekersaantal per dag van 200. 000 is niet bepaald een indicatie voor een aanstaande ramp of ernstige wanordelijkheden. Bij de ontvangst van de wereldkampioen handbalvrouwen een paar dagen later stonden er naar schatting meer personen onaangekondigd in de aankomsthal."
Er werden 26 demonstranten opgepakt omdat zij geen gehoor gaven aan het noodbevel. De arrestanten werden vervolgens urenlang vastgehouden voor ‘verhoor’. De hoogleraren hebben geen goed woord over voor deze gang van zaken. “Het lijkt er sterk op dat het motief van verhoor slechts een smoesje was om een aantal betogers mee te kunnen nemen en ervoor te zorgen dat ze niet weer terug konden gaan.”
De overige activisten werden ‘bestuurlijk verplaatst’. Ze werden naar stations in Noord-Holland gebracht en kregen een gebiedsverbod voor twee etmalen. Opnieuw was daarvoor geen enkele wettelijke rechtvaardiging stellen de professoren. “We kunnen in het geval van de klimaatactivisten spreken van wederrechtelijke vrijheidsberoving.”