De ratificatie van het Europese herstelfonds dreigt vertraging op te lopen omdat Hongarije en Polen dwarsliggen. De twee landen hebben bezwaren tegen de rechtsstatelijke voorwaarden die het Europarlement wil stellen aan de financiële steun. Hongarije en Polen, die de afgelopen jaren bepaald niet zijn opgevallen door veel respect voor de rechtsstaat en vrije media, beschouwen dat als chantage.
Een opiniestuk daarover van Catherine de Vries, hoogleraar aan de VU en de Universiteit van Milaan, eerder deze week in Het Financieele Dagblad is de Hongaarse overheid in het verkeerde keelgat geschoten. De Hongaren vallen met name over de begeleidende cartoon van Hein de Kort waarop de vlaggen van Hongarije en Polen zijn voorzien van een opgestoken middelvinger.
De Hongaarse ambassadeur in Den Haag noemt de cartoon “een schande”. De tekening laat volgens hem “het complete gebrek aan begrip zien”. “In de onderhandelingen over de EU-meerjarenbegroting en het herstelfonds chanteren wij niemand. Integendeel”, meent Andras Kocsis. De ambassadeur klaagt op Twitter bovendien dat het FD zijn ingezonden brief niet wil plaatsen.
Het moet voor Kocsis een tegenvaller zijn dat media zich niet naar zijn wensen voegen. In Hongarije is de vrije pers de afgelopen jaren bijna volledig aan banden gelegd door de autocraat Viktor Orbán. Zakenlieden die zijn gelieerd aan de uiterst rechtse premier, hebben de afgelopen jaren op grote schaal kritische media opgekocht. Zo werd eerder dit jaar nog de onafhankelijke nieuwssite Index kaltgestellt en gaat over een paar maanden het laatste kritische radiostation uit de lucht.